Ook voor deze vraag om uitleg waren enkele parlementaire aanknopingspunten beschikbaar: Brecht Warnez had een verwante vraag om uitleg gesteld op 28 januari 2021, een even verwante vraag om uitleg op 4 maart 2021 en Jo Brouns nog een andere maar evenzeer verwante vraag om uitleg ook op 4 maart 2021. Nu was het de beurt aan Hannelore Goeman. Zij had namelijk vastgesteld dat wat minister Weyts aan Brecht Warnez geantwoord had op 4 maart over een brief van de VLIR niet helemaal spoorde met de feedback die zij zelf daarover van de VLIR gekregen had … Het huidige aanbod aan psychologische begeleiding was blijkbaar toch onvoldoende en de VLIR had meer budget gevraagd. Het probleem dateerde overigens van vóór corona en dus waren structurele middelen vereist, aldus vragensteller Goeman. Erkende de minister dat de VLIR om extra ondersteuning en middelen gevraagd had om de stijgende vraag aan psychologische ondersteuning te kunnen ondervangen? En zou hij structureel in extra middelen en ondersteuning voorzien voor de hogeronderwijsinstellingen om de uitdagingen op het vlak van het psychisch welzijn van studenten aan te gaan?
Het bleek nogal mee te vallen met dat communicatieprobleem waarop vragensteller Goeman gewezen had, leerde ik uit de genuanceerde toelichting van minister Weyts bij de bewuste VLIR-brief. Alleszins was het overigens zijn bedoeling dat het Vlaanderenbrede beleid ter zake van vandaag ook structureel verankerd zou worden vanaf volgend jaar. Hij rapporteerde vervolgens van een overleg met de VLIR op 19 maart, waarbij hij verwees naar het eerdere verhaal van de zgn. antennes (verbindingsofficieren) in de studentensteden. Ook in 2021 zou de minister 800 000 euro inzetten bovenop de structurele middelen voor mentaal welzijn. En toen volgde opnieuw het verhaal van de VVS-bevraging (in samenwerking met professor Bruffaerts; timing: eind april), van het digitale e-health-platform en nogmaals de zes lokale verbindingsofficiers. Zeg maar, een gezamenlijke actie van het SIHO samen met de studentenvoorzieningen (stuvo’s), de VLIR, de VVS en de Vlaamse Hogescholenraad (Vlhora), waarbij gezorgd zou worden voor zo veel mogelijk bruggen tussen wat al bestond.
Vragensteller Goeman was nog niet helemaal overtuigd en wilde bedragen horen over extra middelen voor het vermelde structurele beleid. Ook over de extra middelen die aan de stuvo’s in deze coronatijden gegeven waren (en voor nog meer moesten dienen dan alleen het mentale welzijn) wilde ze een precieze stand van zaken.
Drie interveniënten namen vervolgens nog het woord. Brecht Warnez maakte van de gelegenheid gebruik om op nog een andere CD&V-conceptnota te wijzen (cf. commissievergadering van 4 maart, waarin Loes Vandromme al melding gemaakt had van een conceptnota over werkhervatting van onderwijspersoneel na langdurige ziekte): deze keer ging het specifiek over psychotherapeutische en psychosociale ondersteuning van studenten, met een accent op preventie. Het was blijkbaar nu de tijd in de legislatuur om van dat parlementaire instrument gebruik te maken. Gelijk deed Warnez ook het voorstel om nog enkele experten over dit thema te horen in de Onderwijscommissie. Johan Danen wilde niet achterblijven en wees voor die hoorzitting naar de vermelde verbindingsofficieren. Koen Daniëls ten slotte betrok niet voor het eerst en terecht het beleidsdomein Welzijn bij deze zaak. De beste manier om de mentale gezondheid van de studenten op peil te houden, was ervoor zorgen dat ze student konden zijn en dus dat de onderwijsinstellingen open zouden worden gehouden, mét contactonderwijs. Dat laatste bracht hem natuurlijk bij de heel recente, minder leuke coronaontwikkelingen en deed hem wat in ‘federale’ oppositiemodus gaan. Dit complexe (maar mijn inziens mooie) federale land, het was niet altijd gemakkelijk … Van de aanwending door de hogeronderwijsinstellingen van de extra middelen in de afgelopen periode had Daniëls blijkbaar aanwijzingen van verschillende praktijken in de instellingen. Die kwamen mij voor als enigszins negatieve insinuaties, maar bij gebrek aan concrete informatie kan ik daar moeilijk een zinnig woord over zeggen.
De laatste ronde dan met de minister en het slotwoord van de vragensteller. Minister Weyts vond het ook een goed idee om na de bekendmaking van de resultaten van de VVS-bevraging eind april enkele experten te horen in de Onderwijscommissie. Hij wees op de kersverse VLIR-communicatie in verband met de corona-actualiteit. Hij herinnerde aan de extra stuvo-middelen en er zouden nog extra federale middelen volgen voor mentaal welzijn. Vragensteller Goeman was blij met die federaal-Vlaamse samenwerking, maar herhaalde ook de kern van haar vragen/wensen: een structureel beleid op de langere termijn, mét een budgetverhoging voor bijvoorbeeld extra studentenpsychologen. Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over structurele middelen voor de psychologische ondersteuning van studenten van Hannelore Goeman” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen