Dan was het tijd voor een onderwijsdossier in het kader van de ruimere modernisering secundair onderwijs. En met name, enkele aspecten van het leertraject ná zes jaar secundair onderwijs. Daar zou inderdaad ook een en ander veranderen. Vragensteller Jo Brouns schetste dat verschil tussen de huidige en de toekomstige situatie accuraat. De vrees voor “leegloop” daarbij in de Se-n-Se-opleidingen was gekend: de toekomstige bso-afgestudeerden zouden weleens meteen de stap kunnen zetten naar een graduaatsopleiding i.p.v. de tussenstap van een Se-n-Se-opleiding te nemen die hen geen hogere onderwijskwalificatie meer zou opleveren. En uiteraard kwam ook weer de naamkwestie van dat zgn. naamloos leerjaar naar boven (cf. infra). In de vragen van Brouns kwam de gekende wens terug van de technische scholen om toch een Se-n-Se-jaar te belonen met een onderwijskwalificatie van niveau 4 in de Vlaamse kwalificatiestructuur (VKS-4). En welke stappen had de minister al genomen en welke stappen plande hij nog voor het naamloos leerjaar?
Minister Weyts hernam Brouns’ schets van de toekomstige situatie (vanaf het schooljaar 2025-2026), met nog meer zin voor detail. Dat er bijvoorbeeld twee soorten naamloos leerjaar zouden komen, was voor mij nieuw, maar men is nooit te oud om te leren. De minister deelde de vermelde vrees van de technische scholen niet want sowieso zou een toekomstige Se-n-Se-opleiding een of meer bijkomende beroepskwalificaties betekenen op VKS-3 of VKS-4 (maar dus geen onderwijskwalificatie op VKS-4), wat volgens hem een meerwaarde was voor de betrokken leerling én voor de beroepssector in kwestie. De Vlaamse regering had al een lijst van Se-n-Se-opleidingen als beroepsgerichte specialisaties goedgekeurd. Voor het vernieuwde naamloos leerjaar (nwvr: hier nu vooral “schakeljaren” genoemd) had de minister een opdracht gegeven aan zijn administratie om een voorstel uit te werken. De eindtermen daarvan konden vanaf nu ontwikkeld worden volgens de geëigende procedure, en wel te selecteren, -- heel logisch gelet op het doel van zo’n schakeljaar --, uit de intussen goedgekeurde eindtermen van de tweede en derde graad secundair onderwijs. Zoals je weet, beste lezer, is over die laatste echter nog niet het laatste woord gezegd… De minister gaf enkele terechte voorbeelden van leerinhouden en competenties waar het nu bij de doorstroom naar het hoger onderwijs weleens durfde mis te lopen. De bovenvermelde wens van de technische scholen achtte de minister niet haalbaar.
Vragensteller Brouns begreep dat laatste wel, maar begreep ook de vrees van de technische scholen en dus bleef hij op de spijker kloppen van garanties van aantrekkelijkheid voor de toekomstige Se-n-Se-opleidingen. Interveniënt Koen Daniëls ging alvast opnieuw de marketingtoer op voor het naamloos leerjaar, waarvoor trouwens ook alle begrip. Minister Weyts zou daar wel raad mee weten, dacht Daniëls. Bij Corneel van Oosterweel hadden sommigen destijds toch hun bedenkingen, maar dat terzijde. Iets minder ludiek, want inderdaad veel ernstiger, vond ik Daniëls’ nogal voorbarige stelling “Dat alle leerlingen van het zesde secundair een diploma krijgen, is natuurlijk het gevolg van het feit dat we de eindtermen hebben versterkt.” Ik zou mijn hand daarvoor niet in het vuur willen steken…tenminste niet voor wat die versterking in de praktijk gaat betekenen. Daniëls toonde zich een groot voorstander van de toekomstige zevende jaren (in hun verschillende gedaanten), waar ik hem dan weer wél kon volgen, maar op de vrees van de technische scholen (cf. supra) ging hij niet in. De rest van de bespreking bracht eigenlijk geen nieuws. Er was inderdaad nog tijd voor, maar deze aangelegenheid moest goed voorbereid worden. En ah ja, Koen Daniëls mocht van minister Weyts niet meer meedoen in de wedstrijd die een nieuwe, wél aantrekkelijke naam voor het naamloos leerjaar moest opleveren. Daniëls had zijn beurt al verspeeld met die ándere benaming: verplichte, niet-bindende toelatingsproeven, weet je nog, beste lezer? Daar had ík in het verleden meermaals opgewezen tot dan de huidige minister van Onderwijs mij gelijk gaf…
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen