Leerplandoel 18

De leerlingen selecteren informatie uit een historische beelvorming om een historische vraag te beantwoorden.

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

Alle bronnen met historische informatie verdienen de nodige aandacht in de geschiedenisles.

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

Leerlingen lezen historische beeldvorming om een historische vraag te beantwoorden.

Aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

  • Overleg zeker met de collega aardrijkskunde over dit onderwerp. In dat vak wordt uitgebreid stilgestaan bij het leren werken met kaarten. Bekijk waar begrippen als legende, schaal of oriëntatie eerst aan bod komen. Dat leerproces goed afstemmen kan de efficiëntie alleen maar ten goede komen. Ook in het funderend leerplan speelt doel 29 in op deze competentie.
  • Probeer niet alleen punctuele informatie (een datum, gebeurtenis, plaats) te laten afleiden. Je kunt kaarten en tijdlijnen ook meer inzichtelijk inzetten.
    • Vraag waarom iets net op die plaats of dat moment gebeurt. Waarom is een veldslag net daar gestart en niet elders? Waarom dan en niet vroeger of later? Dat veronderstelt wel dat leerlingen ofwel voldoende achtergrondkennis hebben of dat de kaart of tijdlijn voldoende informatief is.
    • Je kunt de opgezochte informatie koppelen aan historisch denken: informatie opzoeken met behulp van de tijdlijn of kaart en chronologisch laten ordenen, een beeldvorming laten aanvullen (zie leerplandoel 19), het begrip duur (zie leerplandoel 3).
    • Vraag ook naar het perspectief dat de kaart of tijdlijn omvat: voor welke gebieden geldt een tijdlijn, welk tijdsperspectief omvat een kaart? Welke maatschappelijke domeinen omvatten ze? Wie komt in beeld? Een kaart over de Portugesekolonisatie lijkt te suggereren dat de Portugezen in leeg gebied terechtkwamen doordat de eigenlijke bewoners van een gebied niet vermeld worden. Die aandacht voor het perspectief van een kaart of tijdlijn sluit aan bij het vorige leerplandoel en leunt ook heel sterk aan bij leerplandoel 3. Ook hier komt het historisch referentiekader dus goed van pas.
  • Ook hier is de didactiek van explicit teaching aangewezen. Analyseer eerst samen met de leerlingen het materiaal. Leer hen standaard om zaken als de legende, de titel, de soort bron, jaartallen op een tijdlijn aan te duiden volgens een bepaalde methodiek. 
  • Vraag leerlingen niet alleen naar hun antwoord maar laat hen ook hun zoekmethode verwoorden. 
  • Bij dergelijke oefeningen gaat het vaak om het aandachtig, geconcentreerd en geduldig analyseren van materiaal. Leerlingen zijn echter flitsende beelden gewend. Als leerkracht moet je dan ook bewust didactische technieken inzetten om leerlingen grondig te leren kijken.

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

  • Voor deze doelstelling kan je gebruik maken van een stappenplan of modelvragen om tot een gedegen analyse te komen. 

  • Om leerlingen aandachtig naar historisch materiaal te leren kijken, kunt je verschillende didactische werkvormen gebruiken.
    • Met ‘Beelden om te onthouden’ gebruik je een competitief element: leerlingen krijgen een bepaalde tijd een beeld te zien en moeten die nadien natekenen. Je kunt groepjes maken die achteraan rond een bank werken. De leerlingen mogen om beurt naar voor lopen waar de afbeelding ligt en krijgen elk 15 seconden om te kijken, terug te lopen en de tekening aan te vullen of te verbeteren.
    • Je kunt de leerlingen uitdagen door te vragen wie het eerst iets kan terugvinden op de kaart of tijdlijn: de letter Q, de stad Nineveh, de Kaspische Zee, enzovoort. Je kunt zoiets een ludiek karakter geven door een kleine Wally te verstoppen op de kaart of tijdlijn die je projecteert. 
  • Om leerlingen aandachtig naar historisch materiaal te leren kijken, kun je de leerlingen vragen om expliciet het bewijs in het gegeven materiaal aan te duiden. Op deze manier zet je de leerlingen aan om de grafiek, kaart, tekst … expliciet te gebruiken.  

×
Kijkt als...
Niveau
Regio