30 juni 2022 – Luchtreiniging

Het was in het kader van de coronacrisis al vaker gegaan over ventilatie, maar daarnaast (en ook los van corona) was er ook aandacht voor luchtreiniging (cf. ook de uit de kluiten gewassen webpagina van het Ministerie van Onderwijs: informatie die de minister terecht in zijn antwoord betrok). Recent had, wat luchtreiniging betrof, een partnerbijeenkomst van het project ‘luchtreiniging in de klas’ plaatsgevonden: algemene presentatie, deel 1 en deel 2. Boeiend materiaal allemaal. In de marge herinner ik hier ook graag aan het COC-project in kwestie (cf. Brandpunt, nov. 2021, p.18-19) en de laatste resultaten daarvan.

Op die basis, met ook het lopende VITO-onderzoek (wel breder dan onderwijs), hield Elisabeth Meuleman een pleidooi voor luchtreinigers en had heel wat vragen voor minister Weyts. Loes Vandromme gaf nog wat meer informatie uit het project ‘luchtreiniging in de klas’, maar stelde dezelfde vragen.

Minister Weyts wist dat de eerste meetresultaten van het luchtreinigingproject van heel recente datum waren en nog beperkt. Hij wees op de complementariteit met het VITO-onderzoek, op basis waarvan hij zou bekijken welke verdere initiatieven genomen konden worden.

“Geen extra middelen, dus”, leidde vragensteller Meuleman daar meteen uit af (maar cf. infra) en ze ging dadelijk voort met haar pleidooi voor luchtreinigers, incl. meer middelen op korte termijn. Bij de ventilatiebudgetten wees Meuleman op het probleem dat die budgetten (voor infrastructuur) niet zomaar aangewend konden worden voor luchtreinigers, maar dat was volgens haar, tenminste indien de minister dat wilde, makkelijk oplosbaar. Al die luchtreinigings- en ventilatiekennis moest, zo redeneerde vragensteller Vandromme nadien, wel tot op de klasvloer gebracht worden. Ondersteuning voor de scholen dus, ook op financieel vlak.

Interveniënt Hannelore Goeman sloot zich daarbij aan en ook zij pleitte voor een structureel investeringsprogramma. Interveniënt Jan Laeremans idem dito: wat was de stand van zaken rond het VITO-onderzoek? Interveniënt Arnout Coel herhaalde, maar met nog wat meer (zelfs persoonlijke) details, het verhaal van de minister over de complementariteit van de diverse onderzoeken. Interveniënt Johan Danen ten slotte wees (waar schoolbestuurders op de trein ontmoeten al niet goed voor was, maar de NMBS had in mijn ervaring zeer regelmatig ook wel wat minder fraaie kanten, maar dat terzijde) op heel praktische problemen van ventilatie in (oude) schoolgebouwen, met name in de winter en al zeker bij het huidige energieprijzenpeil.

Minister Weyts keerde terug naar het begin van de repliek van vragensteller Meuleman en zei dat hij dat niet gezegd had. Dat klopte. Maar ook het wetenschappelijk onderzoek moest eerst voort zijn gang gaan. Het VITO-onderzoeksrapport zou niet te lang meer op zich laten wachten, dacht de minister. Er was heel wat mee gemoeid, en niet alleen geld, zo hoorden we niet voor het eerst. Idem over de effectiviteit (of beter, het gebrek daaraan) van allerlei apparaten op de markt. Over de vraag naar de aanwending van ventilatiemiddelen voor luchtreinigers hield de minister de lippen op elkaar, wat ook vragensteller Meuleman in haar slotwoord vaststelde. Ze bleef niet onverwacht kritisch voor de minister, ook wat de relatieve kostprijs van luchtreinigers betrof (tegen de achtergrond van schoolsluitingen). Vragensteller Vandrommes slotwoord ging eigenlijk op diezelfde mogelijke switch in de aanwending van de ventilatiebudgetten door, maar zij zag de finale uitkomst wat rooskleuriger in dan vragensteller Meuleman, zo kwam het mij voor tenminste. Afwachten maar.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio