14 januari 2021 – Geletterdheid van kleuters

Loes Vandromme had onder andere het artikel in De Morgen van 31 december 2020 gelezen over een deelaspect van het TIMSS-onderzoek (Trends in International Mathematics and Science Study, 2019), nl. de vraag aan ouders en directeurs van lagere scholen over het vermogen van kinderen om eenvoudige lees- en rekentaken uit te voeren bij de start van het lager onderwijs. Daaruit zou blijken dat Vlaamse kleuters op zulke taken minder goed scoren dan kleuters in andere Europese landen, tenminste dus volgens ouders en schooldirecteurs. Vragensteller Vandromme overliep meerdere elementen van het krantenartikel en had een reeks vragen: wat vond de minister van dat alles; maar voorts legde ze ook het verband met het Regeerakkoord (cf. extra kinderverzorgers in het kleuteronderwijs) en de voorbije begrotingsbesprekingen (cf. een warme transitie tussen thuiscontext, kinderopvang en kleuterschool).

Minister Weyts betrok nog ander onderzoek bij de zaak en verruimde het thema tot “voorschoolse geletterdheid”. Een reden tot bezorgdheid volgens hem. Een sterkere professionalisering van kleuteronderwijzers was dan ook een eerste doelstelling. Daarnaast ook hetzelfde recept voor de schoolleiders. Voor de professionalisering van de lerarenopleiders verwees hij naar het project ‘Kleine Kinderen, Grote Kansen’ en zijn vervolg. Deze regeerperiode wilde de minister inzetten op de inhoudelijke versterking van de lerarenopleiding, waarvoor hij binnenkort een oproep voor pilootprojecten zou lanceren. Daarin zou een project met focus op geletterdheid en gecijferdheid in het kleuteronderwijs zeker tot de mogelijkheden behoren. Ook verbond hij het thema met de geplande taalscreening in het kleuteronderwijs en de nieuwe ontwikkelingsdoelen in het kader van het belangrijke eindtermendossier basisonderwijs. Dat laatste verloopt niet probleemloos, maar dat terzijde. De minister ging voort met een inderdaad substantiële lijst van al genomen maatregelen, incl. de financiële middelen in kwestie. Wat de overgang naar de kleuterschool vanuit de thuissituatie of de kinderopvang betrof, vermeldde hij wat al bestond. Bovendien was er (samen met Welzijn) een ambtelijke werkgroep opgericht, ter bevordering van een warme transitie tussen de thuiscontext, kinderopvang en kleuterschool.

Vragensteller Vandromme beaamde een en ander van wat minister Weyts gezegd had, maar hier en daar toch met een licht kritische noot. Met name voor de professionalisering wees ze op het probleem van de nodige tijd en ruimte in de opdracht van kleuteronderwijzers.

Niet minder dan vier interveniënten deden vervolgens hun duit in het zakje: Roosmarijn Beckers, Koen Daniëls, Kathleen Krekels en Elisabeth Meuleman. Daarmee kregen we een best wel boeiend gesprek over wat de gewenste aard van kleuteronderwijs eigenlijk wel zou zijn, waarbij verschillende accenten te horen waren. Plus daarbij blijkbaar de vaststelling dat Vlaanderen het minder goed zou doen ondanks de grotere (langere) kleuterparticipatie dan in andere landen. In het bijzonder kon ik de expertise van interveniënt Krekels als onderwijzeres en logopediste appreciëren, met name wat haar zin voor realisme betrof. Want soms heb ik inderdaad het gevoel dat alles (lezen, schrijven, rekenen, …) in onderwijs alsmaar vroeger moet dan vroeger, waarbij Krekels een duidelijk nuancerende noot plaatste. Interveniënt Meuleman deelde die laatste mening, maar was gelijk ook kritisch: hoe ging minister Weyts die extra handen in de kleuterklas (cf. het Regeerakkoord; en cf. ook een project van de stad Gent) realiseren zodat het zgn. “niet-pedagogische” aspect uit handen van kleuteronderwijzers gehaald kon worden en zij zich integraal konden wijden aan het pedagogische, waarvoor ze opgeleid waren?

In zijn tweede repliek rekende minister Weyts ook op de verlaging van de leerplichtleeftijd. Voor zijn letterlijke rekenoefening (+100 miljoen euro voor het basisonderwijs deze legislatuur) liet hij nog niet in zijn kaarten kijken. Er was nog zoiets als regeringsoverleg en sociaal overleg. Inderdaad en terecht! Vragensteller Vandromme geloofde heel sterk in het transitieproces van zorg naar leren en men moest daarbij ook internationaal onderzoek opvolgen, maar ze was hoopvol.

Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de geletterdheid bij kleuters van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio