Doel: De evolutie van de gitaarsolo in popmuziek bestuderen en de rol van de gitaarsolo in verschillende genres en periodes analyseren.
De gitaarsolo speelt/speelde een belangrijke rol in de popmuziek. Zijn leerlingen zich daar bewust van? Hoe vaak beluisteren ze zelf muziek met gitaarsolo’s? Uit welke periode? Genres? Zijn verschillen merkbaar?
Voorbeelden:
Je kan de leerlingen in groepjes van 2 laten reflecteren en klassikaal hun hypothese(n) laten terugkoppelen.
De leerlingen formuleren een onderzoeksvraag. Ze krijgen inzicht in het SMART formuleren van vragen. Bv. door modelleren en nadien voorbeeldvragen te bekijken en aan te passen aan het SMART-model. Mogelijk onderzoeksvraag passend bij dit voorbeeld:
Hoe is de gitaarsolo in popmuziek geëvolueerd doorheen de tijd en wat is de rol van de gitaarsolo in verschillende genres en periodes?
De leerlingen kunnen op diverse manieren gegevens (data) verzamelen voor hun onderzoek.
Voorbeelden:
De leerlingen verwerken de verzamelde data. Ze analyseren de gegevens op basis van de onderzoeksvraag. Die gegevens beoordelen ze in een volgende fase. Ze krijgen tijdig de kans om hun onderzoeksmethode bij te sturen indien ze merken dat de in de vorige fase gekozen onderzoeksmethode te weinig resultaten oplevert.
Voorbeeld van een analyse toegepast op het voorbeeld:
Een concrete analyse kan focussen op een specifiek genre, zoals rockmuziek. De analyse kan de gitaarsolo's in rockmuziek uit verschillende periodes vergelijken, met aandacht voor de gebruikte technieken, de melodische en harmonische ontwikkeling, en de rol van de gitaarsolo in de context van het muziekwerk. De analyse kan ook de evolutie van de gitaarsolo in rockmuziek relateren aan de bredere ontwikkeling van het genre en de maatschappelijke context van de verschillende periodes.
De leerlingen trekken tussentijdse conclusies die ze aan elkaar voorleggen (bv. met een digitale tool zoals Flip) en vergelijken dit met een gelijkaardig onderzoek. Op basis van peerevaluatie sturen ze bij (bv. verder onderzoek nodig, verduidelijking, extra deelvragen …).
In een conclusie bevestigen of ontkennen leerlingen de hypothese. Ze formuleren een onderbouwd antwoord op de onderzoeksvraag. Eventueel formuleren ze ook nieuwe vragen en suggesties voor verder onderzoek.
De leerlingen stellen hun onderzoek voor op een mondelinge of schriftelijke manier zoals gekozen in hun onderzoeksplan. De onderzoeksresultaten kunnen gepresenteerd worden aan de klas.
De leerling-onderzoeker rapporteert ook over het proces, met aandacht voor het dynamische van dat proces (bv. hindernissen, succeservaringen, bijsturingen).
Na elke fase is er ruimte voor reflectie, bv. via een logboek, exit-ticket, peerevaluatie, reflectiegesprek met de leraar of mentor. Mee te nemen in de evaluatie is het respecteren van het onderzoeksplan en de reflecterende houding van de leerling. Het gelopen proces is belangrijker dan het afgeleverde eindresultaat.