Deskundigheid houdt in de benodigde competenties van het schoolteam om ICT goed in te zetten.
De beginsituatie van elke leraar voor het werken met digitale middelen is verschillend. Om de deskundigheid van de leraar te bevorderen is differentiatie nodig. Leraren die vertrouwd zijn met de mogelijkheden van digitale middelen zullen ze al veelvuldig gebruiken in hun lespraktijk. Anderen zetten nog maar, mede door corona, de eerste stappen op deze weg. Blijvende professionalisering blijft weliswaar nodig voor iedereen. De digitale wereld staat niet stil.
Hieronder vind je een zelfinschalingstool voor het schoolteam. Het is gebaseerd op DigCompEdu. DigCompEdu is het Europese referentiekader dat de digitale competenties van leraren beschrijft. Het framework bestaat uit 22 competenties waaraan de leraar op vlak van ICT en leren zou moeten voldoen. Deze 22 competenties zijn onderverdeeld in zes competentiegebieden:
Onderstaand document kun je gebruiken om je eigen digitale competenties of de digitale competenties van je schoolteam in te schalen en daaruit je nood aan professionalisering af te leiden. Er zijn inschalingsvragen voor de verschillende competentiegebieden. Als school kun je deze bevraging schooleigen maken.
Niet alleen het technische aspect van het omgaan met digitale middelen speelt hierbij een rol. Leraren moeten ook weten waar en hoe het een plaats kan krijgen in hun didactische aanpak. In het Engels wordt dit type kennis aangeduid als TPACK: Technological Pedagogical Content Knowledge. Dit omvat drie componenten die aan de basis liggen van een goede ICT-integratie, namelijk inhoud, didactiek en technologie evenals de onderlinge relatie ertussen. Die kennis en bijbehorende vaardigheden leer je niet noodzakelijk in een cursus. Het aanscherpen van de deskundigheid zal mee bepaald worden door de samenwerkingscultuur die in de leraarskamer en in de vakgroepen leeft.
In het kader van de professionalisering van de leraar kan de school in een vormingsaanbod op maat voorzien. Dat kan al dan niet op het niveau van de scholengemeenschap dan wel op schoolniveau georganiseerd worden, evenals door aan te sluiten bij een extern georganiseerd nascholingsprogramma. Ook de ICT-coördinator en leraren met een zekere expertise kunnen – indien ze hiertoe door de directie de nodige ondersteuning krijgen – door coaching bijdragen in het leerproces van de leraar. Tot slot liggen in het informele leren kansen om de vaardigheden aan te scherpen.
Door ook ouders te betrekken in dit vormingsaanbod, vergroot hun betrokkenheid en wordt hen de mogelijkheid geboden hun zoon/dochter gepast te kunnen begeleiden.
Meer duiding over professionaliseren vind je op de PRO-pagina Visie op professionaliseren.
De opnames van deze webinar vind je op de playlist ICT-beleid in ons Youtubekanaal.
De info over Digisprong vind je onder de tegel Digisprong en de FAQ speerpunt 1 en FAQ speerpunt 2. Deze vullen we regelmatig aan.
Er wordt steeds nadrukkelijker van leraren verwacht dat ze op een verantwoorde pedagogisch-didactische manier digitale competenties inzetten tijdens hun onderwijsproces. Om leraren daarin te ondersteunen, stelt de minister in het kader van Digisprong middelen ter beschikking, zodat elke leraar de kans krijgt zijn of haar digitale competenties te versterken.
Voor het aanbieden van die cruciale beroepsvaardigheden kijkt de minister in de richting van de centra voor volwassenenonderwijs (cvo's) (speerpunt 3 van de nota Edusprong). Alle cvo's van Katholiek Onderwijs Vlaanderen hebben zich de voorbije weken en maanden voorbereid om tegen 1 september 2021 een geschikt aanbod voor leraren uit te werken. Dat aanbod zal een aantal standaardpakketten omvatten. Daarnaast zal er echter ook maatwerk mogelijk zijn en kan een cvo op vraag van jouw school of jouw lerarenteam een aanbod organiseren in functie van jullie specifieke noden of context.
De cvo's van Katholiek Onderwijs Vlaanderen zijn daartoe een samenwerking aangegaan met Microsoft en Google. Door hun jarenlange ervaring in het organiseren van ICT-opleidingen, zijn de cvo's immers ideaal geplaatst om als Global Training Partner van Microsoft en als Google Certified Trainer jouw digitale competenties te verhogen.
Benieuwd welk cvo bij jouw school in de buurt ligt en bij wie je terecht kunt voor meer info of concrete afspraken? Hier vind je alvast een overzicht:
Door artikel 2 van het decreet over de relancemaatregelen in het onderwijs zul je 120 euro ontvangen per organieke voltijdse betrekking in een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel van het basisonderwijs, het secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs.
Je krijgt middelen overeenkomstig het aantal voltijdse betrekkingen op 1 februari 2021.
Je moet de middelen gebruiken voor het volgen van opleidingen Informatie- en Communicatietechnologie (ICT). Je mag de middelen niet voor andere doeleinden of andere opleidingen gebruiken.
Je mag de middelen alleen gebruiken voor de opleiding van personeel met een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel.
Je mag de middelen gebruiken vanaf 1 juni 2022: voor opleidingen met een begindatum op 1 juni 2022 of later en met een factuurdatum van 1 juni 2022 of later.
De uiterste bestedingsdatum is 31 juli 2026.
Middelen die niet besteed zijn op 31 juli 2026 zul je onmiddellijk moeten terugbetalen.
Er wordt een administratieve geldboete voorzien van ten hoogste het vijfvoud van de nascholingsmiddelen:
De geldboete kan worden afgehouden van de nog te ontvangen werkingsmiddelen.
Je moet de opleidingen ICT waarvoor je de middelen zult aanwenden, opnemen in het professionaliseringsplan.
Middelen die niet correct besteed zijn en/of middelen die niet op 31 juli 2026 besteed zijn, zul je onmiddellijk moeten terugbetalen (zie Aanwending en sancties).
De middelen worden in twee schijven uitbetaald aan de inrichtende machten:
De nascholingsmiddelen zijn exploitatiesubsidies met ontbindende voorwaarde. Ze moeten worden geboekt op het moment waarop het recht van de vzw op de subsidie komt vast te staan en de subsidie redelijkerwijze gewaardeerd kan worden. Voor de nascholingsmiddelen is dat boekjaar 2022.
Het gedeelte van de Digisprong-nascholingssubsidie die einde boekjaar 2022, 2023, 2024 en 2025 nog niet is besteed moet via overlopende rekening worden overgedragen naar het volgende boekjaar. De ontbindende voorwaarde moet vanaf boekjaar 2022 tot en met boekjaar 2025 worden vermeld in de toelichting bij de jaarrekening als “Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen” (in het VSKO-model: XII.C op bladzijde VSKO 13).
Bij ontvangst van de subsidie:
D/55 Kredietinstellingen @ 731x0 Nascholing Digisprong nog niet besteed
Bij ontvangst van een factuur waarvoor de subsidie wordt aangewend:
D/731x0 Nascholing Digisprong nog niet besteed @ C/731x1 Nascholing Digisprong besteed
Per einde boekjaar 2022, 2023, 2024 en 2025:
D/731x0 Nascholing Digisprong nog niet besteed @ C/4930 Over te dragen werkingstoelagen
Bij de heropening in volgend boekjaar (2023, 2024, 2025 en 2026):
D/4930 Over te dragen werkingstoelagen @ C/731x0 Nascholing Digisprong nog niet besteed
Op 01/08/2026 na het verstrijken van de uiterste bestedingstermijn:
D/731x0 Nascholing Digisprong nog niet besteed @ C/489 Diverse overige schulden
Op 01/08/2026 bij de spontane terugbetaling van de niet gebruikte subsidie aan de subsidieverstrekkende overheid:
D/489 Diverse overige schulden @ C/55 Kredietinstellingen