Op 17 mei 1990 heeft de WHO homoseksualiteit officieel geschrapt uit de internationale lijst van ziektes. Daarom is 17 mei uitgeroepen tot de internationale dag tegen Holebifobie en Transfobie, beter gekend onder de Engelse afkorting IDAHOT. Steden, gemeenten en organisaties worden aangespoord om die dag de regenboogvlag uit te hangen. Als individu kan je je solidariteit kenbaar maken door paarse kleding en accessoires te dragen. Ook op sociale media zullen die dag regenboogvlaggen en de kleur paars expliciet zichtbaar zijn.
Is een dergelijke dag nog nodig? België scoort goed op de Europese Rainbow index, de jaarlijkse evaluatie van wetgeving en beleid rond holebi-, transgender- en interesekserechten in Europa. We staan een aantal jaar op rij op de tweede plaats. Maar dat betekent nog niet dat onze samenleving gekenmerkt wordt door gelijkwaardigheid. In het dagelijks leven wordt het mensen die in hun lichaam, seksualiteit en genderbeleving afwijken van de norm vaak nog lastig gemaakt. Ze lopen een hoger risico om slachtoffer te worden van seksueel geweld en haatmisdrijven. Ook op school ervaren LGBT+ leerlingen meer dan gemiddeld pestgedrag.
Het blijft zeker nodig en krachtig om op 17 mei een signaal te geven en expliciet solidariteit te tonen met LGBT+ personen. Je kan bijvoorbeeld als school meewerken met de campagne PAARS.
Naast verzet tonen tegen haatmisdrijven en hatelijke bejegening of discriminatie is het van belang om in de dagelijkse werking van je school actief oog te hebben voor diversiteit. Ook voor diversiteit op het vlak van sekse, gender en relaties. Voelen alle leerlingen (en leraren) zich welkom op school? Vinden ze het klimaat veilig genoeg om zichzelf te kunnen zijn en hun seksuele oriëntatie te kunnen uiten? Welke boodschappen over seksualiteit en relaties geven we in de dagelijkse omgang? Letten we er op dat we heteroseksuele relaties niet als de enige optie voorstellen?
Als we werken vanuit een verbindend schoolklimaat en het belangrijk vinden dat elke leerling zich op school thuis kan voelen, besteden we ook aandacht aan de noden van LGBT+-jongeren. Voelen zij zich voldoende gezien? Wat hebben zij nodig om zich erkend te voelen? Welke terminologie gebruiken we, welke afspraken kunnen helpen, waar kunnen leerlingen met vragen terecht? Een hulpmiddel hierbij vormen de tips om een bondgenootschap te vormen met LGBT+-personen.
Het is van belang om op school een open houding aan te nemen en respectvol om te gaan met diversiteit. Maar ook als je dat doet blijven er een aantal uitdagingen.
Op de scholen zijn nog heel wat leerlingen die het moeilijk hebben met jongeren die met hun seksuele geaardheid of genderidentiteit afwijken van de norm. Dit thema kan in de klas aanleiding geven tot commotie. Hoe geef je op een respectvolle manier les over mogelijk controversiële thema’s?
Leerlingen en leraren die niet hetero zijn kunnen omwille van hun geaardheid betrokken geraken bij incidenten met pesten en agressie. Hoe kan je preventief werken en hoe reageer je op incidenten? Hoe geef je vorm aan een verbindend schoolklimaat en hoe leer je de jongeren omgaan met verschil?
Bij de aanpak van deze uitdagingen kun je een beroep doen op ondersteuning door Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Je kunt gebruik maken van het Vademecum- fundamenten verbindend schoolklimaat en diversiteit.
Schakel bij specifieke vragen begeleiders met relevante expertise in:
Ten slotte kun je nascholingen over deze thema’s volgen. Hou onze professionaliseringsdatabank in het oog voor het actuele aanbod. Je kunt ook een sessie aanvragen over het thema relaties en seksualiteit op maat van je school, en verder voorzien we ook een aanbod over RSV, diversiteit en de aanpak van controversiële thema's: