In basisschool Windekind in Vorselaar toont juf Eline van het vijfde leerjaar trots hoe haar cognitief sterk functionerende leerlingen aan de slag gaan met wiskundige uitdagingen. Niet op de invulbladen van de werkmap. Wel op ruitjespapier. Dat is al een uitdaging op zich.
De snelle en sterke rekenaars weten wat hun te doen staat. Ze kennen de klasafspraken als het eerste werk klaar is. Ze hoeven geen vinger op te steken. Ze nemen hun vervolgtaken en gaan aan de slag. Soms alleen, soms per twee. Altijd met ruitjespapier. Geen invulbladen. De leerlingen noteren hun oplossingen. Ze noteren het nummer van de oefening. Ze schrijven antwoorden en onderstrepen met de lat waar nodig. Hun bladspiegel mag er zijn. Het werk is verzorgd. Ook dat is leren. En het mooiste van al, vertelt juf Eline. De leerlingen doen dat graag. Ze schrijven graag aan hun werk. Ze kunnen het en zijn er fier op. Genoeg redenen voor een hoera aan het ruitjesschrift!
Naast het voor de hand liggende wiskundige doel, zijn ook deze doelen van belang: