2 februari 2023 – Aanwezigheid van 5-jarigen in kleuteronderwijs

Politiek werd de commissievergadering een heel stuk interessanter én belangrijker met deze drie vragen om uitleg… In het verleden heb ik zelf heel vaak in het kader van het dossier “modernisering secundair onderwijs” geschreven over het belang van kleuterparticipatie. Maar nu begint dat thema, met de Jean-Jacques De Guchts van deze wereld maar óók anderen, politiek duidelijk een ándere, specifieke wending te nemen, wat een “één-tegen-alleen” aan het worden is (cf. infra). Statistiek Vlaanderen had op 19 januari 2023 cijfers bekendgemaakt over het aantal 5-jarige kleuters in het Vlaamse kleuteronderwijs, waaruit bleek dat slechts 76 procent van hen in het schooljaar 2021-2022 voldoende aanwezig was om rechtstreeks toegelaten te worden tot het lager onderwijs. Er moest wel rekening gehouden worden met de coronacrisis en met de gewijzigde bepaling van “voldoende aanwezigheid”. Graag hierbij deze achtergrondinformatie en de cijfers zelf. Vanaf het begin van het schooljaar 2020-2021 was de leerplichtleeftijd verlaagd naar 5 jaar. Hoe las minister Weyts het wat en waarom van de recente aanwezigheidscijfers, wat met de stimulering van de ouderbetrokkenheid, met de controle op wie huisonderwijs volgde en met het aantal leerlingen dat op basis van afwezigheid in het kleuteronderwijs de toegang tot het lager onderwijs geweigerd was en het aantal dat via een toelating van de klassenraad toch kon starten in het lager onderwijs? Quid met demografische tendensen en regionale spreiding? Maar vooral ook (en die vraag kwam van de N-VA’er onder de vragenstellers, Kathleen Krekels): wat vond de minister van een verdere verlaging van de leerplichtleeftijd als middel om de aanwezigheden terug op te trekken?

Terecht beschreef minister Weyts de complexiteit van de situatie en bepleitte voorzichtigheid om uit de cijfers grote conclusies te trekken, net vanwege de intussen verhoogde norm voor “voldoende aanwezigheid” en de coronacrisis. Maar de redenen achter de cijfers, ook inzake de corona-impact en eventuele demografische tendensen, moesten ook nog voort onderzocht worden, aldus de minister, die die analyseopdracht al gegeven had. Alweer een terechte houding, leek mij. De minister nam uiteraard ook de gelegenheid te baat om uitvoerig uit te leggen hoe kleuterparticipatie al gestimuleerd werd. Dat oogde alvast niet slecht. De minister beëindigde de eerste ronde met enkele bijkomende, interessante cijfers: van de in 2021-2022 ingeschreven 5-jarige kleuters bleef in 2022-2023 5,2 procent zitten in de derde kleuterklas, maar er was daarbij een groot verschil tussen hen die onvoldoende aanwezig (12 procent) en hen die voldoende aanwezig (3 procent) geweest waren. De minister kon de redenen waarom een klassenraad toch toegang verleende niet kennen wegens geen rapporteringsplicht daarover bij de scholen.

Alle politici waren het er zowat over eens dat het best kleuters zoveel mogelijk naar de kleuterschool zouden gaan. Met ook bijzondere aandacht voor het (beperkte) groepje van een goede 3 procent, dat zelfs als de gewettigde afwezigheden werden meegeteld, nog niet voldoende aanwezig was om in aanmerking te komen voor de schooltoeslag (N.B. daarvoor geldt een andere norm dan voor de doorstroom naar het eerste leerjaar van de lagere school). In de replieken en tussenkomsten werden voorts nog wat linken gelegd naar de sociaal-economische status, het leren van Nederlands, de Vlaamse toetsen later en de resultaten op de KOALA-test. Kon de onderwijsadministratie tegen mei of juni haar grondige onderzoekswerk in de Onderwijscommissie komen presenteren en bespreken, was nog de vraag van interveniënt Jan Laeremans.

Maar dan kwam stilaan de kat op de koord:

  • in zijn eerste ronde had minister Weyts met géén woord gerept over de vraag rond de verdere verlaging van de leerplichtleeftijd van zijn partijgenote Krekels;
  • na de replieken van de vragenstellers herinnerde interveniënt Gwendolyn Rutten daaraan wél… uiteraard, en ze stelde zo’n verlaging zelfs voor als “… de grond van de zaak, het goed aanpakken van die dingen, moet toch via een verlaging van de leerplicht.”; nam de minister daarrond een initiatief?;
  • na eerst nog heel wat herhaling ging de minister in zijn tweede ronde uitdrukkelijk door op de federale actie die voor zo’n verlaging nodig was, maar sterker nog, hijzelf betrok als eerste ook een grondwetsherziening bij de zaak (N.B. Die is niet nodig voor een verlaging van de leerplichtleeftijd!), waarmee hij lacherig voor een open doel zorgde waarin anderen maar al te graag de bal wilden binnenkoppen… zo werd meteen de wens om de leerplichtleeftijd te verlagen verlegd naar waar het sommigen écht om te doen was, namelijk: een herziening van artikel 24 van de Grondwet tout court…, zij het dat het voor de minister zelf wellicht nog veel belangrijker was dat álle grondwetsartikelen voor herziening vatbaar verklaard zouden worden dan die specifieke herziening van het onderwijsgrondwetsartikel waar anderen zo op aasden, een bekende kwestie die Hannelore Goeman in haar slotwoord expliciteerde; maar toen ik nadien zijn partijgenote Krekels in haar slotwoord hoorde (“Het is heel belangrijk dat we de Grondwet, en zeker [nwvr: mijn cursivering] artikel 24, voor ons hele onderwijs nader kunnen bekijken.”), kon ik toch niet anders besluiten dan dat deze hele kwestie een ware “één (cd&v)-tegen-allen” geworden was…;
  • de geïsoleerde positie van Loes Vandromme deed me met veel dankbaarheid terugdenken aan die occasionele witte raaf in mijn studentengroepen destijds die het waagde op een van mijn doordeweekse vragen zus te antwoorden, terwijl alle andere studenten in de groep zo antwoordden…; en die witte raaf had het toch wel bij het rechte eind zeker…

Tot slot: als men nu nog niet eens in staat was om leerplichtige 5-jarigen voldoende op school te krijgen [nwvr: helemaal aan het eind van haar slotwoord toonde Kathleen Krekels toch ook weer wat meer zin voor realisme op dat vlak], wat zou zo’n leerverplichting voor 2,5(of 3)-jarigen à la façon de Jean-Jacques De Gucht et al. dan uithalen? Rare redenering toch…

P.S. In de tijd toen de aimabele Kris Van Dijck nog de enige niet-stemgerechtigde onderwijscommissaris was van zijn partij, heb ik zulke zaken nooit gehoord. Het kan verkeren…

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio