Deze bespreking was om meerdere redenen belangrijk: onjuiste uitspraken vanuit de onderwijsadministratie werden gecorrigeerd en er leek iets te bewegen wat de doelen van de toetsen betrof. En daarnaast was er ook nog de kwestie van het zgn. Schoolpactoverleg, waarnaar verwezen werd door de nieuwe OVSG-algemeen directeur Walentina Cools in een artikel in De Standaard (voor abonnees). Vragensteller Loes Vandromme had het vooral over de mogelijke curriculumvernauwing en enkele uitspraken die ze opgevangen had in een recente online toelichting van de nieuwe Vlaamse Toetsen door de onderwijsadministratie. Vragensteller Roosmarijn Beckers vroeg naar dat Schoolpactoverleg, de rankings van scholen en de kwestie van de externe toetsassistenten voor de afname van de toetsen.
Minister Weyts antwoordde dat de Vlaamse regering eind januari een conceptnota goedgekeurd had. Geen publiek beschikbare tekst, maar toevallig vernam ik na de commissievergadering dat hij later in de Onderwijscommissie geagendeerd zou worden. De minister sprak een bewering van zijn administratie tegen als zouden de bestaande OVSG-toetsen en onze IDProeven afgeschaft worden. Simpel, hij had niet die bevoegdheid, en de verschillende toetsen konden perfect complementair zijn. De Vlaamse toetsen hielden volgens de minister slechts een beperkt risico op dreigende curriculumvernauwing in: Nederland en wiskunde waren nu eenmaal kerndomeinen. Later was een uitbreiding van domeinen mogelijk. De Vlaamse toetsen waren ‘low stakes’. De huidige verplichting in het basisonderwijs om leerlingen in drie leergebieden te evalueren via gevalideerde toetsen zou wél afgeschaft worden. Daarvoor kwamen de Vlaamse toetsen in de plaats en de huidige paralleltoetsen (voor het zesde leerjaar lager onderwijs; nwvr: quid met de andere?) zouden ook afgeschaft worden. Over de huidige “peilingen” hoorde ik niets, maar wellicht gold daarvoor hetzelfde als voor de paralleltoetsen. Maar wat ik nog veel opvallender vond, was dat de minister nergens het woord leerwinst meer gebruikte (cf. infra). Rankings van scholen op basis van de toetsen zouden decretaal verboden worden à la façon de la Communauté française (nwvr: de regeling van de Franse Gemeenschap is wel nog nooit juridisch aangevochten, en we weten dus niet in welke mate ze effectief standhoudt op het moment dat dit in Vlaanderen wel zou gebeuren (want in strijd met het recht op openbaarheid van bestuur)…). Er was afgestapt van de piste van externe toetsassistenten.
Voor het onderdeel van het Schoolpactoverleg weidde minister Weyts uit over zijn beleidsaanpak (met een stuurgroep en een zgn. High Level Forum) in dit dossier in een poging om de kritiek op zijn aanpak te weerleggen. Een draagvlak in het onderwijsveld was inderdaad heel belangrijk. Vragensteller Vandromme zette nog eens de puntjes op de i rond meerdere aspecten, maar ook rond het officiële beleidsproces.
Interveniënt Roosmarijn Beckers was de eerste die dan toch het woord leerwinst liet vallen. Interveniënt Koen Daniëls deed dat ook aan het eind van het rijtje tussenkomsten, maar de minister nam het niet in de mond… Interveniënt Hannelore Goeman had serieuze zorgen over de invoering van de centrale toetsen wegens de vele onduidelijkheden. Ze had de interessante vrije tribune van professor Roger Standaert in De Morgen van die dag gelezen en was het ermee eens. Ze had duidelijke twijfels bij het geplande decretale rankingverbod. Interveniënt Johan Danen becommentarieerde genuanceerd het verplichte begeleidingstraject voor onderpresterende scholen als net een high-stakeselement. Wat mogelijke curriculumvernauwing betrof, stond er voorlopig in het parlementaire verslag (nwvr: ik schrijf dit op vrijdag 18 februari 2022 om 16.18 u.) als zou Danen gezegd hebben: “Voor Nederlands gaat het bijvoorbeeld vooral over spreken en luisteren.” Maar hij zei in feite (en terecht) het omgekeerde: het gaat over verschillende zaken, behalve over spreken en luisteren. Maar ook voor bepaalde andere zaken heb ik al eerder geschreven dat ik dat nog weleens zou willen zien (bv. schrijfvaardigheid…). Interveniënt Gwendolyn Rutten beweerde nogal stellig: “We weten allemaal waar het probleem zit in de kwaliteit van ons onderwijs.” Afhankelijk van wat bedoeld was met die “waar”, viel haar stelling nog te bezien, leek mij. Het Vlaams Parlement moest voor haar ook meer betrokken worden, maar zij leek mij alvast wel erg te geloven in de toetsen als middel om de onderwijskwaliteit te verhogen. Ook dat laatste valt evenzeer nog te bezien. Ik zal de metafoor van het voortdurend gewogen varken hier niet meer expliciteren. Interveniënt Koen Daniëls ten slotte zei onder andere: “Nooit ofte nimmer is er gezegd dat het deelnemen aan en het resultaat van een Vlaamse toets de facto ook zal bepalen wat het resultaat en het advies voor de leerling is.” Nooit is inderdaad gezegd dat dat toetsresultaat exclusief het schoolresultaat van een leerling zou bepalen, maar hij zelf heeft toch wél altijd (en ook nu weer) gezegd dat hij het gek zou vinden als dat toetsresultaat niet zou meegenomen worden in het schoolresultaat van een leerling. Welnu, deze commissievergadering heeft verduidelijkt dat zulks finaal zou afhangen van de …klassenraad en alléén van die klassenraad. Zoals gezegd, was hij de tweede (na vragensteller Beckers, met wie hij ook het gevoel c.q. de indruk van “andere motieven onder de waterlijn bij een aantal partners” gemeen had) die het nog had over leerwinst bij alle leerlingen, maar alleen de toekomst zal uitwijzen of zijn wens zal uitkomen…
De laatste acht minuten van de bespreking met de tweede repliek van minister Weyts en de slotwoorden van vragenstellers Vandromme en Beckers brachten alleen herhaling. De metafoor van de minister over “wij zijn het dorp van Asterix”, die ik niet terugvond in het schriftelijke parlementaire verslag, vond ik wel niet weinig karikaturaal…
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de toetsen in het Vlaamse onderwijs van Loes Vandromme en over de vraag van de onderwijskoepels naar bijkomend overleg inzake de centrale toetsen van Roosmarijn Beckers” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen