Reflecteren over de verhouding tussen cultuur en natuur vanuit visies en met concepten uit de wijsgerige antropologie

Hoe moeten we omgaan met de dreiging van de klimaatopwarming? Moeten we opschuiven van een antropocentrische naar een ecocentrische benadering en hoe kunnen we dat doen? Wat is de impact van doemdenken op ons begrip van menszijn? Hier vind je een aantal suggesties hoe je leerlingen via ecofilosofie kan doen reflecteren over een adequate verhouding tussen mens en natuur en hen kan helpen om zich te wapenen voor een woelige 21ste eeuw.

Het einde van de wereld?

sla link op in klembord

Kopieer

Je kan de lessenreeks beginnen met een gesprek over (post-)apocalyptische films, series en boeken, eventueel vanuit enkele blockbusters en bekende boeken: Don't Look Up, Leave The World Behind, A Quiet Place, The Last of Us, Station 11, De Gever... Kijken en lezen de leerlingen zelf graag dergelijke films, series en boeken? Waarom wel of niet? Waarom is dergelijke literatuur volgens hen populair de laatste jaren en decennia? Zegt dat iets over de tijden waarin we leven? Laat de leerlingen zelf de titel van een boek, film of serie noteren binnen het genre van de (post)apocalyptische literatuur en eventueel aan de klas vertellen hoe er in dat werk verteld wordt over het einde van de wereld. Je kan hen ook vragen om dit thuis voor te bereiden. Zoek tijdens het klasgesprek naar verscheidenheid: het einde van de aarde, het einde van een beschaving, het einde van de mensheid, klimaatopwarming, een invasie van buitenaardse wezens, een dodelijk virus, een komeet, apocalyptisch, post-apocalyptisch...
Vervolgens kan je de leerlingen het onlinecollege Literatuur aan het einde van de wereld van prof. dr. Pieter Vermeulen laten bekijken en hen vragen om een schema te maken van het onderscheid dat hij maakt binnen (post-)apocalyptische film en literatuur.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. Je hebt hiervoor geen toestemming gegeven.Klik hier om dit alsnog toe te laten.

Na het bekijken van het onlinecollege vraag je de leerlingen om hun gekozen film, serie of boek te plaatsen binnen de onderverdeling van Pieter Vermeulen: is het activistisch of fatalistisch, een wenselijk of te vermijden einde van de wereld? Laat hen telkens zo concreet mogelijk beargumenteren waarom hun voorbeeld daartoe behoort. Bespreek ook algemeen wat in het college gezegd werd: wat zegt deze literatuur over de tijden waarin we leven?

Antropocentrisme, zoöcentrisme en ecocentrisme

sla link op in klembord

Kopieer

Een subgenre binnen deze literatuur is fictie die fictie wil blijven: een waarschuwing die ons aanmaant om nu te handelen om de naderende catastrofe te vermijden. Kennen de leerlingen daar literaire voorbeelden van? Vervolgens vraag je de leerlingen welke catastrofe ons nu bedreigt. Bespreek met hen de oorzaken van en mogelijke oplossingen voor de klimaatopwarming. Daarna kan je de leerlingen introduceren in de ecofilosofie: een antropocentrische benadering van de verhouding tussen mens en natuur heeft het antropoceen ingeleid en ons in de huidige situatie doen belanden. Bieden het zoöcentrisme en het ecocentrisme hier soelaas? Om je les inhoudelijk te stofferen en vaktermen aan te brengen, kan je je baseren op het onderstaande college van professor Mathias Lievens.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. Je hebt hiervoor geen toestemming gegeven.Klik hier om dit alsnog toe te laten.

Wat te doen?

sla link op in klembord

Kopieer

Om één en ander vast te zetten, kan je de leerlingen individueel of klassikaal laten analyseren welke tekstelementen, inhoudelijk of verteltechnisch, in hun gekozen boeken, films en series getuigen van een antropocentrische, een zoöcentrische of een ecocentrische benadering van de verhouding tussen mens en natuur. Eventueel kan je voor deze opdracht ook zelf fragmenten uit boeken of films aanbrengen om er zelf meer de hand in te houden. Je zou bijvoorbeeld de inleiding uit Verstild voorjaar van Rachel Carson daartoe kunnen gebruiken.

Je kan de leerlingen laten reflecteren over de wijze waarop ze zich (kunnen) verhouden tot de huidige klimaatproblematiek en het apocalyptische karakter daarvan. Als inspiratie kan je Peter Sloterdijks gebod om je leven te veranderen door zijn begrip 'antropotechnieken' uit Je moet je leven veranderen - Het bevel uit de steen (2009) aanbrengen. Hij vergelijkt het appel dat o.a. de noodlijdende aarde op ons doet met appel van de torso van Apollo van Auguste Rodin, zoals Rainer Maria Rilke dat begreep: zo doorgaan met je leven kan je niet. Welke antropotechnieken van training, oefening en zelfdiscipline gebruiken de leerlingen nu al? Hoe kunnen deze hen voorbereiden op een onvoorspelbare, misschien catastrofale eeuw? Welke antropotechnieken kunnen ons specifiek helpen om de focus te verschuiven van een antropocentrische naar een zoö- of ecocentrische benadering van de verhouding tussen mens en natuur?

Je kan de leerlingen ook laten reflecteren vanuit een zelf geformuleerde of zelf gekozen stelling, zoals De mens mag niet boven andere levensvormen worden geplaatst; Ecocentrisme is de enige manier om de uitdagingen van het antropoceen aan te pakken; We moeten nieuwe manieren vinden om waarde toe te kennen aan de natuur; We hebben een morele verplichting om de natuur te beschermen, ongeacht onze antropocentrische belangen... Laat de leerlingen nogmaals hun notities en de geziene leerstof bekijken en de elementen eruit halen die relevant zijn voor de door hen gekozen of geformuleerde stelling. Vervolgens kan je hen, bijvoorbeeld via filodating (speeddates van 2 of 3 minuten in groepjes van 2), de stellingen laten bespreken. Elke leerling noteert tijdens de gesprekken relevante, zinvolle of opvallende argumenten van de gespreksgenoten. Achteraf brengt elke leerling mondeling of schriftelijk verslag uit van de filosofische gesprekken naar aanleding van zijn of haar stelling. Welke stelling had de leerling en waarom had hij of zij daarvoor gekozen? Wat zegt de klas hier algemeen over? Welke argumenten kwamen vaak terug? Kan de leerling dat verbinden met de geziene leerstof? Sprong een bepaald standpunt en of een bepaald argument eruit? Welk en waarom? Wat is het eindoordeel van de leerling als specialist ter zake? Deze opdracht kan je ook evalueren of aanwenden voor een algemeen, afsluitend klasgesprek.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio