Het doelgericht en systematisch remediëren, gedragen door (vak)leraren, leraren bijsprong en het zorgteam, is nodig om de gewenste leerresultaten bij leerlingen met leervertraging te bereiken. Onderstaand stappenplan kan jou helpen om deze remediëring vorm te geven. In het stappenplan hebben we in de eerste plaats leerlingen met leervertraging opgelopen door de COVID-19-pandemie voor ogen. De uitgangspunten die we hier formuleren kunnen echter ook van toepassing zijn op remediëring van andere leerlingen.
We noteren de verschillende stappen om doelgericht en systematisch te remediëren. Bij elke stap krijg je pedagogisch-didactische tips.
De vakleraar geeft de remediëring vorm in samenspraak met de leraar bijsprong en/of de leerlingbegeleider.
Deze stappen kan je inzetten met één enkele leerling, maar evengoed met een groep leerlingen.

Pedagogisch-didactische tips
Coachende vragen die je kan gebruiken om leervertraging op te merken en te benoemen. Bespreking kan gebeuren tijdens een (portretterende) klassenraad.
- Waar situeert zich de leervertraging: op niveau van leerinhouden, leerprocessen of socio-emotionele vaardigheden?
- Waar loopt de leerling tegenaan?
- Waar loop je als leraar tegenaan in de begeleiding van de leerling?
- Wat lukt al goed bij de leerling?
Er zijn verschillende manieren waarop je kan achterhalen welke onderwijsbehoeften een leerling heeft en zo leervertraging kan opsporen:
- Luisteren naar en praten met de leerling over de leerinhouden, leerprocessen, socio-emotionele vaardigheden, motivatie …
- Overleggen met collega’s over de beginsituatie van je leerling en de klasgroep.
- Analyseren en prioriteren van (leerplan)doelen: welke essentiële (leerplan)doelen zijn nodig om verder te gaan.
- Observeren van je leerlingen.
- Bronnen raadplegen o.a. leerlingvolgsysteem, rapporten …
- Overleggen met ouders.
Vanuit de beginsituatie van de leerling op niveau van leerinhouden, leerprocessen, socio-emotionele vaardigheden formuleer je het doel van de remediëring. Je staat stil bij wat je wil zien bij de leerling. Zo bepaal je een doel waaraan je met de leerling wil werken.
Pedagogisch-didactische tips
Probeer het doel SMART te formuleren: specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch en tijdgebonden. Zo maak je het doel concreet. Dat geeft je een sterk zicht op waar je naartoe wilt en zal je helpen je acties er goed op af te stemmen.
In deze stap ga je na wat de leerling nodig heeft om het vooropgestelde doel te bereiken. Je gaat met andere woorden op zoek naar de onderwijsbehoeften van de leerling. Om het voor de leraar haalbaar te houden, is het belangrijk om je te beperken tot de essentie. Je vertrekt daarbij van de noden van de leerling.
Pedagogisch-didactische tips
Hulpzinnen om de onderwijsbehoeften van leerlingen te benoemen (Pameijer).
Om het gestelde doel te kunnen halen, heeft deze leerling nood aan …
|
|
Stel acties op in functie van het eerder vooropgestelde doel (stap 2) op niveau van leerinhouden, leerprocessen en/of socio-emotionele vaardigheden.
Pedagogisch-didactische tips
Socio-emotionele vaardigheden
Een warme omgeving stimuleert de leerling vanuit een positief en ontwikkelingsgericht perspectief. Wanneer leerlingen taal horen die focust op hun ontwikkelingsproces, begrijpen zij dat er een sterke relatie is tussen de ontwikkeling die ze doormaken en de inspanningen die ze daarvoor leveren.
- Maak bewust
Geef leerlingen het vertrouwen dat iedereen kan groeien. Leg uit hoe het brein verbindingen legt als je oefent en hoe een leerproces verloopt. - Feedback
Geef eerlijke complimenten. Benadruk de inzet van de leerlingen. - Inzet
Laat leerlingen ervaren dat hard werken een voorwaarde is om iets te bereiken. Hard werken verslaat talent als talent niet hard genoeg werkt. - Fouten
Help leerlingen om te leren van hun fouten. Laat ze doorzetten als iets moeilijk is. - Uitdaging
Leer leerlingen uitdagingen te omarmen en te zien als kansen om te groeien. - Rolmodel
Laat zien hoe jij oefent met denken en handelen vanuit een ontwikkelingsgericht perspectief.
Leerprocessen
- Benoem bij elke opdracht welke denk- en leerstrategie(ën) belangrijk is/zijn om een goed resultaat te bereiken. Laat leerlingen reflecteren en hun denk- en leerproces verwoorden.
- Het Gemeenschappelijk Funderend Leerplan kan hier richting geven. Het leerplan beschrijft vanuit tien krachtlijnen de vorming tot persoon. Om te kunnen groeien tot persoon moeten leerlingen zelfbewust, relatievaardig, maatschappelijk bekwaam, mediawijs, ondernemend, keuzevaardig, creatief, moreel verantwoordelijk en levensbeschouwelijk gevoelig gevormd worden.
Leerinhoud
- Kies of maak een oefening/ oefenblad.
- Baseer je op bestaande oefeningen en oefenbladen.
- Baseer je op voorgaande taken van de leerling.
- Voorzie oefeningen voor elk werkpunt (afzonderlijk en/of geïntegreerd).
- Vereenvoudig je oefening(en) waar mogelijk. Onderzoek de moeilijkheidsgraad van de opdracht op vijf vlakken: leerinhoud, leerprocessen, modaliteit, complexiteitsniveau en abstractieniveau.
- Voorzie de oefening van zinvolle begeleidingstips.
- Remediëren van voorkennistekort: herhaal de nodige theorie (digitaal), geef voorbeeldoefeningen waarbij je elke stap goed verklaart, zorg voor een opbouw in moeilijkheidsgraad, laat leerlingen reflecteren over denk- en leerproces.
- Maak een verbetersleutel.
Je hebt intussen zicht op de onderwijsbehoeften van de leerling en je hebt nagedacht over acties om te remediëren. Nu onderzoek je wat jij nodig hebt om de acties uit te voeren en hoe je dat samen met je collega’s kunt realiseren. Ga actief op zoek naar mogelijke hulpbronnen in je school en de brede schoolcontext.
Pedagogisch-didactische tips
Hulpzinnen om je eigen ondersteuningsbehoeften te benoemen (Pameijer).
Begeleiding vanuit Katholiek Onderwijs Vlaanderen
Met vragen kun je terecht bij: els.vanhole@katholiekonderwijs.vlaanderen of leerondersteuning@katholiekonderwijs.vlaanderen
Pedagogisch-didactische tips
Coachende vragen die je kunt gebruiken:
- Wie voert acties uit? De vakkenleraar of de leraar bijsprong in samenwerking met…
- Wanneer worden acties uitgevoerd? tijdens de lesuren, aansluitend aan de lesuren
- Hoe organiseer je de acties? Verschillen tussen je leerlingen kan je opvangen door differentiatie tijdens de gewone lesuren. Voor bijsprong kan co-teaching een mogelijkheid zijn om leerlingen goed te kunnen begeleiden. Wissel af tussen verschillende werkvormen, zorg voor een bewuste groepsindeling bij groepswerk, voorzie variatie in materiaal (naar niveau en inhoud), stuur bij, geef feedback, activeer voorkennis bij de leerlingen, geef verlengde instructie …
In de zevende en laatste stap ga je na welke impact je aanpak heeft op de ontwikkeling of het leren van de leerling. Je evalueert of je aanpak het gewenste effect heeft.
Coachende vragen die je kan gebruiken:
- Wanneer en hoe evalueren het remediëren?
- Op welke wijze ga je na of de leervertraging verholpen is?
- Met wie en hoe wordt hierover gecommuniceerd?
- Denk na op welke manier de leerling feedback krijgt over de remediëring.
- Werk systematisch: Is er vordering in de aanpak? ja: afronden van remediëring; neen: het stappenplan opnieuw doorlopen
In fase 1 van de verhoogde zorg (continuüm van zorg) voorzie je extra ondersteuning voor leerlingen voor wie de brede basiszorg niet (meer) of slechts gedeeltelijk volstaat om aan hun onderwijsbehoeften tegemoet te komen. Overgaan naar fase 1 betekent niet dat je de maatregelen uit fase 0 overboord gooit. Die blijven gewoon gelden. Ook voor leerlingen met leervertraging, stimuleer je de ontwikkeling van een positief zelfbeeld en creëer je een veilig pedagogisch klimaat, waar fouten kansen worden om uit te leren. Een klasklimaat waarin anders-zijn als een meerwaarde wordt beschouwd, biedt kansen aan wie speciale aandacht vraagt.
Als je ondervindt dat de ontwikkeling van een leerling niet vlot door de leervertraging, ondanks het creëren van een krachtige leeromgeving, stem je schoolintern af met collega's. Je gaat na welke stappen je kunt zetten om deze leerlingen te remediëren en het ontwikkelingsproces te stimuleren.
De verschillende stappen van de M-cirkel kunnen helpen om dat denkproces te structureren en de remediëring vorm te geven afgestemd op jouw onderwijscontext. Het is niet de bedoeling dat je het instrument als een keurslijf gebruikt of dat het voor administratieve planlast zorgt. Als je iets noteert dan doe je dat omdat systematiek en transparantie de begeleiding van de leerling en de ondersteuning van de leraar ten goede komt. Het is nuttig dat elke betrokken leraar zich kan informeren over hoe je de betrokken leerling ondersteunt en dat de manier van werken en de afspraken voor iedereen duidelijk zijn. Je noteert alleen wat echt nodig is ('need to know, not nice to know') in een begeleidingsplan (SO). In de klassenraad stemmen betrokken leraren de remediëring van een leerling op elkaar af.