De VDAB (beleidsdomein Werk dus) besliste onlangs om “leraar secundair onderwijs” tout court op te nemen in de lijst van knelpuntberoepen, nadat dat al eerder het geval was voor slechts bepaalde vakken in het secundair onderwijs en ook voor de “leraar kleuteronderwijs” en de “leraar lager onderwijs”. Een plaats op die lijst impliceerde een aantal voordelen voor wie de lerarenopleiding in kwestie volgde. Anderzijds was er de bestaande regeling binnen het beleidsdomein Onderwijs inzake mee te nemen anciënniteit op basis van voorgaande banen buiten het onderwijs, weliswaar beperkt tot een bepaald aantal jaren en tot bepaalde knelpuntvakken. Drie vragenstellers hadden vragen over hoe minister Weyts actie zou ondernemen na die VDAB-aanpassing, maar ook over niet- ingevulde lesuren, over minder examens voor leerlingen, over de blijkbaar niet zo zichtbare onderwijsambassadeur… zeg maar, over de impact van het lerarentekort (jawel…) op het leerrecht van leerlingen.
Minister Weyts had aan zijn administratie de opdracht gegeven om na te gaan welke vakken en ambten eventueel ook nog zouden kunnen worden opgenomen in de knelpuntenlijst (binnen Onderwijs dus). Maar dat was voorwerp van volgende begrotingsbesprekingen (met andere woorden: 2024). De onderwijsambassadeur deed volgens de minister wél heel veel schoolbezoeken. Voor de examenproblematiek legde de minister nog eens de bestaande regelgeving ter zake uit.
Dat relatief korte antwoord was niet zo echt naar de zin van de vragenstellers. Men wilde concretere informatie, maar de minister bleef op de vlakte. En over het al of niet beschikbaar zijn van cijfers over deze of gene onderwijsaangelegenheden ontspon zich een interessant gesprek tussen vragensteller Vandromme en de minister: ten behoeve van het Vlaamse onderwijsbeleid in het algemeen en van een intern kwaliteitsontwikkelingsbeleid in een school in het bijzonder blijft een werkbaar evenwicht tussen informatiegaring allerhande én de concrete onderwijspraktijk een moeilijke aangelegenheid, die overigens voortdurend in deze commissie direct of indirect aan bod komt…
Maar nóg moeilijker dan dat evenwicht: het lerarentekort, si certo! Inderdaad, niet zomaar iedereen kan “voor de klas staan” (nwvr: hoewel ik zelf als voormalig leraar die omschrijving van mijn werk nooit gebruikte…). Dat vergt een degelijke opleiding, zeker, maar ook redelijke arbeidsomstandigheden voor en dito verwachtingen aan de leraar in functie ná de initiële opleiding: misschien schort er ook iets aan die arbeidsomstandigheden én verwachtingen, zegt mijn buikgevoel, naast wellicht nog andere complicaties, die allemaal samen ervoor gezorgd hebben dat we nu met dat lerarentekort opgescheept zitten.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de erkenning van het beroep van leerkracht secundair onderwijs als knelpuntberoep van Elisabeth Meuleman, over de opname van het beroep van leraar secundair onderwijs op de knelpuntberoepenlijst van Loes Vandromme en over het knelpuntberoep leerkracht secundair onderwijs van Steve Vandenberghe” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen