Een basisoptie draagt bij tot een goede observatie en oriëntatie van de leerling.
In aanvulling op de algemene vorming ondersteunen basisopties leerlingen om een gemotiveerde keuze te maken voor een studiedomein of studierichting in de tweede graad.
Daarom gaan we ervan uit dat
In het kader van de observerende en oriënterende eerste graad adviseren we je om te kiezen voor basisopties en niet voor pakketten. De keuze voor basisopties creëert meer mogelijkheden tot een ruimere observatie van de leerlingen.
Katholiek Onderwijs Vlaanderen schrijft leerplannen op het niveau van de basisoptie en niet voor de onderliggende pakketten. Leerlingen die een basisoptie volgen zullen met aspecten van onderliggende pakketten in aanraking komen.
We schrijven de leerplannen voor de basisopties van de A- en B-stroom naar rato van 5 lesuren.
Voor het leerplan STEM-technieken B-stroom voorzien we voldoende verwijzingen naar de diverse interessegebieden zodat je kunt uitbreiden tot 10 uur. Ook voor de basisoptie Maatschappij en welzijn B-stroom kan het zinvol zijn om 10 lesuren te voorzien. Het leerplan biedt voldoende inspiratie om in dat geval elk van de drie interessegebieden diepgaand aan bod te laten komen.
In een observerende en oriënterende eerste graad staan basisopties niet los van de algemene vorming. Ze vormen samen één geheel. De leerplandoelen van de basisopties bouwen verder op de leerplandoelen van de algemene vorming.
In de basisoptie komen de doelen van de algemene vorming vaak meer geïntegreerd aan bod. De diverse contexten binnen de basisopties zorgen voor een verbreding van de algemene vorming.
Hoe kan een leerplan gebruikt worden voor een diverse groep leerlingen?
In de leerplannen van de basisopties voorzien we mogelijkheden om in te spelen op de diverse leerlingenprofielen. Naast basisdoelen zijn er in de leerplannen verdiepende doelen opgenomen. De verdiepende doelen kun je gebruiken om leerlingen meer uitdaging te bieden.
Welke mogelijkheden bieden de leerplannen om leerlingen te laten schakelen van de B-stroom naar de A-stroom?
Schakelen van de B- naar de A-stroom is vooral interessant in de loop van het eerste leerjaar B of op het einde ervan. Op het einde van de eerste graad kiezen de leerlingen dan een finaliteit die aansluit bij hun capaciteiten.
Om leerlingen de kansen te geven op het juiste ogenblik te schakelen, is het belangrijk in schakelmogelijkheden te voorzien. Je kunt dat doen door in de algemene vorming voldoende differentiatie aan te bieden. De verdiepingsdoelen in de leerplannen van de B-stroom kunnen je daarin ondersteunen omdat ze afgestemd zijn op het basisniveau van de A-stroom.
De overheid voorziet voor leerlingen in de B-stroom ook een Opstroomoptie. De Opstroomoptie kan een zinvolle piste zijn voor ex-OKAN-leerlingen die de OKAN-klas verlaten hebben. Via de Opstroomoptie kunnen ze gedurende 10 lesuren verder werken aan hun kennis van het Nederlands en andere doelen van de algemene vorming. Daardoor kunnen ze na de eerste graad doorstromen naar een doorstroom- of doorstroomarbeidsmarktgerichte studierichting in de tweede graad.