Deze fiche biedt inspiratie voor een lessenreeks met lesdoelen in functie van leerplandoel 6 ‘De leerlingen geven voorbeelden van oorzaken en gevolgen van het versterkt broeikaseffect’ (in focus) met ondersteuning van leerplandoel 10 ‘De leerlingen zetten geografische hulpbronnen met inbegrip van GIS – viewers functioneel in’.
In het kader van de lessen Maatschappelijke Vorming (MaVo) wordt in scholen vaak rond dit thema gewerkt. Deze inspiratiefiche wil suggesties aanreiken om jouw uitgewerkte materiaal aan te vullen of te herwerken in functie van het realiseren van de leerplandoelen uit het leerplan Maatschappelijke Vorming.
Daarnaast is deze lesfiche ook gevoed door de verschillende bouwstenen van effectieve lessen – zoals het creëren van betekenisvolle leercontexten, het activeren van voorkennis, het stimuleren van reflectie en het bevorderen van transfer — vormen een belangrijke inspiratiebron voor de didactische aanpak binnen deze fiche.
Beginfase van de lessenreeks: voorkennis ophalen en verklaren moeilijke begrippen
Voor aanvang is het noodzakelijk om begrippen vast te zetten, lesdoelen af te bakenen en te expliciteren en op te halen wat de leerlingen al weten over dit onderwerp.
Bij deze lessuggestie kan je als leraar kiezen om de les te starten met een tekening die je kan inzetten als braindump of bordschema. Deze tekening kunnen de leerlingen dan aanvullen met hetgeen ze reeds weten. Door te tekenen, combineren de leerlingen woorden en beelden. Daardoor slaan ze de informatie op twee manieren op. Daardoor kunnen de leerlingen de informatie later op twee manieren oproepen uit het geheugen. Bovendien selecteer en orden je als leraar de belangrijkste elementen waardoor de leerlingen ze gemakkelijker onthouden.
In het middenfase van de les verduidelijk je als leraar de nodige begrippen. Je geeft een heldere en gestructureerde instructie.
Om het natuurlijk broeikaseffect toe te lichten kan je hier als leraar de aarde voorstellen als een kas of serre in een tuin. De zon schijnt op de aarde en verwarmt haar. Een deel van die warmte wordt weer terug de ruimte in gestuurd. Maar… in de atmosfeer zitten broeikasgassen zoals koolstofdioxide (CO₂), methaan (CH₄) en waterdamp (H₂O). Die gassen houden een deel van die warmte vast, net zoals het glas van een serre de warmte binnenhoudt.
Zonder het natuurlijk broeikaseffect zou het op aarde veel te koud zijn om te leven.
Vervolgens ga je begeleid aftoetsen wat het versterkt broeikaseffect is en wat de oorzaken zijn van een versterkt broeikaseffect. Gebruik daarbij herkenbare voorbeelden uit hun leefwereld en maak eventueel gebruik van verhelderend beeld.
Vervolgens kan je samen aftoetsen wat de gevolgen zijn van een versterkt broeikaseffect. Zorg ervoor dat het tastbaar en visueel wordt voor de leerlingen.
Simuleer dit met een bak water, ijs en een eilandje van klei.
In deze opdracht kunnen de leerlingen aan de slag gaan met een GIS-viewer om het versterkt broeikaseffect te onderzoeken.
De leerlingen kiezen een regio die herkenbaar is voor hen. De eigen woonplaats of een regio die herkenbaar is voor hen. Hierna kunnen ze de verschillende kaartlagen bekijken, observaties noteren, oorzaken en gevolgen beschrijven en nadenken over de mogelijke oplossingen.
Geopunt Vlaanderen is een gebruiksvriendelijke GIS-viewer waarmee je geografische informatie kunt bekijken en analyseren.
Ga zeker ook een stapje verder en laat de leerlingen nadenken over mogelijke oplossingen. Wat kunnen de leerlingen zelf doen om het versterkt broeikaseffect te beperken?
Laat hen nadenken over hun eigen gedrag:
Vervolgens zou je hier een link kunnen maken naar leerplandoel 17 ‘De leerlingen gebruiken de concepten rendement, vermogen en warmte om energieomzettingen in systemen te beschrijven’ waarbij je de leerlingen duurzaam laat omgaan met energieverbruik om het versterkt broeikaseffect te beperken. Je zou hen bijvoorbeeld het energieverbruik van een gloeilamp met een LED-lamp laten vergelijken en het verschil in CO₂-uitstoot laten berekenen.
In de eindfase evalueer je het effect van jouw les aan de hand van de vooraf geëxpliceerde lesdoelen. Koppel terug naar de beginfase. Hier zou je bijvoorbeeld de leerlingen de opdracht kunnen geven om voor 1 lesdoel een toetsvraag te formuleren. Koppel hier eventueel ook terug naar jouw tekening die je bij aanvang opstelde om de voorkennis op te halen.