Katholiek Onderwijs Vlaanderen gaat haar leerplan voor het basisonderwijs zoals voorzien een grondige update geven, met focus op onderwijskwaliteit voor elke leerling vanuit een kennisrijk curriculum. Hiervoor werden nieuwe wetenschappelijke inzichten en de feedback van leraren verzameld. Het leerplan wordt progressief opgebouwd waarbij de komende twee jaar de aandacht vooral naar wiskunde, wetenschappen en Nederlands zal uitgaan.
“Onze basisscholen werken al een hele tijd met het huidige leerplan. Dat leerplan is gebaseerd op de eindtermen basisonderwijs uit 1997. De voorbije jaren bereidden we ons voor op een grondige inhoudelijke vernieuwing, ook met het oog op de nieuwe minimumdoelen voor het basisonderwijs. De resultaten van het laatste TIMSS-onderzoek bevestigen de urgentie van een uitdagend en kennisrijk curriculum voor elke leerling”, zegt Bruno Vanobbergen, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
Sinds 1 september 2018 gebruiken katholieke basisscholen het leerplan Zin in leren! Zin in leven!, het leerplan voor het basisonderwijs. Katholiek Onderwijs Vlaanderen gaat, met het oog op de zorgwekkende TIMSS-resultaten, de vernieuwing nu versneld uitvoeren. Dat nieuwe leerplan zal meer de nadruk leggen op basisvaardigheden, en voor wetenschappen en wiskunde – de focusdomeinen van TIMSS – gaat specifieke aandacht naar basiskennis, wiskundige problemen oplossen en het verwerven van conceptuele wetenschappelijke kennis, wat essentieel is voor een diepgaand begrip en een solide basis.
Onderwijskwaliteit wordt op de klasvloer gemaakt, de leraar is de spil: in het leerplan komt de nadruk nog meer te liggen opeffectieve didactiek in de klas. Succesvolle methodieken, zoals directe instructie, systematisch inoefenen, automatiseren, redeneringsvermogen ontwikkelen en klasmanagement maakten de voorbije jaren opgang en krijgen een meer prominente plaats in de les. Het nieuwe leerplan wil hiervoor een katalysator zijn. De pedagogische begeleiding zal leraren ondersteunen bij de toepassing van deze wetenschappelijk onderbouwde strategieën met een uitgebreid aanbod aan vorming en nascholing.
Elk onderzoek wijst uit dat een goede kennis van het Nederlands belangrijk is voor prestaties in andere domeinen. Door een gerichte focus op Nederlands als instructietaal maakt het nieuwe leerplan complexe begrippen toegankelijk. Het curriculum biedt alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond, toegang tot universele wetenschappelijke inzichten die hen helpen om hun horizon te verbreden.
Het nieuwe leerplan zal niet alleen wetenschappelijk denken versterken, maar ook bijdragen aan de persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling van leerlingen. Alle leerlingen worden beter voorbereid om hun talenten te benutten en een actieve rol op te nemen in een diverse, complexe samenleving. Leerlingen uit kwetsbare contexten krijgen extra ondersteuning om taal- en leerbarrières te overwinnen, wat bijdraagt aan gelijke onderwijskansen.
De gebruikersbevraging van het huidige leerplan, ingevuld door zo’n 1700 leraren, biedt ook enkele krijtlijnen voor het nieuwe leerplan. Leraren vragen meer didactische houvast in het leerplan zelf, en meer concrete richtlijnen over welke inhoud wanneer het best aan bod komt. Aan deze noden komen we nu tegemoet. Schoolteams houden de verwachting dat ze als professionals worden behandeld en vragen daarvoor voldoende ruimte en autonomie, maar hebben nood aan duidelijke verwachtingen en instructies om in moeilijke tijden – denk maar aan het lerarentekort en de toegenomen diversiteit – het hoofd boven water te houden.
“We kijken ernaar uit om het vernieuwde leerplan vorm te geven en ons onderwijs opnieuw te laten aansluiten bij de top. Het Vlaams onderwijs staat voor grote uitdagingen. Katholiek Onderwijs Vlaanderen wil daarbij altijd deel blijven uitmaken van de oplossing”, zegt Vanobbergen.
De resultaten van TIMSS (Trends International Mathematics & Science Study) 2023 bevestigen de eerder vastgestelde uitdagingen in het Vlaamse basisonderwijs. Net zoals in eerdere edities tonen de prestaties van Vlaamse leerlingen in het vierde leerjaar wiskunde en wetenschappen een dalende trend. De groep toppresteerders verkleint, de groep laagpresteerders vergroot. De positie voor wiskunde ligt boven het internationale gemiddelde en is vergelijkbaar met Duitsland, maar ligt onder landen zoals Litouwen, Engeland en Polen. Voor wetenschappen bevinden we ons onder het internationale gemiddelde, op dezelfde hoogte als Cyprus en Frankrijk.
Leerlingen die thuis geen Nederlands spreken, tonen significant lagere prestaties én een lagere leerwinst. Dit wijst op de dringende noodzaak om de rol van Nederlands als instructietaal te versterken. Sociaaleconomische ongelijkheid blijkt een sterke invloed te hebben op de leerresultaten. Leerlingen uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische status (SES) behalen gemiddeld lagere scores dan hun leeftijdsgenoten uit gezinnen met een hogere SES.
Een gebrek aan middelen belemmert kwaliteitsvol onderwijs. Voor wiskunde zegt iets meer dan de helft van de directies dat dit een matige impact heeft; voor wetenschappen geldt dit voor bijna drie op vier scholen. Opvallend is dat meer lestijd geen garantie is voor betere prestaties, zowel voor wetenschappen als voor wiskunde. De deelname van Vlaamse leraren aan bijscholingen blijft laag, terwijl onderzoekers dit als belangrijk beschouwen.
Vorig jaar bleek uit de IDP-toetsen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, na een analyse door de KU Leuven, dat leerlingen hun leervertraging door de coronacrisis begonnen in te halen, onder andere voor wiskunde en wetenschappen. TIMSS 2023, dat vergelijkt met de situatie pre-corona, toont aan dat deze trendbreuk zich nog niet op de lange termijn heeft doorgezet.