Zorg als een continuüm

Het zorgcontinuüm vormt één doorlopend, aansluitend geheel. De noden van leerlingen zijn niet strikt in fasen af te bakenen. Daarom zijn in de voorstelling van het zorgcontinuüm de fasen van elkaar gescheiden met een stippellijn. Je vraagt je niet af in welke fase de leerling op dit moment zit. Je stelt de vraag hoe intensief een leerling best begeleid wordt en wie je daarbij kan helpen. Het zorgcontinuüm schrijft niet voor welke concrete acties je doet in welke fase, noch wil het leerlingen rigide koppelen aan een bepaalde fase. Op zich zegt het zorgcontinuüm niets over specifieke kenmerken van een leerling.

De stippellijnen zorgen er ook voor dat de fasen van het zorgcontinuüm er niet in elke school hetzelfde uitzien. Scholen die al verder staan, zullen een bredere basiszorg hebben. Dat kan op verschillende manieren.

  • Een passende maatregel die je voor één leerling toepast (bijvoorbeeld een koptelefoon laten opzetten om zich beter te kunnen concentreren tijdens individueel werk), kan na verloop van tijd deel gaan uitmaken van de brede basiszorg, omdat je hem beschikbaar maakt voor alle leerlingen.
  • Een school met veel ex-OKAN leerlingen kan extra inzetten op taal in de brede basiszorg.

Het zorgcontinuüm zit ingebed in de schooleigen visie op zorg en kansen en kan structuur geven aan de organisatie van leerlingenbegeleiding in een school. Zo overleg je voor een leerling met een verslag met externe partners om een IAC-plan op te stellen (zie fase 3), maar blijf je voor die leerling, net als voor alle andere leerlingen, sterk inzetten op de brede basiszorg, zodat ook die leerling met de groep kan participeren aan het klasgebeuren.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio