Op welk salaris heeft je personeelslid recht (als tijdelijke, als vastbenoemde, bij deeltijdse prestaties, bij het opnemen van een verlofstelsel ...)?
Het loon van je gesubsidieerde personeelsleden is vastgelegd door de Vlaamse Regering in barema’s of salarisschalen. De salarisschaal waar je personeelsleden recht op hebben, wordt bepaald door:
Op de website van het Ministerie van Onderwijs en Vorming kun je de actuele salarisschalen raadplegen. Voor elke salarisschaal is er een code (bijvoorbeeld 301 voor de meeste bachelors en 501 voor de meeste masters). Het jaarsalaris dat je op die website terugvindt, is altijd het bruto jaarsalaris voor een voltijdse opdracht zonder de indexering. De index die op dit moment geldt, wordt apart vermeld.
Elke salarisschaal heeft een minimumjaarsalaris. Dat is het aanvangssalaris voor wie nog geen anciënniteit heeft opgebouwd. Ook het maximumjaarsalaris ligt vast. Dat maximum bereikt je personeelslid via de periodieke verhogingen:
Een vastbenoemd personeelslid houdt netto meer over dan een tijdelijk personeelslid door een verschil in sociale bijdragen.
Je personeelsleden ontvangen hun salaris altijd op de laatste werkdag van de maand .
Het barema van een leraar wordt steeds bepaald door zijn meest voordelige bekwaamheidsbewijs dat voor die bepaalde betrekking in aanmerking komt.
Als je leraar verschillende bekwaamheidsbewijzen heeft, dan kan hij/zij soms zijn/haar statutaire rechten (TADD, vaste benoeming, reaffectatie) laten gelden op basis van het ene diploma, maar toch een hoger barema genieten op basis van het andere diploma.
In het secundair onderwijs kun je je leraar niet enkel belasten met lesuren maar ook met “uren die geen lesuur zijn”. Het vak, de graad en de onderwijsvorm waarmee je dat “uur dat geen lesuur is” gelijkstelt, bepaalt het barema. Hetzelfde principe geldt voor alle andere opdrachten die met een vak moeten worden gelijkgesteld zoals GOK, aanvangsbegeleiding, uren kerntaak, taak- en functiedifferentiatie, uren Leren en werken (deeltijds BSO), uren trajectbegeleiding (vervolgcoach OKAN), enzovoort.
Ook leraars die aangesteld zijn in de vakken AV Exploratie, AV Expressie en AV Sociale activiteiten ontvangen het salaris waarop ze recht hebben volgens het vak waarmee deze vakken gelijkgesteld worden. Als deze vakken echter gelijkgesteld worden met AV Latijn, AV Grieks, AV Klassieke Studiën of AV Antieke cultuur in de eerste graad, zal je personeelslid altijd bezoldigd worden aan weddeschaal 301 en nooit aan weddeschaal 501, wat wel het geval zou zijn als je personeelslid met een masterdiploma deze vakken ook effectief zou geven.
De puntenwaarde en het bekwaamheidsbewijs in een ambt opgericht met punten
In bepaalde ambten kunnen betrekkingen worden opgericht in verschillende puntenwaarden. Heb je iemand als titularis aangesteld in een van deze ambten, dan kan hij/zij geen hoger barema genieten dan het barema dat overeenstemt met de puntenwaarde van zijn/haar betrekking.
Heb je een personeelslid als interimaris aangesteld in een van deze ambten in het basisonderwijs, dan zal je personeelslid bezoldigd worden op basis van zijn bekwaamheidsbewijs (diploma), ook wanneer de puntenwaarde van de betrekking daar niet mee overeenstemt;
In het secundair onderwijs of in het volwassenenonderwijs daarentegen, kan je personeelslid geen hoger barema genieten dan dat van de titularis van de betrekking én ook geen hoger barema dan wat overeenstemt met zijn/haar eigen diploma.
Als je in het secundair onderwijs een personeelslid hebt aangesteld in het ambt van ICT-coördinator met punten uit de ICT-puntenenveloppe, dan wordt zijn/haar interimaris wel bezoldigd op basis van zijn bekwaamheidsbewijs, ongeacht de puntenwaarde van de betrekking.
De opdrachtbreuk geeft weer hoeveel uur (lestijden, uren-leraar …) je personeelslid presteert op weekbasis, bijvoorbeeld 20/24 of 16/22 of 18/36. Het maandsalaris voor een voltijdse betrekking wordt met die opdrachtbreuk vermenigvuldigd voor het berekenen van het salaris van wie deeltijds werkt.
Deze berekeningswijze wordt ook toegepast wanneer je personeelslid deeltijds presteert in verschillende opdrachtbreuken. Als die verschillende betrekkingen bezoldigd worden aan hetzelfde barema, blijft zijn/haar salaris beperkt tot dat van een voltijdse opdracht in het overeenstemmende barema. Als hij/zij volgens verschillende barema’s bezoldigd wordt, kan zijn/haar salaris niet hoger zijn dan het salaris van een voltijdse opdracht in het hoogste barema.
Je personeelslid heeft geen recht op een salaris voor het gedeelte van de opdracht waarvoor hij/zij een dienstonderbreking neemt, behalve bij:
Tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor een volledig schooljaar, ontvangen van september tot en met juni telkens 1/12de van het jaarsalaris. Wie niet het volledige schooljaar is aangesteld, ontvangt voor elke bezoldigbare dag 1/360ste van het jaarsalaris met een maximum van 300 dagen per schooljaar. Wettelijke feestdagen, weekends en korte vakantieperiodes (herfst-, kerst-, krokus-, paasvakantie) tellen ook als bezoldigbare dagen. Voor de maanden juli en augustus geldt een andere regeling.
Wanneer je personeelslid als tijdelijke is aangesteld tot aan de vooravond van of tot in de loop van een weekend, een feestdag of een korte vakantieperiode (herfst-, kerst-, krokus-, paasvakantie) en opnieuw wordt aangesteld tijdens of op de eerste werkdag na dat weekend, die feestdag of die korte vakantieperiode, dan ontvangt hij/zij ook voor de tussenliggende kalenderdagen een salaris, ook al is het personeelslid die dagen niet aangesteld.
Merk op:
Voor wie een voltijdse opdracht heeft en daarnaast nog een bijkomende opdracht opneemt in dezelfde school, waardoor je personeelslid het maximum van de prestatienoemer overschrijdt, gelden de extra lestijden of uren boven het maximum als overwerk. Voor dit overwerk wordt je personeelslid betaald tot maximum 140% van een voltijdse prestatie. Overwerk kan enkel als je personeelslid hiermee instemt.
Presteert je personeelslid die extra lestijden
dan spreken we over een bijbetrekking. Ook voor de extra prestatie in bijbetrekking wordt het betaald tot maximum 140% van een voltijdse prestatie. Ook een bijbetrekking kan enkel als je personeelslid hiermee instemt.
Deze regeling geldt ook voor overwerk of bijbetrekking gepresteerd in het kader van tijdelijk of permanent onderwijs aan huis.
Je vindt meer informatie over het recht op bezoldiging en de manier waarop de bezoldiging gebeurt van personeelsleden die in het onderwijs naast een voltijdse betrekking ook bijkomende onderwijsprestaties leveren in de omzendbrief PERS/2005/21, Cumulatieregeling.
Alle vastbenoemde personeelsleden ontvangen ook in juli en augustus hun gewone maandelijkse salaris.
Tijdelijke personeelsleden waarvan de aanstelling doorloopt in de maanden juli en augustus en die aangesteld zijn in een van de volgende ambten, ontvangen ook hun gewone maandelijkse salaris:
In de volgende situaties gebeurt er een aanpassing aan het maandelijks salaris in de maanden juli en augustus:
Tijdelijke personeelsleden die tussen 1 september en 30 juni een of meer dagen waren aangesteld in een wervingsambt (behalve dat van administratief medewerker in bao en so), ontvangen in de maanden juli en augustus een uitgestelde bezoldiging en geen salaris, zelfs als ze op dat ogenblik niet meer in dienst zijn of een andere tewerkstelling hebben.
Heeft je personeelslid in dat schooljaar tijdens de duur van zijn aanstelling een dienstonderbreking genomen die geen recht gaf op salaris, dan zal die salarisvermindering ook resulteren in een kleinere uitgestelde bezoldiging, behalve als het ging om:
Genoot je personeelslid tijdens de duur van zijn/haar aanstelling van een volledige loopbaanonderbreking of een volledig zorgkrediet eindigend op 31 augustus, dan heeft hij/zij geen recht op een uitgestelde bezoldiging. Een gedeeltelijke loopbaanonderbreking of een gedeeltelijk zorgkrediet geven recht op een uitgestelde bezoldiging voor het gepresteerde deel.
De uitgestelde bezoldiging hoef je niet aan te vragen. Je personeelslid ontvangt 1/5de van de salarissen die hij/zij heeft ontvangen in de maanden september tot december in de maand juli en 1/5de van de salarissen die hij/zij heeft ontvangen in de maanden januari tot juni in de maand augustus. Enkel het salaris dat je personeelslid heeft ontvangen in hoofdambt, wordt in aanmerking genomen.
Bij vaste benoeming wordt de puntenwaarde van je personeelslid vastgelegd.
Als je personeelslid nadien een hoger diplomaniveau verwerft, kun je de puntenkost en dus ook de salarisschaal van de betrekking optrekken. Dat kan enkel nadat alle betrekkingen van vastbenoemde personeelsleden in stand gehouden werden of als de punten die nodig zijn voor de bevordering toch niet volstaan om een terbeschikkingstelling te vermijden.
Het optrekken van de puntenkost is onomkeerbaar. Bedenk dat je niet verplicht bent om de puntenkost op te trekken voor de volledige betrekking, ook al is je personeelslid voltijds vastbenoemd. Je hoeft je personeelslid ook niet te bevorderen tot zijn/haar hoogste diplomaniveau.
Een bevordering wordt beschouwd als een nieuwe vaste benoeming, maar is niet gebonden aan de gebruikelijke procedure. Ze kan ingaan op de eerste van om het even welke maand.
Afhankelijk van het leerlingenaantal kun je vastbenoemde personeelsleden bevorderen tot weddeschaal 106. Dit is enkel mogelijk in scholen voor voltijds gewoon of buitengewoon secundair onderwijs.
1 voltijdse betrekking minder dan 400 leerlingen 2 voltijdse betrekkingen 400 tot 900 leerlingen 3 voltijdse betrekkingen meer dan 900 leerlingen
De bevordering hoeft niet noodzakelijk voltijds te gebeuren. Ze kan ook deeltijds, zelfs als je personeelslid voltijds vastbenoemd is.
Je personeelslid behoudt de bevordering, zelfs als het leerlingenaantal achteraf opnieuw daalt. De bevordering kan enkel ongedaan gemaakt worden door het personeelslid zelf.
Een tijdelijk personeelslid kan niet bevorderd worden tot salarisschaal 106. Een interimaris kan dus enkel genieten van dit barema als het gaat om een vastbenoemd personeelslid dat via een verlof TAO de vervanging opneemt.
Een tijdelijk personeelslid dat een hoger diplomaniveau haalt nadat die is aangesteld, kan pas bij een nieuwe aanstelling een betrekking met een hogere puntenwaarde en dito weddeschaal krijgen.
Je kunt de puntenwaarde van een betrekking wel verhogen, zodat je een interimaris kunt verlonen in overeenstemming met diens diplomaniveau. Het spreekt voor zich dat dit enkel kan als je nog over voldoende punten beschikt om die verhoging te kunnen doorvoeren. De verhoging is mogelijk voor om het even welk volume naargelang het volume waarin de interimaris wordt aangesteld. Als de aanstelling van de interimaris eindigt, zijn de extra punten opnieuw vrij aan te wenden in de school.