Het gaat hier om het volgende leerplandoel:
Leerplandoel MAVO III – a – 18
De leerlingen lichten aan de hand van voorbeelden het overerven van kenmerken bij organismen toe
Aan de hand van de volgende afbeelding kan je het overerven van erfelijke kenmerken visualiseren op een laagdrempelige manier. Wil je er een doe-fase aan koppelen, kan je dit eventueel door de leerlingen laten overdoen.
In de deze afbeelding vertrek je van 2 ouders. (rode en gele beer) die hun erfelijke kenmerken verdelen onder hun kinderen.
1 van beide kinderen gaat een relatie aan met de groene beer en zo raken ook andere erfelijke eigenschappen steeds verder verspreid.
Het nadeel aan deze afbeelding is dat de originele partner steeds maar 1 kenmerk heeft (rode, gele, groene, of oranje beer) wat in werkelijkheid niet realistisch is. Eigenlijk geeft de onderste rij de werkelijkheid weer: we hebben allemaal diverse overgeërfde kenmerken in ons.
Maar het principe wordt zo wel visueel verduidelijkt. Je geeft erfelijke eigenschappen door, maar welke dat zijn, wordt bepaald door diverse factoren, waardoor de uiteindelijke uitkomst verschillend kan zijn per kind.
Jouw erfelijke eigenschappen zijn een combinatie van de erfelijke eigenschappen van je ouders.
Aan de hand van deze afbeelding kan je het principe van dominante en recessieve kenmerken visualiseren.
Het rode kenmerk is dominant en wordt doorgegeven aan beide kinderen in de eerste generatie.
Eén van beide kinderen gaat een relatie aan met een partner die andere kenmerken heeft. (geel en groen)
Die zijn beide recessief. Aan beide kleinkinderen van de tweede generatie wordt het rode, dominante kenmerk doorgegeven.
Uiteraard is dit een vereenvoudigde visuele voorstelling die extra duiding verdient.