Spelenderwijs leerstof oefenen van Passe Partout

Juf Kirsten uit Virgo Maria instituut uit Merksem volgde een didactische taalstage in Vichy. Daar kreeg ze veel informatie en inspiratie om de leerlingen kansen te geven om te spreken tijdens de lessen Frans, in de vorm van spelletjes en bewegen.

Passe Partout 6 – Contact 3 : ‘MERCI DE TON AIDE’

sla link op in klembord

Kopieer

Hieronder vind je liedjes en spelletjes bij bepaalde onderwerpen en oefeningen. De soorten spelletjes kan je zeker ook toepassen op andere onderwerpen.

Lied ‘aller’

sla link op in klembord

Kopieer

Op de melodie van ‘Sur le pont d’Avignon’
 Je vais, tu vas, il va, elle va,
 il va, elle va. 
 Nous allons, vous allez, ils vont, elles vont, 
 c’est aller. 

L’horloge vivante

sla link op in klembord

Kopieer

  • 12 leerlingen gaan in een kring staan, benoem ze als de getallen die op een analoge klok staan.
  • Als leerkracht ga je in het midden staan en doe je de wijzers van de klok 1 maal voor van bv. 2 uur tot 3 uur terwijl je je armen als wijzers van de klok gebruikt.
    • Il est deux heures.
    • Il est deux heures cinq.
    • Il est deux heures dix.
    • Il est deux heures et quart.
    • Il est deux heures vingt.
    • Il est deux heures vingt-cinq.
    • Il est deux heures et demie.
    • Il est trois heures moins vingt-cinq.
    • Il est trois heures moins vingt.
    • Il est trois heures moins le quart.
    • Il est trois heures moins dix.
    • Il est trois heures moins cinq.
    • Il est trois heures.
  • De volgende keren laat je een leerling in het midden van de kring staan en ja laat de leerling zelf de 2 uren kiezen om op te zeggen.
  • Denk eraan tussen het verschil in 2 uur ’s nachts en 2 uur in de namiddag (14 uur of 2 uur in de namiddag)

Le numéro … répond

sla link op in klembord

Kopieer

Page 27:

  • Eerst alles overlopen, voorbeeldzinnen geven en de leerlingen zelf zinnen laten zeggen.
  • Daarna maak je twee teams in de klas. In elk team is er een nummer 1, een nummer 2, een nummer 3, enz. Elk team kiest een groepsnaam (bv. 'les toilettes’ en ‘les baguettes’). Deze groepsnamen schrijf je links en rechts op het bord om daarbij de punten te turven.

  • De leerkracht stelt een vraag of zegt een aanvulzin. Na een korte pauze zegt de leerkracht ook een nummer, bv. 3. Dan is het de bedoeling dat de beide nummers 3 zo snel mogelijk juist antwoorden. De eerste die juist antwoordt, verdient het punt voor het team.

  • Voorbeeldvragen:
    • À quelle heure commencent les mathématiques le lundi ?
    • Quel jour les élèves reçoivent ‘art et musique’ ?
    • La pause du matin commence à quelle heure ?

Le silence est d’or

sla link op in klembord

Kopieer

Met oefening nr. 6. 

  • Zet het bordboek open en vergroot het zodat enkel dit zichtbaar is.

  • Duid prent per prent aan en zeg als leerkracht luid en duidelijk het Franse woord, de leerlingen herhalen dit woord samen luid en duidelijk.
  • De leerlingen spelen tegen de leerkracht. Het punt is ofwel voor de hele klasgroep ofwel voor de leerkracht.
  • Spelverloop: 
    De leerkracht duidt een prent aan en zegt overtuigend het (juiste of foute) woord. Als het juist is, zeggen de leerlingen het juiste woord overtuigend allemaal samen na. Zo verdienen de leerlingen een punt. Is het een fout woord, mogen de leerlingen niets zeggen. Zegt een leerling toch het foute woord, dan gaat het punt naar de leerkracht.

Zill-doelen

sla link op in klembord

Kopieer

  • TOtg1: Plezier beleven aan taal
  • TOmf1: Voor hen bestemde mondelinge boodschap in het Frans begrijpen 
  • TOmf3: Met een vorm van ondersteuning en narratieve teksten in het Frans navertellen in de vorm van een opsomming 

×
Kijkt als...
Niveau
Regio