LPD 11 verwacht dat leerlingen reflectievaardigheden toepassen.
Het leerplandoel geeft je de ruimte om zelf te bepalen welke reflectievaardigheden je inzet om de leerlingen te laten groeien naar het reflecteren in de 2de en 3de graad.
LPD 11 verwacht dat de leerlingen reflectievaardigheden toepassen. Reflectievaardigheden zijn vaardigheden die je gebruikt om te reflecteren. We zetten in de 1ste graad in op die vaardigheden om ze later in het reflectieproces aan te wenden. Denk aan vaardigheden zoals:
Reflectievaardigheden is in het meervoud geschreven in de doelzin. Dit betekent dat we doorheen het jaar minstens op 2 vaardigheden inzetten.
Reflectievaardigheden toepassen vraagt van leerlingen nog niet dat ze reflecteren; waarbij we het reflecteren beschouwen als het doorlopen van een proces met behulp van reflectievaardigheden. In een reflectieproces komt een leerling vaak tot het volgende:
Bij dit reflecteren kunnen reflectiemodellen ingezet worden. Denk maar aan Korthagen, STARR, ... Omdat we van onze leerlingen in de basisoptie nog niet verwachten dat ze reflecteren, maar vooral oefenen op de reflectievaardigheden die hierbij nodig zijn, is het niet verplicht om met een reflectiemodel te werken.
Het inzetten van reflectievaardigheden kan verschillende doelen hebben. We adviseren om te variëren in de doelen om een totaalbeeld van de leerling te krijgen (brede evaluatie). Denk aan het inzetten van reflectievaardigheden om zicht te krijgen op:
Variëren in doelen zal je ook brengen tot het gebruiken van verschillende reflectiemethodieken.
Tip: Reflectie voor jezelf of de vakgroep. Zet jij in op verschillende doelen bij het toepassen van reflectievaardigheden? Methodiek (zie ook afbeelding hierna):
Leerlingen zullen nog in verschillende leerjaren, over verschillende graden heen, oefenen op reflectievaardigheden en het reflecteren. Denk daarom goed na over wanneer je dit leerplandoel inzet (met welk doel) en met welke reflectiemethodiek dit kan. Durf doseren en variëren.
Op de PRO.-pagina over de basisoptie lees je dat een basisoptie bijdraagt tot een goede observatie en oriëntatie van de leerling. In aanvulling op de algemene vorming ondersteunen basisopties leerlingen om een gemotiveerde keuze te maken voor een studiedomein of een studierichting in de tweede graad.
We kunnen dus met reflectievaardigheden ook inzetten, vanuit de visie op de basisoptie, op het oriënteren.
Er zijn heel wat methodieken om reflectievaardigheden te oefenen. Enkele aandachtspunten:
We inspireren met een aantal methodieken om reflectievaardigheden te oefenen, gekoppeld aan een doel voor deze reflectie. Verschillende methodieken zijn ook voor andere doelen inzetbaar.
Het eigen handelen Een beleving Samenwerking Situaties / thema's De bekers Happychart De bus Twitterreflectie De wasmanden Kringgesprek met
doorschuiven Het voetbalveld Emotienetwerk De wasknijpers Dobbelsteen ... De stoelen Hoogteverschillen met touw
De bijlagen onderaan deze pagina verduidelijken de methodieken in de tabel. Nog op zoek naar meer inspiratie? Volgende bronnen helpen je verder op weg:
LPD 11 verwacht dat de leerlingen reflectievaardigheden toepassen; vandaar evalueren we het toepassen van reflectievaardigheden. Je staat dus stil bij welke reflectievaardigheid je wil aanleren en evalueren en vervolgens bepaal je met welk evaluatiecriterium (of evaluatiecriteria) je die reflectievaardigheid kan evalueren.
Enkele voorbeelden: