12 mei 2021 – Inschrijving in Brussels basis- en secundair onderwijs

Een klassiek parlementair verschijnsel rond deze tijd van het jaar: vragen over de inschrijvingsproblematiek voor het volgende schooljaar en het ermee samenhangende capaciteitsprobleem. In dit geval, wat Brussel betrof, waarover uitvoerig te lezen was op de Bruzz-website op 6 mei 2021. Er was ook een opiniebijdrage van Steven Van Garsse op de dag vóór deze plenaire vergadering en nog andere relevante informatie over de zaak: van ouders en van het burgerinitiatief Ieder Kind een Stoel. Over het in het Regeerakkoord aangekondigde nieuwe Inschrijvingsdecreet hoorden we de voorbije maanden weinig tot niets. Dat is dan ook iets complexer in meerdere opzichten dan (actuele) vragen stellen aan de bevoegde minister … Eerlijk gezegd, dat dossier heeft sinds het eerste zgn. GOK-decreet van toenmalig onderwijsminister Marleen Vanderpoorten in 2002 een omvangrijke en ingewikkelde geschiedenis gekend, maar die ga ik hier niet uit de doeken doen. Ik moest wel even glimlachen, toen ik later interveniënt Arnout Coel hoorde uitkijken naar dat nieuwe Inschrijvingsdecreet…

Vragensteller Jan Laeremans schetste gedetailleerd (met cijfers) de situatie rond wie al wel een plaats en wie nog geen plaats had op een school voor volgend schooljaar zowel in het Brusselse, Nederlandstalige basis- als het secundair onderwijs. Er waren beloftes gedaan voor extra plaatsen deze legislatuur. Wat hadden die inspanningen tot nog toe opgeleverd en moest er geen tandje bijgestoken worden? Vragensteller Celia Groothedde sprak uit eigen ervaring, vulde de cijfers nog wat aan en had een specifieke vraag, die ze later in de bespreking nog herhaalde: was minister Weyts bereid om scholen die effectief extra klassen en capaciteit wilden creëren, te vergoeden op basis van hun septembertelling van dit jaar (lees: in plaats van die van 1 februari 2021, zoals de regelgeving voorschrijft)?

Samengevat, de bespreking verliep algemeen langs verwachte lijnen. Minister Weyts benadrukte wat Vlaanderen al gedaan had en nog zou doen (met cijfers in de hand) en riep niet voor het eerst, ondanks zijn goede contacten met de onderwijsminister van de Franse Gemeenschap, Caroline Désir, de Franse Gemeenschap op om in Brussel ook zulke stevige inspanningen te leveren als Vlaanderen al gedaan had. Idem aan het adres van het gemeentelijke en gewestelijke niveau: een oproep aan dat eerste, die zelfs best pittig werd in het tweede antwoord van de minister met zijn verwijzing naar de deelname van ook Grootheddes partij in de bedoelde schepencolleges. Daarnaast was er nog het plan om de 55%-voorrangsregel voor Nederlandstaligen op te trekken naar 65%. De rest van de bespreking leverde eigenlijk weinig bijkomend nieuws op (nwvr: de terechte koppeling met personeel, en zeker in Brussel, personeelstekort, kenden we ook al), wel vooral veel herhaling, naast nog enkele kanttekeningen van de minister bij de cijfers en wachtlijsten.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio