Het was in de commissievergadering van 7 januari 2021 al eens zijdelings gegaan over bijlessen. Nu schetste vragensteller Kim De Witte opnieuw de coronasituatie van jongeren en verwees daarbij naar de sessie van de zgn. coronacommissie waarin minister Weyts gehoord was (7 december 2020). Naadloos ging hij over naar het grote en dure bijlessenprobleem in dat verband en hij gebruikte daarbij ook enkele gezagsargumenten. Au fond ging het opnieuw over remediëring in en/of buiten het onderwijs en de reguliere onderwijsuren. Hoe ging minister Weyts ervoor zorgen dat het probleem, in zijn diverse (ook potentiële) aspecten, opgelost zou worden?
De Wittes vraag leidde ertoe dat de minister nog maar eens zijn hele corona-aanpak (basisstandpunten en maatregelen) uit de doeken deed. Wegwerken van leerachterstand was een en-enverhaal. Een visienota m.b.t. kwetsbare leerlingen en studenten (90 miljoen euro) was in voorbereiding en zou later in het Vlaams Parlement ter bespreking voorgelegd worden. De minister beschreef ook omstandig de diverse instrumenten die nu al bestonden: pedagogische begeleidingsdiensten, differentiatie en individuele leertrajecten, de zgn. pedagogische reserve, het project Leerbuddy Vlaanderen, de zomer- en de bijscholen, versnelde vervanging van leraren. Betaalde bijlessen verbieden kon de minister uiteraard niet.
Dat was blijkbaar nog niet voldoende herhaling, want naast vragensteller De Witte namen nog vijf interveniënten het woord. Een waslijst van bijkomende vragen (en suggesties) over soms heel specifieke aspecten van dit verhaal volgde, maar vooral veel herhaling, mét verwijzing ook naar het vele (overigens au fond dubbele) werk in de coronacommissie. Interveniënt Roosmarijn Beckers haalde er zelfs de zgn. schoolopdracht bij. Uiteraard was het accent op de zgn. bijscholen bij de partijgenoten van de minister (Koen Daniëls en Kathleen Krekels) groter dan bij andere interveniënten. We leerden wel dat de gegadigden voor de bijscholen al bij al (nog) beperkt in aantal waren. Hoe dan ook, hoewel er hier en daar nog wel enige politieke discussie was, zeiden de diverse fracties in de grond toch niet zo bijster verschillende dingen, nl.: remediëring zoveel mogelijk in de klas met de uitgetrokken middelen (eventueel ook via een verschuiving van bepaalde middelen, zoals interveniënt Loes Vandromme suggereerde) zodat betaalde bijlessen zo weinig mogelijk nodig waren.
In zijn tweede repliek herhaalde minister Weyts zijn basisstelling, gaf hij nog cijfers mee over de buddywerking en de bijscholen, maar zei hij ook te zullen focussen op extra maatregelen na de krokusvakantie: die maatregelen werkte hij wel graag uit in dialoog met het onderwijsveld, waarmee hij tot op heden goed samengewerkt had in de aanpak van de coronacrisis. Ook in het ruimere politieke onderwijsplaatje een erg relevante vaststelling…
Vragensteller De Witte besloot: met verwijzing naar onderzoek in Nederland over het zgn. schaduwonderwijs (zou het in Vlaanderen zo’n vaart lopen, bedacht ik me) en een herhaling van zijn subsidievraag over de vzw Kompanjon, die hij schriftelijk zou indienen.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de toename van het aantal bijlessen in het onderwijs van Kim De Witte” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen