7 januari 2021 – Centra leren en werken versus duaal leren

Een ander actueel onderwijsdossier dan, met overigens al een hele voorgeschiedenis (cf. ministers Crevits en Muyters vorige legislatuur). In onze nieuwsbrief van 7 januari 2021 was er, naar aanleiding van een actie met veel kabaal van het onderwijsveld zelf, ook een bericht aan gewijd: incl. de open brief van de centra leren & werken aan de ministers Weyts en Crevits en de online petitie. De zaak leefde dus echt wel, wat de vragen om uitleg des te relevanter maakte. De timing ervan had wellicht iets te maken met de Mededeling van minister Weyts op de Vlaamse regering van 18 december 2020: met daarin de geplande kalender voor de transitie van leren & werken naar duaal leren en de zgn. aanloopfase (cf. infra). Drie vragenstellers: Loes Vandromme, Hannelore Goeman en Elisabeth Meuleman.

Vandromme verwees naar Vlor-initiatieven in dit verband en naar haar vraag om uitleg op 9 januari 2020. Zij somde de knelpunten, zoals ze aan bod waren gekomen in de open brief van het onderwijsveld, goed op: rond de nodige flexibiliteit, de verschillende kwalificatiemogelijkheden en de financiering. Hoe ging minister Weyts rekening houden met die bezorgdheden? Meuleman verwees op haar beurt naar haar vraag om uitleg van 5 maart 2020. Hoe waren de zaken sindsdien geëvolueerd? Waarna Meuleman nog menige vraag toevoegde: over de eventuele betrokkenheid van de Vlor, over de verschillende trajecten, over de leerlingenaantallen, over problemen met het groeipakket van de betrokken leerlingen, over de RVA die terugbetaling van tijdelijke werkloosheid zou vragen. Goeman ten slotte deed het verhaal nog eens omstandig over. Zij ging daarnaast in op de aanloopfase en vreesde een grotere ongekwalificeerde uitstroom. Wat ging de minister aan dat alles doen?

“Duuzend vragen!”, de opmerking waarmee minister Weyts zijn antwoord begon, was wel weggevallen in het parlementaire verslag, maar hij zou inderdaad ook uitvoerig antwoorden. Door omstandigheden heb ik de hele bespreking niet kunnen chronometreren en er was gelukkig maar één interveniënt, maar alle bijdragen waren toch wel echt héél lang. Minister Weyts schetste nog eens de hele legistieke geschiedenis sinds 2015 en het waarom van de toen al gekozen weg. Vervolgens legde hij de hierboven vermelde Mededeling aan de Vlaamse regering gedetailleerd uit, die het decreet van 30 maart 2018 over dit thema uitvoerde. Op basis van de huidige leerlingencijfers rekende de minister even voor hoe die leerlingen in het toekomstige systeem terecht zouden kunnen: 39 procent van de leerlingen kon zo in duaal leren, 42,5 procent in de aanloopfase. De overige 18,5 procent jongeren was divers qua samenstelling: een kleine 3 procent zat in een NAFT-traject onder toezicht van het beleidsdomein Welzijn, een groep jongeren moest nog worden gescreend en een groep jongeren moest nog worden geregistreerd.

Voor de vragen over kwalificatieproblemen verwees de minister naar de Onderwijsspiegel 2013. Het werd nog wel niet uitgesloten, maar de praktijk van ontwikkelcommissies wees uit dat het in veel gevallen in dit L&W-verhaal niet mogelijk was een kwalificatie met enig civiel effect uit te reiken. Voorts werd gewerkt aan de gevraagde afstemming met het groeipakket en met RVA/RSZ. De minister beklemtoonde duaal leren als een volwaardige, positieve leerweg voor bepaalde jongeren en niet als een compenserende leerweg in een beleid van vroegtijdig schoolverlaten. Daarvoor bestonden andere preventieve en compenserende maatregelen, waarbij de minister ook de provinciale aanpak toelichtte. In het coronarelanceplan volwassenenonderwijs zou er ook aandacht zijn voor de groep vroegtijdige schoolverlaters en de minister wees ten slotte op de EVC-mogelijkheden (intussen voor een negental beroepen) ter zake sinds september 2020.

Toen was het opnieuw aan de drie vragenstellers. Vragensteller Vandromme bleef erg bezorgd over bepaalde leerlingen die toch ergens zinvol ingeschreven moesten kunnen worden, bleef vragen dat leerlingen in de aanloopfase toch bepaalde kwalificaties zouden moeten kunnen behalen en ze insisteerde erop om de koppeling met vroegtijdig schoolverlaten te blijven maken. Hoe zat het met de concrete timing van de beslissingen over dat alles, zo vroeg Vandromme nog. Ook vragensteller Goeman was om dezelfde redenen niet echt gerustgesteld. Ze prees opnieuw het flexibele, modulaire systeem van het huidige leren & werken en wat met jongeren die niet uit de aanloopfase zouden geraken? Vragensteller Meuleman ten slotte vertelde hetzelfde verhaal en pleitte ook voor een alternatief voor die leerlingen die in het toekomstige systeem uit de boot dreigden te vallen.

Die zorgen en kritiek kon interveniënt Koen Daniëls politiek niet over zijn kant laten gaan. De principebeslissing in dezen was vorige legislatuur toch al genomen en dan nog wel door een partijgenote van de eerste vragensteller. Daniëls “vergat” dan wel even dat ook een van zijn partijgenoten als minister rechtstreeks betrokken was bij dat decretale initiatief (een combinatie van twee beleidsdomeinen, zoals nu trouwens ook), maar vragensteller Vandromme loste die “vergetelheid” later in haar slotwoord netjes op. Terecht! Daniëls’ omstandige tussenkomst begreep ik op dat moment, mea culpa, niet helemaal, maar ik begreep wel dat hij na te wijzen op het belang van de aanloopfase toch ook wel expliciet pleitte voor de opvolging van hen (over hen hadden de vragenstellers het nu net) die niet via de aanloopfase in duaal leren terecht zouden komen.

Vóór 1 september 2021 zouden ministers Crevits en Weyts duidelijkheid verschaffen rond de aanloopfase. Minister Weyts herhaalde de betekenis van de aanloopfase en zijn bovenvermelde raming van de leerlingengroep over wie de vragenstellers hun bezorgdheid geuit hadden.

In haar slotwoord, dat nu wel duidelijk relevant was, wees Vandromme erop dat minister Weyts niet geantwoord had op haar vraag over financiering en vroeg hem de specifieke groep kwetsbare leerlingen nauwkeurig op te volgen. Goeman had nog wat meer woorden nodig dan een simpel slotwoord, maar ze voelde wel goed aan dat de diverse sprekers uit de verschillende partijen finaal wel hetzelfde gezegd hadden, behalve dan blijkbaar wat de kritische uitspraak betrof van Daniëls over het huidige leren & werken. De rest van haar slotwoord was herhaling. Ook Meuleman ten slotte herhaalde haar punt en leek mij misschien nog wel wat pessimistischer dan de anderen. Wordt zeker vervolgd.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio