Hoewel dit ontwerpdecreet inhoudelijk erg samen hoorde met dat andere ontwerpdecreet “over diverse maatregelen voor het onderwijs”, -- minister Weyts lichtte ze dan ook in één beweging toe --, werd alleen het eerste ontwerpdecreet helemaal afgewerkt tijdens deze commissievergadering. Het korte commentaar hier zal zich dan ook beperken tot dat ontwerp van relancedecreet. Het andere ontwerpdecreet houden we voor later: dat is eigenlijk een soort verzameldecreet, nog náást het nóg andere, “klassieke” verzameldecreet dat gekend is onder de naam “Onderwijsdecreet XXXII” en ook in deze commissievergadering aan bod kwam. De doolhof van decreten kan in Onderwijs complex zijn, mede door het legaliteitsbeginsel. Overigens liep de kwestie van Onderwijsdecreet XXXII hier met een sisser af, na heel wat commotie met vooral Vooruit en een “indrukwekkende” geschiedenis van amendementen. Maar ook dát zal dus voor een volgende keer zijn.
De doelstellingen van het ontwerp van relancedecreet (N.B. Denk terug, beste lezer, aan corona en “Vlaamse Veerkracht”, met een wirwar van maatregelen en projecten) waren eigenlijk eenvoudig en werden goed samengevat in de memorie van toelichting (p.3). Het draaide allemaal vooral om de ICT-professionaliseringsmiddelen voor onderwijspersoneel en de professionaliseringsmiddelen voor zgn. ondersteuners (N.B. Het M-decreet). Eenmalige en andere tijdelijke maatregelen dus. Voor ICT was een beperkt stuk van de investeringen wel recurrent. Daarover was het eerder al vaak gegaan. Nu kwam de decretale verankering. Het was trouwens opnieuw die “eenmaligheid” die in de bespreking voor enige kritische zin zorgde. Het feit dat het echter om niet strikt gekleurde middelen ging (wel voor ICT-opleidingen te besteden natuurlijk) pareerde die andere kritiek dat de middelen niet voor alle personeelscategorieën bestemd zouden zijn.
De Commissie Onderwijs nam alvast het ontwerpdecreet aan: Vooruit en Groen onthielden zich, Vlaams Belang stemde mee met de drie meerderheidsfracties, vóór dus.
Je kunt alvast de video van de bespreking en stemming bekijken.
Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen