Tussenwerpsels vormen een leuke woordsoort die zelden aan bod komt in de klaspraktijk. Nochtans zijn ze erg populair in de gesproken taal, zeker bij jongeren. Die vinden tussenwerpsels cool!
In enkele nieuwe leerplannen tweede graad staan tussenvoegsels voor het eerst vermeld in de (exhaustieve) lijst van grammaticale items, meer bepaald bij de morfologische elementen. Deze woordsoort is in het verleden onder de radar gebleven. Nochtans zijn interjections van alle talen en van alle tijden.
Ongetwijfeld de meest bizarre woordsoort, die tussenwerpsels! Interjections, discourse markers, profanities, fillers, words of exclamation zijn uitdrukkingen die diverse gevoelens van een spreker uitdrukken. Meestal worden deze uitingen afgesloten met een uitroepingsteken (What the heck!), soms met een beletselteken (Whatever…). Het is evenwel niet duidelijk of interjections wel een aparte woordsoort vormen. Sommige zijn immers adjectieven (G8!, Nice!), andere substantieven (Man, oh man!), of werkwoorden, meestal in de imperatief (F*ck!). De oude Grieken zagen deze uitdrukkingen als een soort losse bijwoorden. De Romeinen daarentegen zagen de Modistae als een aparte woordsoort en dat standpunt werd bijgetreden door middeleeuwse linguïsten, bv. door de 13de-eeuwse Zeger van Kortrijk.
Tussenwerpsels staan apart: ze kunnen voor de zin, achter de zin of midden in de zin staan. Ze zijn geen zinsdeel, zelfs geen zinsdeelstuk. Interjections voegen zich niet naar de gangbare syntaxis en dat resulteert soms in een heel eigenzinnige zinsbouw zoals in He went ouch!, waar ouch een adverbiale functie heeft, of in I was like Oh My God! als een soort erlebte Rede. Grammatici noemen hen vaak particles, een benaming die ze gebruiken bij gebrek aan een beter woord.
Ook fonologisch vormen ze een bizar buitenbeentje. Sommige hebben immers geen klinkers (brr, shh!), zijn klanknabootsend, zoals bij de alveolaire klik ‘tsk!’, en daarmee bevinden we ons op de grens van het verbale. Is het schrapen van de keel (Ahem) een vorm van gesproken taal? Tussenwerpsels worden overigens sterk geïntoneerd en beklemtoond (Alrighty!) Die intonatie wordt bepaald door de context waarin ze gebruikt worden en de gevoelens die worden uitgedrukt.
Dat brengt ons tot de inhoudelijke betekenis van tussenwerpsels. Ze worden gebruikt om diverse emoties uit te drukken. Meestal zijn dat gevoelens van verrassing, enthousiasme, opwinding, geluk, zoals in Hurrah! Aha! Wow! Soms kunnen ze pijn/verdriet uitdrukken zoals bij Ouch!, Alas!, of afkeer, zoals bij Eww!, Yikes!, Yuck!, of ook nog onverschilligheid (Huh! Mmmm…). Heel wat tussenwerpsels worden gebruikt gewoon voor de fun (Hey presto!) en in die zin werken ze als een soort verbale emoticons.
De keuze van interjections wordt bepaald binnen niches van taalgebruikers. In de regel behoren ze tot de spreektaal. Vaak zijn het social markers. Uitdrukkingen als ‘Good heavens! Oh dear! Thank God!’ worden in een andere sociale klasse gebruikt als ‘Blimey! Lumme!’, terwijl public school boys dan weer hun eigen varianten ontwikkelden (crums!). Andere zijn duidelijk jongerentaal: ‘Eek!, Sick!, Tada!, Holy moly... Jongeren gebruiken immers heel wat tussenwerpsels, gewoon omdat ze leuk klinken, als een soort slang.
Tussenwerpsels zijn een internationaal verschijnsel en lenen zich bijgevolg tot de verwezenlijking van het leerplandoel ‘De leerlingen onderscheiden gelijkenissen en verschillen tussen talen om hun inzicht in taalverwantschap en classificatie van talen te vergroten.” Een paar voorbeelden:
Ježíš Maria! (Tsjechisch), tak (Tsjechisch), ёлки-палки! (Russisch), кошмар! (Russisch), aber hallo! (Duits), sapperlot! (Duits), calvaire! (Frans), zut alors! (Frans).
Uiteraard hebben onze leerlingen geen boodschap aan discussies over de formele aspecten van tussenwerpsels als woordsoorten of hun functie in de zin. Je kunt overwegen om in te gaan op het belang van tussenwerpsels in jongerentaal aan de hand van leuke voorbeelden met korte opdrachten, eventueel gekoppeld aan een paar begrippen als onomatopee of eventueel aan een etymologisch onderzoekje (bv. holy moly = holy Moses), waarbij je metataal vermijdt.
Je kunt het onderwerp inleiden aan de hand van een korte clip:
Bron: Interjections Worksheet https://grammar.yourdictionary.com
a) Ouch!
b) Hmm.
c) Ah!
a) Well!
b) Oh!
c) Eh!
a) oh
b) well
c) eh
a) alas
b) well
c) eh
a) Er
b) Hi
c) Ah
Bron: www.bitgab.com
Rollenspel. Twee leerlingen zitten elk op een stoel, half naar de klas gekeerd. Ze lezen elk hun eigen krant. Ze drukken hun gevoelens uit over wat ze lezen aan de hand van tussenwerpsels en reageren op wat de ander zei, eveneens uitsluitend aan de hand van tussenwerpsels. Ze gebruiken slechts een beperkt aantal woorden en dit telkens met een andere intonatie: well(!?), what (!?) en OK (!?), O (!?), Oops (!?), Really (!?)…