Ben je nog niet zo thuis in het leerplan techniek A of B stroom of heb je graag wat extra inspiratie voor het realiseren van een leerplandoel dan geven we hier wat extra informatie. Hieronder bespreken we LPD 10 A stroom en LPD 8B stroom.
LPD 10 (a) LPD 8 (b) De leerlingen analyseren principes van de bouw van een informatieverwerkende systeem.
Dit leerplandoel draait rond het begrijpen dat elk informatieverwerkend systeem (zoals een computer, smartphone of robot) opgebouwd is uit invoer, verwerking en uitvoer, en dat leerlingen die samenhang kunnen analyseren en uitleggen.
Leerlingen leren herkennen dat een informatieverwerkend systeem vaak bestaat uit vaste onderdelen:
Je laat leerlingen kennis maken met invoer – verwerking - uitvoer
Stel onderstaande vragen aan je leerlingen, bij eender welk uitvoerorgaan of programma dat je gebruikt. Op deze manier kunnen ze ook zelf uitleggen waarom “iets” beweegt
Laat leerlingen verder nadenken door eventueel onderstaande vragen te stellen
Maak gebruik van het I–P–O-schema (Input–Processing–Output).
Je kan het volgende aan leerlingen vragen (opnemen in een werkbundel, opdrachtenblaadje, …) nadat ze met een extern uitvoerorgaan een opdracht hebben gemaakt
Deelsystemen. Wat gebruik je hier?
Input? .............
Verwerking? .............
Output? ..............
Kruis aan welke bouwstenen een rol spelen:
Op deze manier leren leerlingen ook nadenken over wat en waarom ze iets doen. (= analyseren) Je bereikt diepgang en inzicht!
“Normaal programmeren wij stap voor stap wat de computer moet doen. Bij AI schrijven we die regels niet zelf uit. We geven het systeem veel voorbeelden (data), en zo leert het zelf patronen herkennen. Daarna kan het beslissingen nemen die niet vooraf zijn geprogrammeerd.”
Net als bij de micro:bit of pc heb je input → verwerking → output. Alleen: de verwerking gebeurt niet via simpele regels (“als knop A → toon hartje”), maar via een algoritme dat geleerd heeft uit data.
“Data is alles wat een computer kan meten, lezen of onthouden. Het is de input voor het systeem, en wat de computer gebruikt om te beslissen wat er moet gebeuren.”
“AI is overal in jullie gsm en andere apparaten. Het leest data van sensoren of wat je intypt, leert daar patronen van, en geeft een resultaat dat je niet met gewone regels kan maken.”
Hier een voorbeeld van hoe AI in onze Smartphones zit. Voor leerlingen (b stroom) op deze manier misschien beter te begrijpen.
AI op een smartphone is software die kan “leren” en “beslissingen nemen” op basis van data. Het probeert taken uit te voeren die normaal menselijke intelligentie vereisen, zoals:
Je werkt met leerlingen rond LPD13(a) en 11(b),waarbij ze doelgericht ontwerpen.
Geef hen ook inzicht door de leerlingen te laten nadenken wat ze aan doen zijn tijdens het programmeren, waarom en wanneer. De informatie die hierboven wordt gegeven kan je helpen de juiste vragen te stellen. Zo leren ze ontwerpen, maar krijgen ze ook inzicht en behaal je LPD10 (a) en 8 (b)