7 januari 2021 – Tekort aan CLB-artsen

Om tegemoet te komen aan het nijpende artsentekort in de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) werd de toegang tot het ambt heel recent verbreed door een wijziging in de regelgeving van de bekwaamheidsbewijzen (cf. ook de bijlage van de bekwaamheidsbewijzen; voor arts, zie punt 3.1), aldus Loes Vandromme. Ze vermeldde de omstandige communicatie (diverse brieven) die over de hele zaak door de betrokken actoren gevoerd was, ook ten aanzien van minister Weyts. Met de eenvoudige wijziging van de regelgeving van de bekwaamheidsbewijzen was duidelijk het laatste woord hier niet over gezegd. Hoe ging minister Weyts reageren op de verschillende elementen uit de vermelde communicatie?

Hij kon, gelet op het recente karakter van de maatregel, nu nog geen resultaat geven, maar de zaak werd gemonitord. De bedoelde maatregel getuigde om begrijpelijke redenen van enig pragmatisme. Corona speelde de CLB’s inderdaad parten. Maar de minister verdedigde de wijziging van de regelgeving ook nog met meerdere, andere argumenten. Hij had daarmee wel degelijk een punt, dacht ik. Om de dienstverlening (coronagerelateerd, mogelijk ook voor de COVID-19-vaccinatie later, maar ook voor hun klassieke taken) van de CLB’s, die de minister nogmaals prees voor hun goede werk, te garanderen was de maatregel nodig.

In haar repliek wees vragensteller Vandromme vooral op het gebrek aan overleg vooraf met de vermelde actoren. Wilde minister Weyts alsnog overleg plegen met de (ook) bevoegde minister van Volksgezondheid en met de organisatoren van de manama in de jeugdgezondheidszorg? Het dossier deed interveniënt Koen Daniëls denken aan een analoog debat twee dagen eerder over de toekenning van de sociale toelage bij het Groeipakket in de Commissie voor Welzijn, waar ook een gebrek aan artsen in loondienst speelde. En hij herinnerde aan de eveneens recente Vlaamse aanpak inzake de contingentering van artsen (cf. de tweede principiële beslissing van de Vlaamse regering op 17 juli 2020 en haar definitieve goedkeuring op 30 oktober 2020).

Eerlijk gezegd, begreep ik minister Weyts wel, toen hij sprak van de botsende belangen in dezen, alsook zijn pragmatisme in deze coronacrisistijden die voortdurend overleg met alle actoren niet vanzelfsprekend maakten. De eerste stap was nu nagaan of het contingent artsen kon toenemen om de CLB-werking te garanderen want dat laatste was de eerste bezorgdheid van de minister. In haar slotwoord zei vragensteller Vandromme inzake preventie op dezelfde lijn als de minister te zitten. Zij erkende, zoals ook eerder in het gesprek, de maatregel als een directe maatregel in de coronacrisis, maar had de maatregel liever in een coronadecreet gezien, meende ik althans te begrijpen, want haar punt was mij niet echt duidelijk. Wat wel nog duidelijk was, was dat haar verwijzing naar overleg met de minister van Volksgezondheid niet sloeg op de federale minister, zoals minister Weyts had laten verstaan, maar op de Vlaamse. Onze staatsinrichting levert weleens meer misverstanden of onduidelijkheden op.

Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over het tekort aan CLB-artsen van Loes Vandromme” aan minister Ben Weyts.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio