Leerplandoel 21: de leerlingen selecteren informatie uit een tijdlijn en een historische kaart

De leerlingen selecteren informatie uit een tijdlijn en een historische kaart.

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

Tijdlijnen en historische kaarten zijn belangrijke bronnen van historische informatie en verdienen de nodige aandacht in de geschiedenisles.

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

Leerlingen lezen historische tijdlijnen en kaarten om een historische vraag te beantwoorden.

Aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

  • Overleg zeker met de collega aardrijkskunde over dit onderwerp. In dat vak wordt uitgebreid stilgestaan bij het leren werken met kaarten. Bekijk waar begrippen als legende, schaal of oriëntatie eerst aan bod komen. Dat leerproces goed afstemmen kan de efficiëntie alleen maar ten goede komen. Ook in het funderend leerplan speelt doel 29 in op deze competentie.
  • Het leerplan legt geen gebruik van een historische atlas op. Dat blijft echter een waardevol instrument voor de historische vorming van leerlingen.
  • De doelstelling houdt in dat leerlingen een kaart of tijdlijn krijgen. Ze moeten niet zelf op zoek gaan naar een passende kaart of tijdlijn in een ruimer aanbod. Dat kan je doen, maar dat doel valt buiten het leerplan.
  • De beeldkwaliteit van tijdlijnen en kaarten is cruciaal. Vaak worden kleuren of afbeeldingen gebruikt die bij een slechte presentatie hun informatieve waarde verliezen. Soms gebruiken leraren Engelstalige kaarten die gevonden zijn op het internet. Dat is nog niet evident in de eerste graad.
  • Het is niet gemakkelijk om kwaliteitsvol kaartmateriaal te vinden. Op internet staan vele kaarten, maar kwaliteitsvol Nederlands kaartmateriaal (goede titel, duidelijke legende, heldere vormgeving) is uiterst schaars. Er zijn enkele digitale kaarten die de staatkundige evolutie van de wereld dynamisch weergeven. Op dit moment zijn de klassieke atlassen nog steeds onklopbaar. Je vindt vaak ook goede kaarten in Nederlandstalige overzichtswerken. Voor de Klassieke Oudheid geldt dat bijvoorbeeld voor het boek van Naerebout en Singor (De oudheid. Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis). Ook de meeste leerboeken integreren kaartmateriaal, zij het vaak om context te geven en minder vaak om te analyseren in functie van historisch denken.
  • Probeer niet alleen punctuele informatie (een datum, gebeurtenis, plaats) te laten afleiden. Je kan kaarten en tijdlijnen ook meer inzichtelijk inzetten.
      • Vraag waarom iets net op die plaats of dat moment gebeurt. Waarom is een veldslag net daar, waarom is de neolithische revolutie daar gestart en niet elders? Waarom dan en niet vroeger of later? Dat veronderstelt wel dat leerlingen ofwel voldoende achtergrondkennis hebben of dat de kaart of tijdlijn voldoende informatief is.
      • Je kunt de opgezochte informatie koppelen aan historisch denken: informatie opzoeken met behulp van de tijdlijn of kaart en chronologisch laten ordenen, een beeldvorming laten aanvullen (cf. leerplandoel 18), het begrip duur (cf. leerplandoel 3).
      • Vraag ook naar het perspectief dat de kaart of tijdlijn omvat: voor welke gebieden geldt een tijdlijn, welk tijdsperspectief omvat een kaart? Welke maatschappelijke domeinen omvatten ze? Wie komt in beeld? Een kaart over de Griekse kolonisatie lijkt te suggereren dat de Grieken in leeg gebied terechtkwamen doordat de eigenlijke bewoners van een gebied niet vermeld worden. Die aandacht voor het perspectief van een kaart of tijdlijn sluit aan bij het vorige leerplandoel en leunt ook heel sterk aan bij leerplandoel 5. Ook hier komt het historisch referentiekader dus goed van pas.
    • Ook hier is de didactiek van explicit teaching aangewezen. Analyseer eerst samen met de leerlingen een kaart of tijdlijn. Leer hen standaard om zaken als de legende, de titel, jaartallen op een tijdlijn aan te duiden volgens een bepaalde methodiek.
    • Vraag leerlingen niet alleen naar hun antwoord maar laat hen ook hun zoekmethode verwoorden.
    • Bij dergelijke oefeningen gaat het vaak om het aandachtig, geconcentreerd en geduldig analyseren van een kaart of tijdlijn. Leerlingen zijn echter flitsende beelden gewend. Als leerkracht moet je dan ook bewust didactische technieken inzetten om leerlingen grondig te leren kijken.

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

Voor deze doelstelling kun je gebruik maken van een stappenplan of modelvragen om tot een gedegen analyse te komen.

Om leerlingen aandachtig naar kaarten of tijdlijnen te leren kijken, kun je verschillende didactische werkvormen gebruiken.

  • Met ‘Beelden om te onthouden’ gebruik je een competitief element: leerlingen krijgen een bepaalde tijd een tijdlijn of kaart te zien en moeten die nadien natekenen. Je kunt groepjes maken die achteraan rond een bank werken. De leerlingen mogen om beurt naar voor lopen waar de afbeelding ligt en krijgen elk 15 seconden om te kijken, terug te lopen en de tekening aan te vullen of te verbeteren.
  • Je kunt de leerlingen uitdagen door te vragen wie het eerst iets kan terugvinden op de kaart of tijdlijn: de letter Q, de stad Nineveh, de Kaspische Zee etc. Je kunt zoiets een ludiek karakter geven door een kleine Wally te verstoppen op de kaart of tijdlijn die je projecteert.

Over deze databank

In deze databank ondersteunen we je vanuit de pedagogische begeleiding tot op de klasvloer. Je vindt hier didactische tips, praktijkvoorbeelden, leerinhoud ...

×
Kijkt als...
Niveau
Regio