Leerplandoel 9

De leerlingen onderscheiden gelijkenissen en verschillen in kenmerken van bestudeerde samenlevingen in een zelfde periode.

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

Oog hebben voor een historische context is een belangrijk kenmerk van historisch denken. De eigenheid van een context laat zich kennen in de vergelijking met andere contexten, in de gelijkenissen en verschillen die naar voor komen. Vaak springen vooral de gelijkenissen in het oog maar het is even belangrijk om oog te hebben voor de verschillen.

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

Een traditionele vergelijkingsoefening van samenlevingen uit eenzelfde periode.

Aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

  • Leerplandoel 7 somt enkele kenmerken op die in de eindtermen als kennis afgebakend zijn. Deze sleutelbegrippen kunnen dienst doen als vergelijkingspunten maar de vergelijking kan ook gemaakt worden voor andere kenmerken.
  • Leerlingen moeten twee of meer samenlevingen vergelijken, het gaat niet om evoluties binnen één samenleving.
  • Met samenlevingen bedoelen we hier niet types van samenlevingen (een landbouwsamenleving, een monarchie) maar wel specifieke samenlevingen zoals het Chinees keizerrijk, Oude Egypte, de Mayacultuur, Perzië of de Griekse stadsstaten.
  • Om in de eerste graad de complexiteit van de vergelijking nog te beperken, gaat het om samenlevingen in dezelfde periode. Dat betekent niet dat je niet over periodes heen kan laten vergelijken, dat kan een vorm van uitbreiding zijn die is opgenomen in een apart verdiepend doel.
  • De formulering van het leerplandoel laat het open of je de leerlingen de kenmerken geeft, of dat ze die zelf moeten kennen. Dat laat toe om de moeilijkheidsgraad te variëren.
  • Zoals steeds gaat het om een graaddoelstelling. Je bent niet verplicht om in elke geziene periode een vergelijking te maken.
  • Leerlingen moeten tot een echte vergelijking komen en niet louter kenmerken opsommen en naast elkaar zetten.
  • Bij een vergelijking ligt de focus vaak op gelijkenissen en continuïteit, terwijl de verschillen even belangrijk zijn. Die wijzen immers op het eigene van een samenleving of periode, iets wat in historisch denken veel aandacht krijgt. Anders dreigt geschiedenis te eindigen in weinig genuanceerde lessen of wetmatigheden die een vals gevoel van houvast geven.

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

De dimensies van het historisch referentiekader bieden een ideale structuur om een vergelijking aan op te hangen. De situering in de tijd, de ruimtelijke inbedding van een samenleving en kenmerken van de maatschappelijke contexten (zie ook leerplandoel 7 voor een lijst van sleutelbegrippen die van toepassing kunnen zijn).

  • We hebben gezien hoe de Romeinse en Keltische samenlevingen zich sociaal organiseerden. Welke gelijkenissen en verschillen kun je vinden tussen beide?
  • Vergelijk de ligging van Athene en Sparta. Wat zijn gelijkenissen, wat zijn verschillen?
  • Vergelijk de twee kaarten over de handelsstromen naar Rome en Athene. Welke gelijkenissen en welke verschillen zie je?

Je kunt leerlingen ondersteuning bieden om een vergelijking te maken door hen eerst de informatie per samenleving te laten noteren en hen dan te laten aangeven of het om een gelijkenis of een verschil gaat. Een tabel met een aparte kolom om de vergelijking te maken, biedt hen de nodige ondersteuning.

  Samenleving A Samenleving B Gelijkenis of verschil?
Kenmerk A      
Kenmerk B      

Je kunt gebruik maken van venndiagrammen.

Je kunt leerlingen twee teksten over kenmerken van bestudeerde samenlevingen. Je drukt ze af met voldoende interlinie zodat leerlingen gelijkenissen kunnen onderlijnen en benoemen in beide teksten (gelijkenis 1, gelijkenis 2, verschil 1, verschil 2).

Mesopotamië Egypte

De steden die in het late 4de millennium in Zuid-Mesopotamië waren ontstaan, bleven lang aparte staatjes, ook al waren hun taal, bevolking en sociale groepen nauwelijks. Overal in deze Soemerische stadstaatjes speelde de tempel van de hoofdgodheid van de stad een centrale rol.

Egypte was al kort na 3000 v.C. een eenheidsstaat geworden, geregeerd door één koning, de farao. […] Anders dan in Mesopotamië werd in Egypte de koning beschouwd als een godheid in levenden lijve. Hij en de andere goden stonden in zekere zin garant voor het heil van het volk. […] De vruchtbaarheid van het Nijlslib maakte bijzonder rijke oogsten mogelijk. De bevolking leefde verspreid in dorpen en zelfs de koninklijke residenties [woonplaatsen] konden nauwelijks steden genoemd worden.

Teksten uit F. Naerebout en H. Singor, De Oudheid. Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis, 2010.

Over deze databank

In deze databank ondersteunen we je vanuit de pedagogische begeleiding tot op de klasvloer. Je vindt hier didactische tips, praktijkvoorbeelden, leerinhoud ...

×
Kijkt als...
Niveau
Regio