De digitale revolutie van de laatste decennia houdt jammer genoeg ook risico's in. Hoe kunnen we onze jongeren preventief wapenen tegen cyberpesten? Laat leerlingen zelf een bewustmakingscampagne creëren. Zo werk je aan verschillende leerplandoelen van het Gemeenschappelijk funderend leerplan.
De aanpak van cyberpesten kadert in een tweeledig schoolbeleid:
Het beleid is erop gericht leerlingen een veilige en respectvolle digitale leeromgeving te bieden en het gehele schoolteam te voorzien van duidelijke handelingskaders.
Op de PRO.-pagina van Katholiek Onderwijs Vlaanderen vind je in het vademecum zorg en kansen meer informatie over pesten en de aanpak van pesten op school.
We maken hier een uitdrukkelijke keuze om aan de slag te gaan met Mediawijs. Mediawijs functioneert als een kenniscentrum dat nauw samenwerkt met een netwerk van academici en onderzoekers van diverse Belgische universiteiten, waaronder de Universiteit Antwerpen en de KU Leuven. Deze samenwerkingen zorgen ervoor dat de inhoud van Mediawijs, inclusief de flow, voortdurend wordt getoetst aan de meest recente wetenschappelijke inzichten over mediagebruik, cyberpesten en digitale geletterdheid.
De focus ligt in dit (project-)voorstel op het aanleren van digitale vaardigheden in een functionele context. Specifiek gaat het om de emotionele en psychologische impact van sociale media en de risico's van cyberpesten. Leerlingen leren hoe ze op een respectvolle manier digitaal kunnen omgaan met anderen en hun eigen digitale identiteit kunnen beheren. De aanpak richt zich op de preventie van cyberpesten door middel van een leerling-gecentreerde aanpak.
Wannneer het om een interventiestrategie zou gaan, kan de aanpak concreet worden vormgegeven met de stappen zoals beschreven in het Mediawijs-stappenplan. De school kan hiervoor het protocol hanteren zoals omschreven in de Eerste Hulp Bij Cyberpesten flow. Dit stappenplan biedt (zorg)leerkrachten een duidelijke leidraad om na een melding van een incident over te gaan tot een gepaste interventie, inclusief gesprekken met de betrokkenen, inschatting van de ernst en de nodige nazorg.
De tips hierna zijn een samenvatting van de uitgebreide informatie die je kan vinden op de officiële website van Mediawijs, met name in de sectie die gericht is op cyberpesten:
Andere mogelijke bronnen rond preventie zijn:
Het overkoepelende thema is cyberpesten. Het is een relevant onderwerp, omdat digitale media een sterke invloed hebben op de persoonsvorming van jongeren en zowel kansen als bedreigingen kunnen bieden. Leerlingen worden gestimuleerd om op een respectvolle manier om te gaan met de ethische, sociale en digitale regels die van toepassing zijn.
Het thema sluit mooi ook aan bij de ontwikkelingsschaal BP2 (begeleidingsprincipes) waarin sinds september 2025 ook expliciet melding wordt gemaakt van antipestbeleid: “Het schoolteam gaat positief om met diversiteit. Het realiseert consequent een doeltreffend antipestbeleid en een beleid tegen grensoverschrijdend gedrag.”
Dit initiatief richt zich in eerste instantie op leerlingen in de eerste en tweede graad, omdat zij niet enkel in de pre-puberteit, maar ook in de puberteit kwetsbaar zijn en sterk in contact komen met digitale media. Het is essentieel om hen in deze fase te begeleiden bij hun digitale identiteitsvorming.
Aangezien er bij het onderstaande voorstel ook bronnen moeten geraadpleegd worden en er iets gecreëerd moet worden, kunnen ook volgende leerplandoelen in de kijker geplaatst worden:
Activiteit: creëren van een bewustmakingscampagne
De leerlingen werken in teams een project uit om een bewustmakingscampagne over cyberpesten te creëren. Dit kan de volgende stappen omvatten:
De leerlingen kunnen bij het maken van hun bewustmakingscampagne zowel voor het eindproduct als voor het proces geëvalueerd worden. Dat kan door de leraren, maar ook (al dan niet deels) door de medeleerlingen gebeuren. De mogelijkheid bestaat om dat via een gestructureerd klasgesprek te doen waarbij er wordt op toe gezien dat alle leerlingen aan bod komen. Het kan uiteraard ook met een eerder traditionele evaluatiemethode die zoals hieronder wordt weergegeven bijvoorbeeld uitgebreid uiteenvalt in zes delen. Deze methode sluit binnen het globaal evaluatiebeleid van de school best nauw aan bij de evaluaties van andere gelijkaardige (groeps-)opdrachten die de leerlingen moeten maken in het kader van projecten of vakken.