Het was allemaal wellicht wat veel voor één commissievergadering op 25 november 2021. Eerst de gedachtewisseling over de Grote Heroverweging, waarover je al eerder kon lezen, vervolgens de toelichting van minister Weyts bij de diverse begrotingsdocumenten en ten slotte een ellenlange lijst van opmerkingen en vragen van de onderwijscommissarissen. In totaal nam dat alles bijna 5,5 uur in beslag. Minister Weyts beantwoordde dan die vele (nwvr: hij sprak zelf van ongeveer 100…) vragen (én nog bijkomende vragen) op 2 december 2021.
Heel wat vragen gingen niet onlogisch over bijna álle inhoudelijke thema’s (met soms haast letterlijke herhaling van de bespreking toen) die in het voorafgaande jaar al vaak het voorwerp van vragen om uitleg, actuele vragen, voorstellen van resolutie, gedachtewisselingen en hoorzittingen geweest waren. Vele uitspraken en redeneringen van toen kwamen dus nu ook regelmatig terug, maar dan met de budgettaire cijfers erbij.
Vaak kwamen de vragen op twee zaken neer: vragen naar meer concretisering/verdere toelichting en vragen naar de timing. Met daarbij ook aandacht voor het lot van de initiële besparingen. Maar wat mij regelmatig toch stoorde, waren de frequente, wel heel generieke, nietszeggende vragen à la “Hoe ziet u dat?”/”Hoe gaat u dat doen?” na een voorafgaande lectuur van allerlei passages uit de begrotingstoelichting door de vragensteller in kwestie. Sommigen leken daarbij te vergeten dat die zgn. BBT realisaties van het voorgaande en doelen van het volgende ‘werkjaar’ bevatten (N.B. accurater nog en budgettair gaat het eigenlijk over het volgende burgerlijk jaar, 2022 dus), maar zeker niet de concrete trajecten naar de realisatie van die doelen. Ik kan me trouwens heel goed voorstellen dat zulke trajecten (Hoe?) eigenlijk pas echt vorm krijgen en cours de route.
De remuntada-metafoor van vorig jaar bleef nu achterwege. Zo gaat dat tegenwoordig ook in die 24/7 politieke (maar eigenlijk in álle publieke) communicatie: de houdbaarheidsdatum van al zulke communicatieve creativiteit schuift alsmaar dichter naar de vertrekdatum.
Voor ik naar enkele elementen uit de vergadering ga, wijs ik er nog graag op dat we op 28 oktober 2021 ook al een bespreking hadden over de besparingen onder de vorm van een vraag om uitleg van Roosmarijn Beckers. Ik ga bewust de zaken hier wel heel wat korter becommentariëren dan vorige jaren: het waren namelijk zóvéle, punctuele zaken die heel wat onderwijscommissarissen oplijstten dat het eigenlijk onbegonnen werk is om daaruit verstandig te kiezen, zodat alles vermeld zou moeten worden, wat mij dan ook weer geen valabel doel lijkt te dienen.
Als eerste stap in de parlementaire bespreking lichtte de minister in één uur en 21 minuten de begroting en zijn beleid voor 2022 toe in overzichtelijke powerpointpresentaties: de begrotingscijfers en de beleidsinhoudelijke kant. De beleidsinhoudelijke kant van de zaak, dus de invulling voor 2022 van de strategische en operationele doelstellingen van de initiële beleidsnota kun je ook makkelijk lezen in het parlementaire document: Beleids- en begrotingstoelichting 2022 (met een handige samenvatting op p.5-7). Voor het daarmee samenhangende ontwerp van Programmadecreet (voor Onderwijs: memorie van toelichting (p.23-36) en artikelen (p.191-200)) verwijs ik graag naar dit handige korte overzicht uit de presentatie van minister Weyts.
Een heel beperkte greep dan uit de bespreking zelf. Ten eerste, niet punctueel van aard, maar veeleer op een overkoepelend niveau (en daarom net interessant en relevant) was de vaststelling van Hilal Yalçin dat de decretale agenda volgend jaar wel erg druk ging worden. Minister Weyts beloofde inderdaad, in samenspraak met de commissievoorzitter en -secretaris, te zorgen voor een overzicht van die decretale agenda.
Ten tweede, wat het inhoudelijke betrof, was het duidelijk dat voor Katholiek Onderwijs Vlaanderen en dus ook voor het katholiek onderwijs het deel over de wijzigingen aan het Kwaliteitsdecreet in het ontwerp van Programmadecreet van bijzonder belang was. De rode draad van de minister doorheen dit hele budgettaire en inhoudelijke verhaal was net “onderwijskwaliteit” en terecht. Maar… dan valt het wel af te wachten hoe de besparingen bij de pedagogische begeleidingsdiensten (lees: vooral “detacheringen”) met die kwaliteitsbekommernis te rijmen zullen zijn. Niet voor niets had Katholiek Onderwijs Vlaanderen (naast heel wat andere sociale partners trouwens!) een protocol van niet-akkoord gegeven bij het voorontwerp van Programmadecreet (cf. p.172). Het is daarnaast ook nuttig om hier te verwijzen naar een brief van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) ter zake, incl. linken naar diverse eerdere Vlor-adviezen. Toegegeven, er zijn wel die zgn. (gekleurde) “beleidsimpulsen” en aan de aanvankelijke decretale tekst zijn zinvolle wijzigingen aangebracht, maar we zullen zien. Dat laatste geldt misschien nog des te meer voor de zwaardere verantwoordingsplicht over de activiteiten van de pedagogische begeleidingsdiensten… Het zgn. “moderne management”, dat al jaren ook in de publieke sector de organisatiekundige weg wijst, durft het vele (bijkomende) werk van registreren, rapporteren en verantwoorden in allerlei formats weleens vergeten. Zou het kunnen dat net zulke praktijken nogal wat jongere en oudere leraren duidelijk parten spelen in hun beroepsbeleving en hen, inderdaad, in te veel gevallen vroegtijdig ook doen afhaken? Maar dat terzijde.
Ten derde, over nog een ander cruciaal aspect inzake onderwijskwaliteit, met name het lerarentekort (cf. ook intussen heel wat voorgaande parlementaire besprekingen), meldde minister Weyts dat hij voorstellen klaar had voor agendering op de Vlaamse regering. Voorstellen, die naar zijn zeggen “afgetoetst waren bij de sociale partners”. Op vrijdag 26 november 2021 had namelijk een vergadering met hen plaatsgevonden. Afwachten toch maar.
Ten vierde, over diverse dossiers en budgettaire cijfers kregen we nog hier en daar wat bijkomende verduidelijking. Niet altijd even gemakkelijk om te volgen, maar de verdere concretisering van al die thema’s komen we zeker nog opnieuw tegen in die al vermelde drukke decretale agenda.
Finaal had Johan Danen (van Groen) nog twee amendementen ingediend (nwvr: nog niet beschikbaar op de website van het Vlaams Parlement): (i) over het verhogen van het budget voor zijinstromers om de maximaal te verrekenen anciënniteit te kunnen verhogen van 8 naar 15 jaar en (ii) over het behoud van de meelooptrajecten voor aspirant-directeurs. Beide amendementen werden niet aangenomen. Voor de precieze stemmingen over de diverse decretale teksten moet ik verwijzen naar de parlementaire verslagen later. Die stemmingen zijn in coronatijden online niet te volgen voor buitenstaanders, maar wees gerust, de teksten werden aangenomen.
Je kunt uiteraard ook al de video bekijken van de integrale vergaderingen (deel 25 november [vanaf 1:31:12] (toelichting minister en reeks vragen leden), deel 2 december ochtend (antwoorden minister op vragen van 25 november en bijkomende vragen) en deel 2 december namiddag (vervolg van de bespreking en stemmingen)).
Reageren op dit commentaar kan bij Wilfried Van Rompaey