We krijgen veel vragen over de concrete modaliteiten voor het invullen van het bewijs van competenties op het einde van de tweede graad A- en D/A-finaliteit voor leerlingen met een oriënteringsattest C. In het bewijs van competenties moeten de competenties uit de beroepskwalificatie(s) opgenomen worden die een leerling behaald heeft als hij niet is geslaagd.
Inhoudelijk houdt de koppeling tussen een beroepskwalificatie en een bewijs van competenties in de tweede graad A en D/A weinig steek. In de tweede graad A en D/A wordt in voorbereiding op de derde graad al gewerkt aan competenties van de beroepskwalificatie, maar ze worden niet noodzakelijk gerealiseerd op het niveau dat wordt verwacht op het einde van de derde graad. Voor leerlingen in de tweede graad gaan we immers uit van eenvoudige situaties of handelingen waar leerlingen volgens richtlijnen en onder begeleiding werken. Het is dan ook niet zinvol om al een bewijs van competenties uit te reiken dat zou ingezet kunnen worden op de arbeidsmarkt. Wij proberen de overheid ervan te overtuigen de verplichting om het bewijs van competenties uit te reiken op het einde van de tweede graad A en D/A af te schaffen aangezien het geen meerwaarde heeft voor de betrokken leerling of toekomstige werkgevers en voor de scholen een aanzienlijke bijkomende planlast met zich mee brengt.
Inhoudelijk hebben we voor de deliberatieperiode van het schooljaar ‘22-‘23 gezocht naar een pragmatische oplossing met zo weinig mogelijk planlast voor de scholen, met name een algemene, globale omschrijving op basis van de bereikte leerplandoelen. Op 13 juni communiceerde de overheid via een aanpassing aan de omzendbrief SO64 (10.1.16) echter een andere aanpak. Wij betreuren zowel de laattijdige communicatie over deze maatregel als de aanpak die wordt voorgesteld.
De omzendbrief verwijst naar de curriculumdossiers als bron voor het invullen van het bewijs van competenties en vraagt dat competenties uit de beroepskwalificaties of deelkwalificaties worden opgenomen. Dat schept meerdere problemen en zorgt voor onnodige extra planlast.
Scholen die het bewijs van competenties willen invullen volgens de richtlijnen van de overheid in SO 64, moeten een complex proces doorlopen:
Voor verdere vragen met betrekking tot deze procedure en de regelgeving kan je je wenden tot de contactpersonen van het departement Onderwijs en Vorming en Agodi die zijn opgenomen bij SO 64.
Vanuit pragmatisch oogpunt en om de planlast tot een minimum te beperken kan het een optie zijn om in het bewijs van competenties de doelen van het curriculumdossier op te nemen zoals je ze achteraan in het leerplan vindt. Deze manier van werken is momenteel niet volledig conform de huidige bepalingen in SO 64.
In bijlage illustreren we deze twee scenario’s voor de studierichting Elektriciteit (tweede graad A-finaliteit).