8 oktober 2020 – Dreigende afschaffing van Kunstkuur en de plaats voor kunst en cultuur in onderwijs

Er werd eerst wat gejongleerd met de agenda: een cluster van een andere, verwante vraag om uitleg van Jean-Jacques De Gucht en een vraag om uitleg van Katia Segers werd toegevoegd aan de oorspronkelijke cluster van deze vraag en een analoge vraag van Elisabeth Meuleman. Geen probleem, maar door de afwezigheid van Segers op het moment dat zij dan haar vraag moest stellen (N.B. Ze was toen nog in een andere commissie een vraag aan het stellen.) ontstond later in de vergadering wel enige commotie (cf. infra).

Maar eerst dus Jean-Jacques De Gucht. Enerzijds beschreef hij Kunstkuur (eigenlijk samenwerkingen tussen scholen en deeltijds kunstonderwijs) als een erg constructief instrument voor de verhoging van cultuureducatie en -participatie op school, wat heel belangrijk was, zeker voor kansarme leerlingen. Een mogelijke besparing op cultuur in het onderwijs zou nefast zijn. Zou minister Weyts initiatieven als Kunstkuur blijven subsidiëren? Overwoog hij besparingen? Hoe konden die sporen met het stimuleren van cultuurparticipatie? Aan welke andere initiatieven had de minister gedacht om, vanuit Onderwijs, de noodlijdende cultuursector te steunen?

Vervolgens stapte De Gucht over naar zijn andere, in de agenda verplaatste vraag, die zo mogelijk (politiek) nog des te boeiender was, waarbij nogal wat “geredeneer” ad hominem kwam kijken. Voorwerp van zijn hoon was de zgn. maatschappelijke, economische en artistieke vorming in de modellessentabellen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. De Gucht verwees naar de opiniebijdrage van onze directeur-generaal Lieven Boeve, die hij blijkbaar zeer selectief gelezen had, als reactie op de online protesten tegen de ontwikkelingen rond de artistieke vakken in de tweede en derde graad secundair onderwijs. De Gucht had daarbij een tegenstelling gelezen tussen voortaan een gegarandeerde basisvorming cultuur en de door de nieuwe eindtermen ernstig overladen kar, waardoor het moeilijk werd om aparte vakken voor artistieke vorming te blijven handhaven. Jammer dat hij die tegenstelling niet expliciteerde want ik was er zelf wel nieuwsgierig naar… Wat vond minister Weyts van het standpunt van Lieven Boeve en zou het verdwijnen van aparte artistieke vakken niet leiden tot een verarming van cultuurbeleving bij leerlingen? Wat ging het GO! op dat vlak doen?

Elisabeth Meuleman stoffeerde haar verhaal over Kunstkuur met nog andere initiatieven (dynamoOPWEG en dynamoPROJECT) binnen de context van Cultuurkuur en had algemeen dezelfde vragen als De Gucht, behalve dan over het concrete probleem met de eindtermen en het daarmee gepaard gaande standpunt van Lieven Boeve.

Minister Weyts meldde dat alle geplande kunstkuurtrajecten konden lopen, maar dat hij er voorlopig geen nieuwe goedgekeurd had omdat hij wilde afwachten wat er uit de onderhandelingen voor het volgende Programmadecreet ging komen. Voor dynamoPROJECT en DynamoOPWEG waren geen (ingrijpende) besparingen op komst.

Via de nieuwe eindtermen rond cultureel bewustzijn en culturele expressie wilde de minister, samen met de minister van Cultuur Jan Jambon, gezamenlijk blijven inzetten op kwalitatieve cultuureducatie. Minister Weyts gaf daarvan enkele bestaande voorbeelden.

Dan volgde het meest heikele deel van het gesprek: de nieuwe eindtermen. De minister stelde dat daardoor de cultuureducatie overal in het secundair onderwijs aanwezig zou zijn (in plaats van alleen in de eerste graad eindtermen voor plastische en muzikale opvoeding en zgn. vakoverschrijdende eindtermen in de tweede en derde graad). En de cultuureducatie zou ook breder gaan. Hij lichtte gedetailleerd het nieuwe systeem van eindtermen toe en herinnerde aan de gevolgde procedure plus de controle later door de Onderwijsinspectie. Het ging er overigens al vaker over in deze Commissie.

Toen kwam de minister aan het stukje over ons eigen huis, Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Het leek me nuttig om iedereen nog eens te herinneren aan onze enige, correcte naam: Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Dus niet: “het Katholiek Onderwijs Vlaanderen” en evenmin “KOV”. Die laatste benaming bestaat weliswaar, maar daarmee wordt “Katholiek Onderwijs Vilvoorde (Machelen Diegem)” bedoeld.

Minister Weyts ging in eerste instantie niet in op de vragen van vragensteller De Gucht, maar legde gewoon het regelgevende systeem uit van de formele vakkenlijst en de daarmee samenhangende bekwaamheidsbewijzen. Hij wees ook op de verschillende aanpak van Katholiek Onderwijs Vlaanderen en van het GO!.

Maar dat volstond niet voor vragensteller De Gucht…uiteraard niet. En hij liet zich helemaal kennen…alweer. En passant etaleerde hij ook even, althans naar eigen zeggen, zijn retorische competentie en de stijlfiguur van de zgn. hyperbool (“we een hele generatie…verliezen”) moest hem dus zeker ook bekend geweest zijn. Voorzitter Grosemans nam gelukkig haar tijdbewakersfunctie consciëntieus op.

Vragensteller Meuleman was ook niet gerustgesteld door het antwoord van de minister. Science, Technology, Engineering and Mathematics (STEM) was belangrijk, maar ook de artistieke vorming was cruciaal en dus moest de minister de beslissingen terugschroeven, zo betoogde Meuleman.

Als interveniënt (want als vragensteller had ze dus haar beurt laten voorbijgaan, maar dat wist ze op dat moment nog niet…) deed Katia Segers er nog een schep bovenop. Wie leidde wie: Boeve of Weyts? Ik heb jammer genoeg de cartoon waarvan sprake wél gezocht maar niet gevonden. Lezer, je weet dat je mag reageren (cf. infra)…dus graag eh en veel dank bij voorbaat. Prima optreden trouwens van voorzitter Grosemans weer, maar Segers bracht nog snel het rapport van Anne Bamford (september 2007) in herinnering.

Interveniënt Kathleen Krekels vroeg spontane initiatieven tussen academies en scholen te stimuleren. Interveniënt Loes Vandromme verwees naar artikel 4 van het dko-decreet, hernam het coronaprobleem voor het dko en wees op het haalbaarheidsprobleem van de eindtermen. Interveniënt Jan Laeremans had de eindtermen nog niet gezien In het Vlaams Parlement (N.B. Op zich klopte dat want de parlementaire procedure was nog toekomstmuziek, maar hij had misschien al weleens kunnen gaan kijken op de website over de onderwijsdoelen.). Hij uitte zijn kritiek op het nieuwe clustervak van Katholiek Onderwijs Vlaanderen en drong aan op overleg. Interveniënt Koen Daniëls ten slotte herhaalde zijn eerdere standpunt over onderwijstijd en “we moeten weten wat we zelf willen”, dat ik heel erg deel. Dan volgde zijn standpunt over vrijheid van onderwijs, dat ik iets minder deel, aangezien dat onderwerp nuances bevat, die Daniëls bewust wegliet. Ook nu weer. Zijn laatste suggestie vond ik veel constructiever, prima dus, maar inderdaad zulke concrete onderwijsaspecten behoren (vooralsnog) niet tot de bevoegdheden van de politici. Hopelijk blijft dat ook zo.

Minister Weyts herhaalde zijn “zero-sum game”, dat hij nog niet langer geleden dan 17 september 2020 in deze Commissie terecht verteld had. En hij herhaalde de kwestie van de vakkenbenamingen conform de regelgeving. Hij eindigde, inzake schoolvoorstellingen, met een (impliciet politieke) sneer naar de burgemeester van Vilvoorde, -- en zie, Vilvoorde duikt toch weer op --, een partijgenoot van interveniënt Segers.

Vragensteller De Gucht dacht dat het misschien tijd werd “dat we eens proberen om aan Lieven Boeve duidelijk te maken dat het interessanter is om af en toe eens terug te koppelen naar u en naar dit Parlement alvorens de trom te slaan (N.B. Tijdens de vergadering zei De Gucht hier wel “de grote trompet te doen”, waarop talig wel een en ander op te merken is, maar dat terzijde). Die man heeft daar soms de neiging toe.” De redenering ad hominem, weet je nog? En nog was het niet genoeg met de herhaling, want De Gucht reageerde op het onderwijstijdstandpunt van Daniëls met zijn bekende standpunt inzake een grondwettelijke ingreep. Vragensteller Meuleman deed ten slotte ook nog haar duit in het herhalingszakje.

Tot slot: onze eigen raad van bestuur vindt dat er heus wel meer dan één haar in de boter zit, wat die eindtermen betreft. De dag na deze commissievergadering al keurde de Vlaamse regering het voorontwerp van decreet daarover voor de tweede keer goed en stuurde de tekst voor advies naar de Raad van State (cf. ook de bijhorende nota). Er werd ook beslist dat het Vlaams Parlement zou worden uitgenodigd om in de loop van de 30-dagenadviesperiode een hoorzitting te houden, in het bijzonder over de haalbaarheid van de nieuwe set eindtermen in relatie tot de beschikbare onderwijstijd. We zullen zien.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio