Deze vraag om uitleg was op deze zelfde dag in onze nieuwsbrief aangekondigd naar aanleiding van een verwante vraag over het deeltijds kunstonderwijs. Maar nu had vragensteller Loes Vandromme het dus over het volwassenenonderwijs, dat zwaar te lijden had onder de coronacrisis onder de vorm van heel wat minder inschrijvingen met alle financiële gevolgen van dien. De berekeningen over die financiële en personeelsgevolgen kwamen vanuit het brede onderwijsveld in kwestie. Wat ging minister Weyts doen, op korte én op lange termijn?
De minister beschreef wat er zoal met corona hier aan de hand was, maar er was ook wel meer. Het beeld van de cijfers was divers, afhankelijk ook van centra en studiegebieden. Niet alleen corona was een factor, ook de wijziging in het financieringsmechanisme van de vorige Vlaamse regering speelde een rol. Hij schetste die rol in detail en gaf daarmee een preciezer beeld van het te verwachten banenverlies. Met de invoering van het nieuwe financieringsmechanisme ging een compensatiesysteem gepaard, dat verliezen nu een stuk compenseerde maar dat inderdaad slechts voor een overgangsperiode van drie jaar. Daarom werkte de minister nu ook aan een voorstel van een overbruggingsregeling, dat hij de daaropvolgende week met de sector zou bespreken. En ten slotte verwees hij nog naar de zgn. Edusprong, het relanceplan met betrekking tot het volwassenenonderwijs, dat 60 miljoen euro waard was en dat hij inderdaad al toegelicht had in deze commissie op 4 februari. Voor de langere termijn zou hij voorlopig alleen de impact van een en ander op de toekomstige structurele financiering van het volwassenenonderwijs nauwgezet monitoren.
Vanuit de gemeenschappelijke brief ter zake van het gemeenschapsonderwijs, de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG), het provinciaal onderwijs, het katholiek onderwijs en alle andere actoren ging vragensteller Vandromme door met geen fraaie situatieschets, incl. de dreigende reaffectaties. Zo veel mogelijk mensen moesten warm gemaakt worden voor volwassenenonderwijs, waarin hopelijk ook plaats bleef voor brede vorming.
Vier andere parlementsleden sloten zich aan bij de initiële vraag. Roosmarijn Beckers wees op het specifiek Limburgse probleem, met bijvoorbeeld alle horecaopleidingen op één locatie, waardoor daar slechts weinig lessen konden doorgaan wegens de coronamaatregelen. Hannelore Goeman voegde zo veel vragen toe dat voorzitter Grosemans haar terecht op de timing attent moest maken. Dat was deels herhaling en deels een verwijzing naar eerdere zgn. coronadecreten. Liep de opschorting van de rationalisatienorm nog en zou die verlengd worden? Voor de groei van het budget was 80 miljoen euro gereserveerd: wat daarmee, nu die niet zou moeten worden gebruikt? Zou er ook opnieuw opschorting zijn van de betaling van het inschrijvingsgeld en zouden CVO’s en CBE’s extra ondersteuning krijgen in code rood? Johan Danen vroeg een impactanalyse op middellange termijn en wat dacht minister Weyts van een bevriezing van de omkadering op het niveau van 1 september 2020? Karolien Grosemans ten slotte was blij met de geplande overgangsregeling en vroeg hoe de minister meer mensen zou aantrekken naar het volwassenenonderwijs (lees: welke waren de speerpunten van de nota Edusprong?). Toevallig of niet, maar de dag nadien werd die Visienota ‘Edusprong voor volwassenen: het volwassenenonderwijs versterkt' goedgekeurd door de Vlaamse regering, met als speerpunten: de versterking van digitale competenties, het aanpakken van ongekwalificeerdheid van jongeren en het versterken van arbeidsmarktkansen.
Veel nieuws leverde dat alles niet op in de tweede repliek van de minister en het slotwoord van vragensteller Vandromme.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de financiering van het volwassenenonderwijs van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen