Wat is het doel van het lerarenplatform? Wie kan eraan deelnemen? Welke personeelsleden kun je aanstellen en wat is hun statuut?
Een groot percentage van de jonge leraren stapt binnen de vijf jaar uit het onderwijs. Een van de belangrijkste oorzaken hiervan is de te grote werkonzekerheid.
Het doel van het lerarenplatform, een initiatief dat loopt over drie schooljaren: 2021-2022, 2022-2023 en 2023-2024, is tweeledig. Enerzijds wil het jonge leraren een beter loopbaanperspectief bieden. De leden van het platform krijgen immers telkens werkzekerheid vanaf 1 september tot 30 juni. Anderzijds zullen de scholen door het lerarenplatform ook sneller afwezige leraren kunnen vervangen.
Alle scholen van het gewoon en buitengewoon basisonderwijs kunnen deelnemen aan het lerarenplatform.
Scholen die willen deelnemen, overleggen in het bevoegd lokaal comité - het LOC / de ondernemingsraad voor scholen die niet tot een scholengemeenschap behoren of het OCSG voor scholen binnen een scholengemeenschap - over:
Katholiek Onderwijs Vlaanderen ontwikkelde hiervoor een model van afsprakennota waarin je de gemaakte afspraken kunt vastleggen.
Deelname aan het lerarenplatform is pas mogelijk als scholen deel uitmaken van een samenwerkingsplatform. Dat platform kan bestaan uit:
Dit samenwerkingsplatform is niet noodzakelijk hetzelfde platform als het platform voor de vervanging van korte afwezigheden.
Alle deelnemende scholen ontvangen een dienstbrief met het toegekende aantal lestijden voor de aanstelling van leerkrachten in het lerarenplatform.
De berekening gebeurt als volgt: (totale aantal lestijden) x 0,0320597 (schooljaar 2023-2024)
Totale aantal lestijden = lestijden vorig schooljaar volgens de schalen + SES-lestijden + additionele lestijden + GOK-uren bubao + aanvullende lestijden godsdienst
Het berekende aantal wordt wiskundig afgerond op schoolniveau (en dus niet op het niveau van het samenwerkingsplatform).
De lestijden voor het lerarenplatform worden samengelegd op het niveau van het samenwerkingsplatform. Deze lestijden kun je niet overdragen naar het volgende schooljaar of een ander samenwerkingsplatform.
De scholen selecteren zelf de leden van het lerarenplatform. Een aanstelling is alleen mogelijk in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel. Het personeelslid krijgt een aanstelling die ten vroegste aanvangt op 1 september en uiterlijk eindigt op 30 juni. Je kunt de aanstelling administratief spreiden over meerdere scholen.
Een lid van het lerarenplatform moet op 1 september voor ten minste een halftijdse opdracht aangesteld worden in de scholen die deel uitmaken van het samenwerkingsplatform. De halftijdse opdracht kan bestaan uit lestijden voor het lerarenplatform én uit andere lestijden. Bij wijzigingen in de loop van het schooljaar vervalt deze voorwaarde.
Voorbeelden
Een onderwijzer heeft een aanstelling van 4/24 volgens het gewone lestijdenpakket in school A van het samenwerkingsplatform. Het personeelslid kan een aanvulling krijgen van 8/24 in het lerarenplatform. Deze aanstelling in het lerarenplatform gebeurt in school B van het lerarenplatform.
Een samenwerkingsplatform in het basisonderwijs heeft recht op 104 lestijden voor het lerarenplatform. Een constructie waarbij 4 personeelsleden elk een voltijdse aanstelling 24/24 krijgen, aangevuld met 8/24 voor een vijfde personeelslid is enkel mogelijk als dit laatste personeelslid ook een aanstelling heeft van minstens 4/24 binnen het gewone lestijdenpakket. Anders heeft het vijfde personeelslid immers geen halftijdse opdracht.
Een personeelslid is aangesteld voor 22/22 in het lerarenplatform. Op 1 januari 2021 krijgt het personeelslid een vaste benoeming voor 8/22 in een andere betrekking. Het personeelslid behoudt zijn aanstelling in het lerarenplatform voor 14/22. Er kan nu een ander personeelslid opgenomen worden in het lerarenplatform voor 8/22, de voorwaarde om minstens halftijds aangesteld te worden geldt in dit geval niet meer.
Katholiek Onderwijs Vlaanderen voorziet een modelcontract voor leden van het lerarenplatform. We voorzien ruimte voor de afspraken rond inzetbaarheid. Het is mogelijk om de inzetbaarheid van personeelsleden met een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs individueel vast te leggen.
De aanstelling van een personeelslid in het lerarenplatform is altijd een tijdelijke aanstelling. Je kunt ook vastbenoemden aanstellen via een verlof TAO en zo een startende leerkracht meteen een vaste opdracht aanbieden. De expertise van de ervaren leerkracht kun je zeker gebruiken tussen twee reguliere vervangingen door.
Een personeelslid met recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) kan ook in het lerarenplatform zijn voorrangsrecht laten gelden, aangezien alle bepalingen van het Decreet Rechtspositie voor tijdelijken van toepassing zijn.
De voorrang geldt enkel als je ervoor kiest om betrekkingen in te richten waarvoor het personeelslid voorrangsrechten heeft. Omgekeerd is het niet zo dat een samenwerkingsplatform een betrekking moet inrichten voor alle TADD’ers.
Voorbeelden
Een scholengemeenschap in het basisonderwijs kan op basis van het lestijdenpakket op 1 september geen betrekking inrichten voor 3 TADD’ers binnen het ambt kleuteronderwijzer. De scholengemeenschap heeft beslist om 4 voltijdse equivalenten voor kleuteronderwijzers in te richten binnen het totale contingent van 204 lestijden in het lerarenplatform. De scholengemeenschap dient de betrekkingen in het lerarenplatform eerst aan te bieden aan de TADD’ers. Als de 3 TADD’ers een voltijdse betrekking aanvaarden, kan er nog 1 TABD’er voltijds aangesteld worden (of 2 TABD’ers halftijds).
Een scholengemeenschap in het basisonderwijs kan op basis van het lestijdenpakket geen betrekking aanbieden aan 4 TADD’ers in het ambt onderwijzer. Het samenwerkingsplatform wenst 3 voltijdse equivalenten in het ambt onderwijzer aan te stellen binnen het lerarenplatform. Het schoolbestuur van de school waar de betrekking in het lerarenplatform wordt ingericht krijgt de keuze welke 3 TADD’ers een betrekking aangeboden krijgen.
Als een TADD’er een betrekking in het lerarenplatform niet aanvaardt, dan behoudt hij wel zijn voorrangsrecht bij elke toekomstige vervangingsopdracht.
Voorbeeld
Een lerarenplatform bevat één kleuteronderwijzer. De enige TADD’er zonder aanstelling op 1 september besliste om de betrekking te weigeren waardoor een TABD’er toegevoegd is aan het lerarenplatform. De school dient alsnog elke vervanging binnen het ambt van kleuteronderwijzer aan te bieden aan de TADD’er, ook al voert de kleuteronderwijzer in het lerarenplatform op dat moment geen reguliere vervanging uit. Als de TADD’er de interim aanvaardt, dan blijft het lid van het lerarenplatform taken uitvoeren voor het wegwerken van de leerachterstand en komt deze periode niet in aanmerking bij de berekening van het inzetbaarheidspercentage.
Een betrekking in het lerarenplatform komt niet in aanmerking voor vacantverklaring en vaste benoeming. Ook affectatie, mutatie, reaffectatie of wedertewerkstelling zijn niet mogelijk in betrekkingen binnen het lerarenplatform.
Als de bevoegde reaffectatiecommissie geen reaffectatie of wedertewerkstelling gevonden heeft voor een personeelslid, dan wordt het personeelslid een niet-organieke betrekking toegewezen. Het personeelslid is evenwel verplicht om elke vervanging in de loop van het schooljaar op te nemen. Het personeelslid kan dus niet gereaffecteerd worden in het lerarenplatform maar komt wel prioritair in aanmerking om te vervangen. Dit is vanzelfsprekend nadelig bij de berekening van het inzetbaarheidspercentage. Merk op dat een personeelslid in een niet-organieke betrekking wel een TAO kan nemen naar het lerarenplatform, zodat de periodes van vervangingen wel meegeteld worden bij de berekening van het inzetbaarheidspercentage.
Als een personeelslid een lopende vervanging uitvoert op 1 september, kan het samenwerkingsplatform hem een betrekking aanbieden in het lerarenplatform, op voorwaarde dat de voorrangsregels gerespecteerd worden.
Het personeelslid dient in dat geval zelf ontslag te geven uit de initiële vervangopdracht. Nadien kan het de lopende vervanging voortzetten vanuit het lerarenplatform of worden gevraagd om een andere vervangopdracht op te nemen.
Voorbeeld
Een kleuteronderwijzer met recht op TADD neemt op 1 september een vervanging op voor een vastbenoemd personeelslid in bevallingsverlof tot 15 december. Op 1 september stapt de TADD’er in het lerarenplatform en neemt hiervoor ontslag uit de tijdelijke betrekking op 31 augustus. De periode van 1 september tot 15 december telt mee bij de berekening van het inzetbaarheidspercentage.
Het is niet verplicht om bij elke vervanging een lid van het lerarenplatform in te schakelen. Een reguliere vervanging kan (en moet zelfs in bepaalde gevallen) opgenomen worden door een personeelslid buiten het lerarenplatform. Deze vervanging zal logischerwijs niet meegeteld worden bij de berekening van het inzetbaarheidspercentage.
Een lid van het lerarenplatform is verplicht om elke vervanging op te nemen waarvoor het een vereist bekwaamheidsbewijs (VE) bezit. Een vervanging van een betrekking waarvoor het een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs (VO) heeft, kan het weigeren. Als het lid van het lerarenplatform beslist om de vervanging met een VO op te nemen, dan telt deze periode mee bij de berekening van het inzetbaarheidspercentage.
Wanneer in het basisonderwijs een personeelslid uit het lerarenplatform wordt ingezet voor een vervanging van een korte afwezigheid (VKA), dan kan dit alleen volgens de geldende regels met betrekking tot de toegelaten volumes van aanstelling in een VKA. Aangezien een VKA-aanstelling enkel kan gebeuren voor een halftijdse of voltijdse opdracht, moet het personeelslid in het lerarenplatform in dat geval beschikbaar zijn voor een halftijdse of voltijdse opdracht.
Het schoolbestuur is echter niet verplicht om de vervangingseenheden voor korte afwezigheden in te zetten in het lerarenplatform en kan een personeelslid buiten het lerarenplatform aanstellen via dit systeem.
Het personeelslid verwerft anciënniteit in het ambt binnen het schoolbestuur en desgevallend in de betrokken scholengemeenschap waar het is aangesteld binnen het lerarenplatform, ook als het een vervanging uitoefent in een ander ambt, andere school of scholengemeenschap.
Voorbeelden
Een onderwijzer heeft een aanstelling van 24/24 in het lerarenplatform en is geaffecteerd aan school 1 van het samenwerkingsplatform desgevallend ook de scholengemeenschap. Het personeelslid neemt een vervanging op van 1 september tot en met 30 november in school 1 en van 7 januari tot en met 30 juni in school 2 van dezelfde scholengemeenschap weliswaar 2 verschillende schoolbesturen. Tijdens de tussenliggende periode fungeert het personeelslid als co-teacher in school 1. Het personeelslid verwerft 303 dagen dienstanciënniteit in het kader van TADD in de scholengemeenschap en 360 dagen anciënniteit in het kader van vaste benoeming bij het schoolbestuur van school 1. Bij het schoolbestuur van school 2 bouwt dit personeelslid geen anciënniteit op in het kader van vaste benoeming gezien de affectatie aan school 1 (ander bestuur).
Een leermeester lichamelijke opvoeding heeft een aanstelling van 12/24 uit het lestijdenpakket vanaf 1 september en een aanstelling van 12/24 in het lerarenplatform vanaf 1 september, telkens in school X. School X behoort niet tot een scholengemeenschap maar is onderdeel van een samenwerkingsplatform bestaande uit alle scholen van scholengemeenschap A én school X. Hij verwerft sowieso 303 dagen anciënniteit in het kader van TADD en 360 dagen anciënniteit in het kader van (onder meer) vaste benoeming bij het schoolbestuur van school X. Hij verwerft geen rechten in scholengemeenschap A, ook al heeft hij hier mogelijks vervangingen opgenomen in de loop van het schooljaar.
Een personeelslid in het lerarenplatform kan een dienstonderbreking opnemen, op voorwaarde dat voldaan is aan de desbetreffende reglementering.
Het personeelslid in het lerarenplatform dat een dienstonderbreking opneemt kan worden vervangen in het lerarenplatform, op voorwaarde dat deze afwezigheid in aanmerking komt voor reguliere vervanging. Tijdens de vervanging wordt het nieuwe personeelslid dat is aangesteld in het lerarenplatform, zelf ook ingezet in reguliere vervangingen
Een personeelslid aangesteld in het lerarenplatform wordt ingezet voor reguliere vervangingen van minder dan een schooljaar in wervingsambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel zoals daar zijn:
Wanneer er geen vervangingsopdrachten zijn, kan het personeelslid dat aangesteld is in het lerarenplatform taken vervullen voor het wegwerken van de leerachterstand. Dat kan co-teaching zijn, occasioneel lesgeven, peer-learning … Ook het opnemen van niet-reguliere vervangingen, valt hieronder.
Voor een lid van het lerarenplatform worden alle verplaatsingen naar de deelnemende scholen van het lerarenplatform beschouwd als woon-werkverkeer en niet als dienstverplaatsingen. Dit heeft als gevolg dat er geen onkostenvergoeding wordt ingebracht voor de verplaatsingen met de eigen wagen, maar wel voor het openbaar vervoer en/of fietsverplaatsingen.
Het samenwerkingsplatform dient een inzetbaarheidspercentage van 80 % te bereiken. Het inzetbaarheidspercentage is de verhouding tussen de totale duur van de uitgeoefende reguliere vervangingen en de totale duur van de aanstelling. Meer informatie hierover vind je terug in punt 7, omzendbrief Bao/2018/01, Lerarenplatform in het basisonderwijs.
Dit percentage wordt berekend op het niveau van het samenwerkingsplatform en dus niet per personeelslid dat is aangesteld in het lerarenplatform. De maanden juli en augustus tellen niet mee.
Het inzetbaarheidspercentage van je samenwerkingsplatform, kun je raadplegen via Mijn Onderwijs.
Als het inzetbaarheidspercentage lager ligt dan 80 %, dan zal dit verschil verrekend worden bij de bepaling van de middelen lerarenplatform in het daaropvolgende schooljaar.