Deze vergadering van de verenigde commissies voor Mobiliteit en Openbare Werken en voor Onderwijs was het resultaat van de actuele vragen over het thema in kwestie op 17 november 2021. De voorstellen van resolutie van drie oppositiepartijen werden toen verwezen naar deze vergadering en intussen hadden ook de meerderheidsfracties een eigen voorstel van resolutie ingediend. Weliswaar zonder publieke tekst ter zitting. Dat laatste gold ook voor de drie amendementen die de drie oppositiepartijen in kwestie op de meerderheidstekst geschreven hadden. De vergadering volgde een te verwachten stramien, maar toch graag enkele zaken op een rij.
De drie aanvankelijk geagendeerde voorstellen van resolutie kon je makkelijk nalezen in de parlementaire documenten. De toelichting van de respectieve inleiders bracht trouwens niets wat niet in die tekstvoorstellen stond. Dus nogmaals (cf. plenaire vergadering van 17 november 2021): de voorstellen van Groen, Vooruit en PVDA. Commissaris Marino Keulen leidde het voorstel van de meerderheidsfracties in. Dat er veel herhaald werd van de plenaire vergadering van 17 november 2021 lag voor de hand. Ik haal gewoon selectief enkele zaken uit de bespreking.
Jos D’Haese van de PVDA beweerde dat het essentiële verschil tussen de voorstellen van de oppositiefracties en dat van de meerderheid lag in een verschillend uitgangspunt: de eerste gingen uit van de noden van de betrokken leerlingen, het laatste van de beschikbare budgetten. Zijn oplossing was simpel: eerst nu (op korte termijn) meer bussen, meer chauffeurs en meer begeleiders, incl. het daarvoor nodige budget, desnoods tijdelijk. En nadíen pas wilde hij het debat aangaan over de toch wel talrijke en complexe aspecten van het hele verhaal. Nergens had hij van de meerderheid garanties gehoord op het respecteren van de mensenrechten die in deze kwestie dagelijks geschonden werden. Wat mij opviel in zijn diverse tussenkomsten was vooral het gebruik van de retorische figuur “herhaling” (tot op zinsniveau toe), dat tijdens zijn laatste tussenkomst om 11.53 u voor mij dermate irritant werd dat het beeld van de ware demagoog in de beste communistische c.q. fascistische traditie mij voor de geest kwam.
Nochtans had Koen Daniëls heel accuraat de concrete realiteit van deze complexe zaak toegelicht, met talrijke voorbeelden, maar die gleden van D’Haeses veren (een politiek talent, zo wordt gezegd) af als water van een eend. Bijvoorbeeld één leerling uit Daniëls’ regio (Waasland) met type 6 of 7 betekent dat die naar Gent of Antwerpen gebracht moet worden, met alle gevolgen voor de busritten, die dus ook nooit elk schooljaar dezelfde zijn. Bijvoorbeeld kinderen van gescheiden ouders met co-ouderschap hebben ook een wisselende impact op de busritten. Bijvoorbeeld de capaciteitsproblemen in type 3 betekenen dat een leerling niet naar de dichtstbijzijnde school kan, maar langer moet reizen. Bijvoorbeeld de wijziging in de verkeerssituatie van Gent had in het verleden allerlei complicaties voor de busritten tot gevolg. Bijvoorbeeld wijzigingen in de ophaaluren konden grote problemen betekenen voor bepaalde ouders. Bijvoorbeeld een leerling die op 20 minuten te voet woont van een geschikte school, kiest toch voor collectief busvervoer, die een rit van 1,5 uur betekent. Het ene buo-kind is niet het andere buo-kind. Het buo is een complexe zaak. Van die complexe realiteit kon geen abstractie gemaakt worden, aldus Daniëls, en gelijk had hij. Daarin overigens ook bijgestaan door diverse andere collega’s uit de meerderheid: Marino Keulen, Kathleen Krekels, Martine Fournier en Loes Vandromme. Die complexiteit bleek trouwens ook uit het evaluatierapport van de U Hasselt en de Thomas More Hogeschool over de pilootprojecten in Leuven-Heverlee en Roeselare-Hooglede-Ingelmunster-Izegem sinds 6 maart 2017. Voor de concrete manier waarop hun realiteitszin tot uiting komt, verwijs ik graag naar de ingediende meerderheidstekst zelf (cf. supra).
Hoewel Jos D’Haese op een bepaald moment zelf erkende dat dit dossier niet in oneliners te vatten was, deed hij zelf wel nét dát met zijn simplistisch meer bussen, meer chauffeurs, meer begeleiders, en meer budget.
Even was er nog een misverstand, toen Kathleen Krekels beweerde dat deze legislatuur 40 miljoen euro extra aan het leerlingenvervoer gegeven zou zijn. Het was de verdienste van D’Haese dan weer om erop te wijzen dat dat alleen maar het bedrag was dat minister Lydia Peeters vermeld had als wat nodig zou zijn om het leerlingenvervoer beter te regelen. Het sierde Krekels dat ze haar “verspreking” (nwvr: haar woord) toegaf en er zich zelfs voor verontschuldigde.
Roosmarijn Beckers had een punt, vond ik, toen ze de kritiek van Koen Daniëls en Stijn Bex als kinderachtig beoordeelde: die hadden er namelijk opgewezen dat de fractie van Beckers (Vlaams Belang) zelf (als enige) geen voorstel van resolutie ingediend had. Ik vond Beckers’ reactie even eenvoudig als relevant: haar fractie zou het Vooruit-voorstel steunen, dus had zij niet de behoefte om ook nog eens zelf een voorstel in te dienen. Tussen haakjes, misschien hadden die drie oppositiepartijen die wel elk een voorstel ingediend hadden, beter ook wat meer overlegd vooraf. De mate van herhaling bij vragen om uitleg en actuele vragen bijvoorbeeld in deze commissie is zo al erg genoeg…
Inzake de gewenste decretale verankering van de maximale reisduur nog even melden dat de Vooruit-fractie al op 29 september 2021 een voorstel van decreet ter zake ingediend had. Indiener Els Robeyns verwees er ook naar tijdens deze bespreking.
Ten slotte werden de drie amendementen van de drie oppositiepartijen weggestemd. Vlaams Belang stemde, zoals aangekondigd, mee vóór het voorstel van Vooruit. Maar zoals te verwachten, haalde alleen het voorstel van de meerderheid de nodige stemmen voor een goedkeuring. Door de online werkwijze was het eigenlijk onmogelijk om preciezer de stemverrichtingen te volgen, waarvoor mijn excuses.
Je kunt de video van de integrale vergadering bekijken. Het formele parlementaire verslag volgt later op de website van het Vlaams Parlement.
Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen.