Tot slot van de commissievergadering een opvolgingsvraag van Johan Danen. Inderdaad, het thema in kwestie was voorwerp geweest van actuele vragen op 2 februari 2022 en op 9 februari 2022. De media hadden er frequent en uitvoerig over bericht. Was er dan nu al een nieuw element in het geding, vroeg ik me af. Intussen had ik ook een blog gelezen van de Leuvense rector Luc Sels. Vragensteller Danen schetste nog eens de kern van de zaak, zoals het in die mediaberichten aan de hand van concrete getuigenissen gestaan had. Dat was alvast niet nieuw. Danen wees op de genderongelijkheid in de academische wereld. Een probleem inderdaad, maar evenmin nieuw. Als verruiming van het thema was het wél relevant. Danen had vragen over de evaluatie van het Charter Grensoverschrijdend Gedrag (van 2018) door de Vlaamse universiteitsrectoren in het VLIR-verband. Wanneer zou die evaluatie klaar zijn? Opnieuw daarbij ook de vraag (cf. de bovenvermelde actuele vragen) naar een centraal, universiteitsextern meldpunt. Zou er ook een externe evaluatie komen? Wat met de hogescholen? En ten slotte (cf. verruiming van het thema): plande minister Weyts verdere initiatieven om te werken aan de gendergelijkheid in het Vlaamse hogeronderwijslandschap en in te zetten op een cultuur waar grensoverschrijdend gedrag geen plaats meer zou hebben?
Gelet op de heel recente, vorige bespreking kon de minister kort antwoorden. De bedoelde evaluatie had hij al meer dan een jaar geleden aan VLIR én VLHORA gevraagd. Daarnaast had hij een parallelle vraag gesteld aan het regeringscommissariaat hoger onderwijs. Het rapport van VLIR en VLHORA (met ook betrokkenheid van VVS) zou eind maart klaar zijn. Samen met het rapport van de regeringscommissarissen zou dan later het gesprek gevoerd kunnen worden met het oog op eventuele ingrepen. Drie elementen speelden daarbij: wat met meldpunten, terugkoppeling naar wie een klacht indiende en wat met de realisatie van een cultuuromslag?
In zijn repliek betrok vragensteller Danen een recentere bron, namelijk: het jaarverslag van de Genderkamer van de Vlaamse Ombudsdienst. Hij verlegde daarmee de aandacht naar ook andere onderwijsniveaus dan alleen het hoger onderwijs. De terugkoppeling naar de indiener van een klacht beaamde Danen ook als belangrijk, want daar liep het soms echt verkeerd.
Drie interveniënten namen nog het woord (Hannelore Goeman, Brecht Warnez en Koen Daniëls). Vooral met veel bevestiging van wat Danen al gezegd had, inclusief een pleidooi voor een centraal meldpunt. De eerste twee iets explicieter, de laatste misschien iets voorwaardelijker. Maar eigenlijk kwamen de drie tussenkomsten zo ongeveer toch op hetzelfde neer. Warnez en Daniëls verwezen wel nog expliciet naar de houding van de rectoren: de eerste had duidelijkere taal van hen verwacht, de laatste vond dat de gang van zaken voor sommigen onder hen wel wat confronterend kon zijn, gelet op hun opgestoken vingertje op andere momenten. Ik wist niet wat hij precies bedoelde, maar dat terzijde.
Minister Weyts oordeelde dat de problematiek in het leerplichtonderwijs van een heel andere orde was, maar verwees daarbij wel naar de situatie in een van zijn andere beleidsdomeinen, nl. Sport. Daarin liep Vlaanderen voorop. Voor het hoger onderwijs wachtte hij de rapporten af en benadrukte dat er bij de rectoren zeker geen weigering was om mee te werken. Vragensteller Danen besloot met het verzoek om ook aan de zgn. nazorg de nodige aandacht te besteden bij de aanpak van grensoverschrijdend gedrag.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de evaluatie van het Charter Grensoverschrijdend Gedrag aan de hogescholen en universiteiten en het instellen van een centraal meldpunt van Johan Danen” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen