22 oktober 2020 – Stijgend aantal leerlingen in thuisonderwijs

Roosmarijn Beckers haalde de mosterd voor haar vraag om uitleg bij een artikel in De Standaard (voor abonnees) van 7 oktober 2020, dat zij als inleiding grotendeels navertelde. Wat dacht minister Weyts van de daarin vermelde mening van OESO-onderwijstopman Dirk Van Damme, van het huisonderwijs zelf en de controle daarop? En vragensteller Beckers legde ook een link met het te verwachten Begeleidingsdecreet, dat wellicht een andere naam zou krijgen.

In het krantenartikel had Dirk Van Damme een bepaalde speculatie gegeven, waarvoor minister Weyts geen gegevens had om die te staven of te ontkennen. Hijzelf had ook een appreciatie gegeven door de bedoelde stijging van het huisonderwijs te linken aan corona. Huisonderwijs bleef trouwens hoe dan ook, ondanks die stijging, een marginaal gegeven. Ouders moesten geen verklaring geven waarom ze voor huisonderwijs opteerden. Vandaar die speculaties en geen onderbouwde verklaringen. Al zeker niet door de stijging te verbinden met de kwaliteit van het ‘gewone’ onderwijs. De minister zei volop te werken aan een conceptnota voor het toekomstige decreet ter vervanging van het M-decreet: het nieuwe decreet zou vooral inzetten op het versterken van de zgn. brede basiszorg (fase 0 van het zorgcontinuüm), maar vermoedelijk bedoelde de minister daarnaast ook de zgn. verhoogde zorg, aangezien hij ook van fase 1 sprak. En er zou voor het eerst een project komen voor hoogbegaafden (N.B. Op de valreep werd daarover vorige legislatuur een voorstel van resolutie aangenomen.). Ten slotte lichtte de minister de werkwijze voor huisonderwijs toe, alsook de controle erop door de Onderwijsinspectie en de specifieke communicatie ter zake vanuit het Onderwijsministerie naar aanleiding van de verlaging van de leerplichtleeftijd naar 5 jaar.

Vragensteller Beckers wilde nog weten hoe minister Weyts omging met de vaststelling door de Staatsveiligheid dat 20 procent van de kinderen ingeschreven voor huisonderwijs in België banden zou hebben met extremistische, vooral salafistische groeperingen. Vier interveniënten kwamen vervolgens aan het woord. Loes Vandromme polste naar eventuele verschuivingen in de verhouding tussen individueel en collectief huisonderwijs, de bevindingen van de Onderwijsinspectie en de opvolging van dit thema in het Regeerakkoord. Koen Daniëls ging door op de controles en vroeg naar een mogelijke thematisering van de redenen waarom voor huisonderwijs gekozen werd. Daarmee zaten we opnieuw bij wat de minister al gezegd had: er waren daarover geen gegevens, gewoon omdat ouders geen verklaring hoeven te geven. Sihame El Kaouakibi suggereerde dat het nuttig zou zijn om net wél dat soort redenen te registreren. Jean-Jacques De Gucht ten slotte legde uit waarom hij echt geen fan was van huisonderwijs, verwees naar het Regeerakkoord en hoopte dat de stijging nu slechts tijdelijk was door de coronacrisis. Hij had wel veel woorden nodig, waarop voorzitter Grosemans’ “Rondt u af, mijnheer De Gucht?” terecht was.

Minister Weyts antwoordde dat een eventuele bevraging naar de motieven voor de keuze van huisonderwijs geen wetenschappelijk relevante informatie zou opleveren. Ik denk dat hij gelijk had. Hij werkte samen met de Staatsveiligheid en benadrukte dat voor hem huisonderwijs alleen kon in hoogst uitzonderlijke situaties. Kinderen kregen het best onderwijs door een gedreven leraar in de klas. Vragensteller Beckers was het daar helemaal mee eens.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio