Er bestaat een aparte regeling voor bezoldigde en onbezoldigde bestuurders.
De sociale en fiscale wetgeving gaan er van uit dat bestuurders altijd bezoldigd zijn, tenzij uitdrukkelijk in de statuten van de vzw is vermeld dat de mandaten onbezoldigd zijn.
Als je fiscaal vrijgestelde kostenvergoedingen aan bestuurders wil kunnen toekennen, dan is het dus zeer belangrijk om in de statuten te vermelden dat de bestuurders niet bezoldigd worden. De bestuurders moeten daar naar kunnen verwijzen om aan te tonen dat ze geen inkomsten halen uit hun mandaat.
Indien je als bestuurder van een vzw een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van het bestuursorgaan krijgt, dan merkt de fiscus die vergoeding aan als ‘presentiegelden’ of ‘zitpenningen’ en dan is er sprake van een bezoldigd bestuursmandaat. Deze vergoedingen zijn geen bezoldigingen maar ‘baten’. Ze zijn onderworpen aan sociale bijdragen en belastbaar in de personenbelasting van de bestuurder.
Andere niet fiscaal vrijgestelde bestuurdersvergoedingen zijn: terugbetaalde kosten en voordelen van alle aard (bijvoorbeeld: gsm, laptop, internetverbinding ter beschikking gesteld door de vzw).
Deze bestuurdersvergoedingen moet je vermelden op een fiche 281.30.
Als bezoldigd bestuurder moet je aangesloten zijn bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen. Dat fonds int de sociale bijdragen en komt tussen bij de toekenning van bepaalde sociale uitkeringen.
Als bezoldigd bestuurder kun je naast je bezoldigd bestuursmandaat ook nog vrijwilligerswerk verrichten dat volledig losstaat van je bestuursmandaat (bijvoorbeeld meehelpen bij een schoolfeest of eetfestijn). Voor dat vrijwilligerswerk kun je een fiscaal vrijgestelde vrijwilligersvergoeding krijgen.
Lees hier meer over de Kostenvergoeding voor vrijwilligers.
Als onbezoldigd bestuurder kun je geen bestuurdersvergoeding krijgen.
Er bestaan twee manieren om een vergoeding te krijgen voor de kosten van je bestuusmandaat:
Als je bestuurdersmandaat onbezoldigd is, dan kun je sinds 21 april 2019 het vrijwilligersstatuut aannemen. Zie artikel 3, 2° van de Wet betreffende de rechten van vrijwilligers van 3 juli 2005.
Als de toegekende kostenvergoeding voldoet aan de voorwaarden van de vrijwilligersvergoeding is ze niet onderworpen aan sociale lasten en moet ze ook niet worden aangegeven in de personenbelasting. Voor de vrijwilligersvergoeding moet er geen fiscale fiche worden opgesteld.
Als je ook ander vrijwilligerswerk verricht, naast het onbezoldigd bestuursmandaat waarvoor je een forfaitaire vrijwilligersvergoeding krijgt, dan moet je alle forfaitaire vrijwilligersvergoedingen samentellen om na te gaan of je de dag- en jaargrens niet overschrijdt. Ook de forfaitaire vrijwilligersvergoedingen en de kilometervergoedingen die je ontvangt van andere organisaties moet je meetellen.
Het is niet toegelaten om een forfaitaire vrijwilligersvergoeding te combineren met reële kostenvergoedingen, terugvordering van kosten eigen aan de vzw of voordelen van alle aard. Dat verbod geldt per persoon en niet per vzw. Dat betekent dat het niet toegelaten is om in een kalenderjaar bij de ene organisatie een forfaitaire vrijwilligersvergoeding te ontvangen en bij een andere organisatie een reële kostenvergoeding of een andere soort van fiscaal vrijgestelde vrijwilligersvergoeding.
Wanneer de kostenvergoeding geen vrijwilligersvergoeding is, moet er een fiscale fiche 281.30 worden afgeleverd. Meer informatie vind je in de nota 'Kostenvergoeding voor vrijwilligers'.
Ook dagelijks bestuurders, die bevoegd zijn voor het dagelijks bestuur van de vzw, kunnen een vergoeding krijgen. Soms wordt een dagelijks bestuurder ook wel een gedelegeerd of afgevaardigd bestuurder genoemd. Een dagelijks bestuurder kan in drie gevallen een vergoeding ontvangen.