We inspireren om aan de minimale verwachting van het leerplandoel te voldoen, waarbij leerlingen gevraagd worden om persoonlijkheid te analyseren aan de hand van persoonlijkheidstheorieën.
We werken met het begrip persoonlijkheid. Het leerplandoel geef je de keuze in welke focus (elementen, aspecten, trekken, ...) van persoonlijkheid je in de analyse betrekt. Leerlingen kennen het begrip persoonlijkheid reeds uit de 2de graad. Rekening houdend met deze beginsituatie kan je informeren bij de collega's uit de 2de graad hoe persoonlijkheid er benaderd werd.
Leerlingen zullen minstens twee persoonlijkheidstheorieën betrekken bij het analyseren van persoonlijkheid. Deze theorieën bepaal je waarschijnlijk door de focus die je wil leggen:
Analyseren wordt in het glossarium omschreven als het zoeken van verbanden tussen gegeven data en een (eigen) besluit trekken. Deze omschrijving van ons handelingswerkwoord moet je steeds bekijken in relatie tot de inhoud van het leerplandoel. Bij LPD 2 verwachten we dus dat leerlingen verbanden zoeken tussen (elementen van) persoonlijkheid aan de hand van persoonlijkheidstheorieën.
Analyseren wordt interessant als je zinvol gebruik maakt van de gemaakte analyse en een besluit formuleert. Enkele aandachtspunten bij dit analyseren:
Je ontleedt 'iets' Je zet een 'bril' op Je analyseert met een functie
Dat ‘iets’ kan van alles zijn:
Bij LPD 2 gaat dat iets over persoonlijkheid.
Dat ‘iets’ heeft een zekere complexiteit (met relevante, minder relevante en niet-relevante aspecten), zodat het niet volstaat om louter op begripsniveau te werken
Bij het ontleden kunnen er al verbanden worden vastgesteld.
Degene die analyseert doet dat altijd met een bepaalde ‘bril’. We zetten de bril vanuit waaruit we de ontleding zullen doen. Die 'bril' kan van alles zijn:
Bij LPD 2 is de bril een persoonlijkheidstheorie. We gaan vanuit de bril van een persoonlijkheidstheorie kijken naar persoonlijkheid.
We analyseren niet zomaar, het heeft een functie.
We werken ter inspiratie met twee functies:
1) Een beargumenteerde inschatting maken (ALERT)
= iets vaststellen, een verklaring formuleren, iets signaleren, een vergelijking maken, iets voorspellen, ...
Bij LPD 2 maak je een inschatting vanuit een persoonlijkheidstheorie.
2) Een beargumenteerd advies geven (ADVICE)
= tips aanreiken, aanbevelingen doen …
Bij LPD 2 geef je een advies anuit een persoonlijkheidstheorie.
Deze inspirerende vragen zijn uitgewerkt in het document dat je onderaan deze pagina kan downloaden.
Tip: bepaal aan de hand van volgende items of de vraag aansluit bij de verwachtingen van het LPD:
We kunnen niet verwachten dat leerlingen in de derde graad zomaar de stap naar analyseren zetten. We zullen hen echt moeten aanleren wat er verwacht wordt bij de analyse en het formuleren van de conclusie van een analysevraag. Bouw dit op met de leerlingen aan de hand van een leerlijn. Het leerplandoel geeft je de keuze in de mate van complexiteit en ondersteuning.
Let er ook op dat er voldoende oefenkansen zijn tijdens de les alvorens dit te evalueren via bijvoorbeeld een toets of examen. Oefen ook op dezelfde complexiteit, soort vraagstelling ...
1) Leg de kern van de theorie die je in de analyse zal gebruiken, uit.
2) Zoek verbanden tussen de theorie en de casus
3) Schrijf je conclusie
Hou er rekening mee dat de antwoorden bij deze casussen maar een mogelijk antwoord zijn. De verwachtingen, wat je verwacht in de analyse en de conclusie, bepaal je uiteraard zelf als leraar.