De rol van de leraar bij het leren programmeren
Bij het leren programmeren speelt de leraar een heel belangrijke rol.
Leren programmeren houdt in dat een vast patroon van stappen gezet wordt om tot een hopelijk gunstig resultaat te komen nl. probleemstelling, analyse, formuleren van het algoritme, omzetten van het algoritme in een programma, testen van het programma.
Iemand die kan programmeren kan voor kleinere oefeningen een aantal stappen samen nemen of een stap overslaan. Wil je echter leerlingen leren programmeren dan is het belangrijk dat je de stappen expliciet vermeldt en uitvoert.
In eerste instantie ga je samen met de leerlingen een aantal oefeningen programmeren. Hierbij is de voorbeeldfunctie van de leraar immens belangrijk. Als leraar ga je elke stap die je zet, elk gedachtenpatroon dat je volgt verwoorden naar de leerlingen, je gaat het onderwijsleergesprek gebruiken om de leerlingen mee te betrekken in het uitwerken van de oefeningen.
Het zien en horen van je werkwijze als leraar bij het komen tot een werkend programma, helpt de leerlingen bij het leren zelf programmeren.