Een analoge vraag om uitleg hadden we over het volwassenenonderwijs al gehad op 11 februari 2021 en voordien op 4 februari 2021 ook al over het deeltijds kunstonderwijs zelf. De belangrijke reguliere teldatum van 1 februari was nu al iets langer geleden, dus tijd om na te gaan wat de al dan niet geverifieerde inschrijvingscijfers precies toonden in vergelijking met het voorgaande schooljaar. Dat vroeg Kathleen Krekels. Welke verschillen in de omkadering zouden daaruit volgen en in welke compensatiemaatregelen zou minister Weyts voorzien?
Het ging inderdaad om nog niet geverifieerde inschrijvingscijfers (N.B. De verificatie zou pas afgerond zijn tegen juni 2021.), aldus de minister. De gevraagde vergelijking kon dus nog niet exact gemaakt worden. Maatregelen zou de minister al wel beginnen voor te bereiden. Op basis van de cijfers van 1 oktober 2020 had hij trouwens al eerder gewezen op diverse verschillen tussen academies (niet alleen als gevolg van corona, maar ook van het nieuwe dko-decreet) en daarop ging hij nu nog wat uitvoeriger in. Men had (voorlopig) berekend dat het dko er in zijn geheel 1,7 procent op achteruit zou gaan in de omkadering van het onderwijzend personeel ten opzichte van het schooljaar 2020-2021. Voor het volwassenenonderwijs had de minister op 11 februari 2021 al over een overbruggingskrediet gesproken en ook nu zou hij voor het dko met een voorstel komen om eenmalig bijkomende lestijden toe te kennen. Het gesprek daarover zou nog wel even duren want het ging om een complexe rekenoefening. Voor andere maatregelen verwees hij naar de verlenging van het besluit van de Vlaamse regering over hygiëne- en veiligheidsmaatregelen voor het tweede en derde trimester van dit schooljaar. Het dko viel ook onder dat besluit.
In haar repliek stelde Krekels geen bijkomende vraag, maar, met ook verwijzing naar de recente open brief “Tijd voor DKO”, benadrukte ze vooral dat de geplande maatregelen van de minister aan de dko-verzuchtingen toch al een stuk tegemoetkwamen en dus wat geruststelling zouden brengen. Vier interveniënten wilden ook nog een bijdrage leveren. Jean-Jacques De Gucht wilde weten hoe het zat met de communicatie naar de volwassen dko-leerlingen en wat de minister vond van enkele eisen uit de open brief. Loes Vandromme vroeg of de minister contact had met de mensen van Tijd voor DKO, wees nogmaals op de verschillende impact in soorten opleidingen en suggereerde een samenwerking met het beleidsdomein Cultuur. Roosmarijn Beckers ging de eerdere vragen niet herhalen, maar deed dat dan in stellende vorm gelijk wel en drong aan op spoed. Johan Danen ten slotte herhaalde, in algemene termen, ook de verzuchtingen van de vermelde open brief.
De situatie van het dko oogde toch minder slecht dan die van het volwassenenonderwijs, zo zei minister Weyts. Hij gaf nog wat meer details over de verschillen inzake leerlingencijfers tussen verschillende soorten dko-opleidingen om nogmaals de complexiteit van de bovenvermelde, hangende rekenoefening te illustreren. Een campagne voor het dko, zoals ook voor het volwassenenonderwijs, leek hem een goede piste. Met haar slotwoord bevestigde vragensteller Krekels nogmaals wat de minister vóór haar gezegd had.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de impact van de coronapandemie op de inschrijvingscijfers van het deeltijds kunstonderwijs van Kathleen Krekels” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen