22 oktober 2020 – Coronaverlof voor onderwijspersoneel met kinderen

Twee dagen eerder had Katrien Schryvers een analoge vraag om uitleg gesteld aan minister Bart Somers. Er was in dit verband al een Vlaamse regeling voor de Vlaamse statutaire ambtenaren en die van de lokale besturen, naast een federale regeling (het zgn. coronaouderschapsverlof). En voor het onderwijspersoneel was er ten slotte ook een specifieke verlofregeling, maar al die stelsels waren tijdelijk, nl. tot 30 september. Maar er bleven (soms plotse) noden aan kinderopvang bestaan in de huidige coronacontext, ook buiten de mogelijkheid van tijdelijke werkloosheid. Federaal kwam voor alle contractuele werknemers recent een wet tot stand waardoor ouders van kinderen van wie hun school of crèche of een deel ervan sloot wegens corona, voortaan een beroep konden doen op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, en dat met een attest van de school of van het kinderopvanginitiatief. Die wetswijziging zou mogelijk niet van toepassing zijn op statutair tewerkgestelden in het onderwijs. Zij voegde aan dat rijtje nog tijdelijke onderwijspersoneelsleden toe, maar die leken mij per definitie toch ook contractuele onderwijspersoneelsleden te zijn (N.B. tenzij er voor onderwijs toch nog een onderscheid zou worden gemaakt tussen contractuele werknemers, betaald door de werkingsmiddelen of andere middelen van de school, enerzijds en tijdelijke personeelsleden, betaald via de omkaderingsmiddelen van het Ministerie van Onderwijs anderzijds, maar dat laat ik in het midden). Statutaire medewerkers van de Vlaamse overheid en van lokale besturen hadden hetzelfde probleem. Hoe zat dat precies, welke mogelijkheden bestonden er voor diverse groepen in het onderwijs en zou minister Weyts een initiatief nemen voor het onderwijspersoneel dat nu buiten de nieuwe federale wet zou vallen?

De minister begon met een overzicht van bestaande verlofstelsels in onderwijs voor statutaire personeelsleden en bevestigde dat de nieuwe federale regeling alleen gold voor contractuele personeelsleden, dus ook in het onderwijs. Hij verwees naar de vergadering een dag eerder van de zgn. technische werkgroep personeel, waar de vervangingen in de internaten en in het basisonderwijs besproken werden. Plus nog enkele andere kwesties, waaronder de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Voor de meeste zaken was een oplossing in zicht. De minister bekeek dat ook samen met zijn collega Somers. Alleszins viel de afwezigheid wegens ziekte van leraren op dit moment nog mee.

Minister Somers had de dinsdag voordien geantwoord dat het nog niet helemaal duidelijk was of de federale regelgeving niet van toepassing kon zijn op statutairen, aldus vragensteller Schryvers in haar repliek. Ze was alleszins blij dat aan de zaak gewerkt werd zodat alle medewerkers in alle sectoren mogelijkheden zouden hebben. Er kwamen nog drie interventies (Koen Daniëls, Steve Vandenberghe en Johan Danen) die allemaal neerkwamen op wat de eerste in het rijtje, Koen Daniëls, stelde. De ziektecijfers waren lager dan in andere jaren en de leraren toonden verantwoordelijkheidszin, wat een proficiat waard was. Hij wees voorts op het probleem van het ziekteattest van een kind met de nieuwe teststrategie. De definitie van “overmacht” moest dus goed worden bekeken. Steve Vandenberghe drong nog aan op blijvende alertheid. Johan Danen ten slotte herhaalde dat er duidelijkheid gecreëerd moest worden in dit verhaal.

Minister Weyts had intussen de exacte afwezigheidscijfers opgezocht ter bevestiging. Voor onderwijs bestonden er toch ook al veel meer kanalen voor het gestelde probleem dan in andere sectoren, incl. een veel voordeligere verloning. Daarmee moest ook rekening gehouden worden.

Vragensteller Schryvers rondde de bespreking herhalend en samenvattend af.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio