De Scholierenkoepel organiseerde een bevraging onder de scholieren. In totaal namen er 20130 scholieren uit het Nederlandstalig secundair onderwijs deel.
Bijna de helft (48 %) van de bevraagde scholieren zou het mentaal welzijn van leerlingen (schoolstress, faalangst ...) als eerste aanpakken. Dat is héél veel, als je weet dat de scholieren mochten kiezen uit 22 thema’s. Ze vinden het dus een topprioriteit en vinden het belangrijk dat leraren zich verder professionaliseren met betrekking tot dit thema.
Op onze PRO.-site is heel wat info terug te vinden met betrekking tot dit thema:
Katholiek Onderwijs Vlaanderen biedt scholen die werk willen maken van welbevinden op school professionalisering aan:
Daarnaast zetten we graag nog eens in de kijker dat we via onze dagdagelijkse dienstverlening ingaan op vragen rond onder andere pesten aanpakken en mentaal welzijn. We denken graag mee met jullie hoe je leerlingen die worstelen met deze issues het beste kunt ondersteunen. Verder kunnen onze pedagogische begeleiders schoolteams ter plaatse ondersteunen.
Wat leert de bevraging van de Scholierenkoepel ons over welbevinden op school?
42 % van de leerlingen weet niet goed wat de school allemaal doet om het welbevinden van de leerlingen te verhogen. Zo’n derde van de leerlingen (35 %) is niet tevreden met de manier waarop hun school aan welbevinden van de leerlingen werkt. Een op twee scholieren is wel tevreden met de manier waarop hun school aan het welbevinden van de leerlingen werkt. Mentale gezondheid is het belangrijkste thema waar scholieren meer over willen leren op school (37 % van de bevraagde scholieren).
Meer dan 1 op de 3 scholieren werd ooit al eens in het middelbaar gepest door een leerling op school. Daarvan werd 21 % al meerdere keren gepest. Leerlingen in het buitengewoon onderwijs lopen het hoogste risico om gepest te worden. In volgorde van frequentie gebeurt het pesten als volgt: roddelen, schelden en beledigen met woorden of gebaren, naroepen, uitlachen, belachelijk maken, uitsluiten, spullen stukmaken, afpakken of verstoppen, kwetsende filmpjes maken of tonen en lichamelijk geweld. 47 % van de pesterijen gebeuren niet online. ‘Slechts’ in 3 % van de pestsituaties situeert het pesten zich enkel online. Helaas geeft 14 % van de scholieren aan dat ze wel al eens gepest werden door een leraar.
Qua aanpak van pesten suggereert de meerderheid van de scholieren dat de pesters strenger bestraft moeten worden. Verder pleiten ze voor vertrouwensleraren en het bespreekbaar maken van het thema ‘pesten’ op school. Leraren, leerlingen en ouders zouden ook moeten weten hoe pesten op de school het best wordt aangepakt. Ze willen dat scholen een duidelijk plan (= antipestbeleid) hebben over hoe pesten moet worden aangepakt op school.
De meeste scholieren voelen zich veilig op school (82 % van de bevraagde scholieren). Toch voelt ook 14 % zich onveilig op school (26 % als we focussen op de groep die zichzelf ziet als LGBTQIA+; 25 % bij leerlingen met een beperking).
De meeste scholieren voelen zich meestal goed in hun vel op school (66 % van de bevraagde scholieren). 30 % voelt zich echter niet goed in hun vel op school (51 % als we focussen op de groep die zichzelf ziet als LGBTQIA+; 42 % bij leerlingen met een beperking).
De meeste scholieren voelen zich niet vaak eenzaam op school (70 % van de bevraagde scholieren). Toch voelt 25 % zich wel vaak alleen op school (38 % als we focussen op de groep die zichzelf ziet als LGBTQIA+; 40 % bij leerlingen met een beperking).
Bijna 1 op 2 scholieren (47 % van de bevraagde scholieren) voelt zich niet gemotiveerd op school. 49 % voelt zich wel gemotiveerd op school. De motivatie daalt naarmate leerlingen langer in het secundair onderwijs zitten.
Tot slot kan 51 % van de scholieren ‘zijn hoofd leegmaken’ na schooltijd. Deze groep scholieren kan goed deconnecteren na schooltijd. Bij 45 % lukt dat echter (eerder) niet.
95 % van de 11 103 scholieren die de vragenlijst invulden geeft aan stress te ervaren door school. Bij 56 % gaat het om veel of heel veel stress. Amper 4 % geeft aan geen stress te hebben door school.
Als oorzaak voor die stress benoemen de scholieren evaluatiemomenten zoals toetsen en examens (68 %), huiswerk (56 %) en spreekbeurten (55 %). Verder vermelden ze prestatiedruk (39 %), onaangekondigde toetsen (38 %), te moeilijke leerstof (36 %), een drukke privéagenda (29 %), de ouder(s)/voogd(en) (22 %), het omgaan met andere leerlingen (21 %), het omgaan met leraren (17 %) en de berichtenstroom op Smartschool en andere digitale leerplatformen (16 %).
De meerderheid van de bevraagde scholieren (78 %) geeft aan dat ze nog nooit seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben ervaren op school of op een stageplaats. Daartegenover zien we dat 7 % van de bevraagde scholieren ooit al in aanraking kwam met seksueel grensoverschrijdend gedrag op school door een leerling en 3 % door een leraar.
Meer dan de helft van de scholieren (57 %) vindt dat hun school genoeg doet om ervoor te zorgen dat leerlingen zich welkom voelen op school. Zo’n 21 % van de scholieren geeft aan dat hun school niet inclusief (genoeg) is voor leerlingen met een beperking.
Van de scholieren die aangeven zelf een beperking te hebben vindt 64 % dat hun school inclusief is voor leerlingen met een beperking. 1 op 4 van de scholieren met een beperking vindt dat hun school dan weer niet genoeg doet om ervoor te zorgen dat leerlingen met een beperking zich welkom voelen.
De meeste scholieren (65 %) geven aan dat ze eerder wel of helemaal zichzelf kunnen zijn op school. Voor 30 % van de scholieren is dit (helemaal) niet het geval. In dat kader vragen de scholieren van de school dat er wordt ingezet op het tonen van onderling respect voor elkaar (71 %), een veilige sfeer op school (64%), een hechte klasgroep (63 %), geen al te strenge regels rond kledij (55 %), leraren die aandacht hebben voor de persoon achter de leerling (51 %) en geen verbod op levensbeschouwelijke kentekens.
Negen op de tien van de bevraagde scholieren vindt het (heel) belangrijk dat ze inspraak hebben op hun school.
Zo’n 84 % van de scholieren die hun mening gaven over ‘inspraak van leerlingen’ vindt het (heel) belangrijk om te weten wat er gezegd wordt over hen op een oudercontact. 71 % vindt het belangrijk om van een leerlingencontact te kunnen hebben. 79 % vindt het belangrijk om te weten wat er over hen gezegd wordt op de klassenraad.
Scholieren wenden zich tot iemand die ze vertrouwen, die professionele kennis heeft, die hen kan begrijpen en die gemakkelijk bereikbaar is.
Meer dan de helft van de scholieren zegt terecht te kunnen bij de leerlingenbegeleiding (CLB) en ongeveer de zegt bij een leerkracht terecht te kunnen als het niet goed gaat. Ook een vertrouwensleerling (22 %), peter, meter, buddy of Conflixer worden opgenoemd. 18 % kan terecht bij de directie, 14 % bij een schoolpsycholoog. 16 % weet niet wat te antwoorden.
De meeste scholieren (57 %) hebben er vertrouwen in dat de leerlingenbegeleiding hun privacy respecteert. Daartegenover zien we dat 34 % van de scholieren (21 %) eerder geen of zelfs helemaal geen vertrouwen heeft dat leerlingenbegeleiding voorzichtig omgaat met hun privacy.