Onder deze rubriek staan er verschillende thema's en werkvormen over de stromingen utilitarisme, plichtethiek, deugdethiek en zorgethiek.
In de ethische storming van het utilitarisme geldt de volgende maxime (ook wel de nutsmaxime genoemd): we moeten streven naar het grootste geluk voor het grootst aantal mensen. Filosoof Peter Singer staat bekend als een hedendaarse utilitaristische filosoof. Hij beweert onder meer dat we bij het helpen van mensen in nood geen onderscheid mogen maken op basis van familiebanden of nabijheid. Wat primeert, is onze bijdrage aan het welzijn van het grootst aantal mensen.
In het volgende fragment (0-3min30) stelt Singer een uitdagend gedachte-experiment voor aan zijn publiek. Hij toont eerst een aantal schokkende beelden van een meisje dat net een auto-ongeluk heeft gehad en die genegeerd wordt door de voorbijgangers. Het publiek ziet de voorbijgangers aan voor immoreel. Daarna confronteert Singer ons met grafieken over kindersterfte in Afrika waar dagelijks tientallen kinderen omkomen.
Opdracht 1: laat het fragment zien aan jouw leerlingen en confronteer hen met de volgende richtvragen:
Opdracht 2: klasdiscussie:
Het utilitarisme kent soms enkele verregaande gevolgen. Om dit te illustreren bedacht filosofe Philippa Foot in 1950 het trolleyprobleem: een ethisch dilemma waarin een trambestuurder ervoor moet kiezen om de hendel van een zelfrijdende tram (die niet kan stoppen) al dan niet over te halen. Haalt hij de hendel over om naar een ander spoor te gaan, dan wordt er slechts één persoon overreden. Blijft de bestuurder doorrijden, dan zal zijn tram vijf personen omverrijden.
In dit fragment wordt heel goed weergegeven waar het trolleyprobleem over gaat. Bekijk samen met jouw leerlingen dit fragment en bespreek de volgende vragen:
De deugdethiek verwijst in de eerste plaats naar de filosoof Aristoteles. Deugd betekent letterlijk 'voortreffelijkheid' (denk aan het Nederlands: iets 'deugt'/ iets is goed) en verwijst naar een (karakter)houding waar we telkens, op basis van redelijk inzicht, de juiste keuzes leren maken. De deugd veronderstelt niet alleen kennis over de wereld, maar ook training en oefening om die kennis juist toe te passen. Aristoteles brengt deugd in verband met 'praktische wijsheid' (ook wel 'fronesis' genoemd): weten hoe je moet handelen in welbepaalde situaties. Wie erin slaagt om op die manier een deugdzaam mens te worden, bereikt volgens Aristoteles 'geluk' of 'eudaimonia': een gelukkig leven waar de mens zijn redelijkheid of denkvermogen ontplooit en toepast op concrete situaties. Aristoteles was de eerste filosoof die van 'ethiek' een aparte discipline maakte binnen de filosofie. Hij maakte een onderscheid tussen de theoretische wijsheid (episteme of theoria, gericht op kennis) en de praktische wijsheid (fronesis).
Om de 'praktische wijsheid' (voorwaarde om een deugdzaam mens te zijn) concreet te maken bij Aristoteles, kun je jouw leerlingen laten nadenken over een beeld dat Aristoteles zelf gebruikt: het beeld van de boogschutter. Een boogschutter weet theoretisch hoe hij moet mikken om de pijl in de roos te krijgen, maar daarom zal het praktisch niet altijd lukken om raak te schieten. De boogschutter heeft ook de vaardigheid nodig om aan te voelen hoe hij best mikt in welbepaalde omstandigheden (afstand ten aanzien van de roos, weersomstandigheden, etc.). Dit aanvoelen is een vorm van intuïtief weten.
Je kunt het beeld van de boogschutter naar jouw leerlingen toe ook concreter maken door te verwijzen naar actuelere voorbeelden: tactiek in sportwedstrijden (wanneer moet je reageren in een wedstrijd), impliciete beleefdheidsregels (aanvoelen wanneer je iemand met 'u' aanspreekt, etc.) ... Telkens gaat het om de praktische wijsheid waar je aanvoelt hoe je moet reageren in een specifieke situatie.
Toepassing op Aristoteles' deugdethiek: pavlok ('kan je door gewoonte alleen jezelf beter en gelukkiger maken?')
Een aantal Amerikanen deden een merkwaardige uitvinding: de 'pavlok-armband'. Ze promoten hun product door als motto een citaat van Aristoteles te hernemen: 'excellence is not an act, but a habit'. Wie deze armband draagt, krijgt een elektrische stroomschok indien hij of zij een slechte gewoonte ontwikkelt. Hierdoor, zo beweren de uitvinders van deze armband, zal de mens alleen maar goede gewoontes ontwikkelen en zichzelf steeds verbeteren.
Opdracht 1: bekijk het filmpje van de makers van pavlok en vraag jouw leerlingen wat hun eerste indruk is
Verdeel de klas in twee groepen. Laat de eerste groep argumenten 'pro pavlok' verzamelen, laat de tweede groep argumenten 'contra pavlok' formuleren. Wijs de leerlingen ook op het verband met Aristoteles en laat hen kritisch nadenken over de vraag of Aristoteles zelf zo'n armband zou goedkeuren.
In tegenstelling tot de deugdethiek, de plichtethiek en het utilitarisme verwijst de zorgethiek in de eerste plaats naar de concrete en particuliere relaties tussen mensen. De zorgethiek formuleert met andere woorden zelf geen absolute of universele maximes, maar veronderstelt waarden als empathie, betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor de ander. In tegenstelling tot de stromingen die vanuit een universele wet (bv. nutsmaxime bij het utilitarisme) vertrekken en abstractie maken van de concrete ander, verwijst de zorgethiek in de eerste plaats naar een netwerk van relaties met de anderen.
In bovenstaande videoles wordt specifiek ingegaan op de zorgethiek. Professor De Mesel bespreekt er de specifieke kenmerken en criteria die nodig zijn om van de stroming van de zorgethiek te kunnen spreken.