Begeleidingsplan

Wat is een begeleidingsplan?

sla link op in klembord

Kopieer

De begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften vraagt een systematische opvolging en afstemming. Veel scholen noteren de concrete afspraken in een document, dat ze digitaal of op papier bewaren. In het secundair onderwijs spreken we van een begeleidingsplan.

Voor leerlingen met een GC-verslag spreken we van een begeleidingsplan GC. Voor leerlingen met een OV4-verslag spreken we, zowel in het gewoon als in het buitengewoon onderwijs, van een begeleidingsplan GC OV4.

Als het gaat om leerlingen met een IAC-verslag die een individueel aangepast curriculum (IAC) volgen, spreken we zowel in het gewoon als het buitengewoon onderwijs van een begeleidingsplan IAC.

Het begeleidingsplan GC,  het begeleidingsplan GC OV4 en het begeleidingsplan IAC bouwen verder op het begeleidingsplan opgemaakt in fase 1 van het zorgcontinuüm. Meer informatie over een IAC-traject vind je op de PRO-pagina Individueel aangepast curriculum

In functie van de leesbaarheid hanteren we op deze pagina verder het begrip begeleidingsplan, ook als we begeleidingsplan GC (voor leerlingen die een GC-verslag hebben), begeleidingsplan GC OV4 (voor leerlingen die een OV4-verslag hebben) of begeleidingsplan IAC (voor leerlingen die een IAC-verslag hebben) bedoelen.

Een begeleidingsplan is geen doel op zich maar een middel om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van leerlingen en de toepassing van redelijke aanpassingen in de praktijk te ondersteunen. Niemand wordt beter van een stuk papier en zaken noteren vanuit een verantwoordingsperspectief leidt tot planlast.

Het begeleidingsplan maakt deel uit van het leerlingendossier.

We hebben het hier in de eerste plaats over leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. De uitgangspunten die we formuleren kunnen echter ook van toepassing zijn op andere groepen leerlingen met een participatie- of leerprobleem, die nood hebben aan een aangepaste onderwijsleercontext. Denk bijvoorbeeld aan zieke leerlingen of ex-okan leerlingen.

Doel

sla link op in klembord

Kopieer

De katholieke dialoogschool is een inclusieve school, waarin het recht op inclusief onderwijs voor alle leerlingen niet ter discussie staat. Het doel is om alle leerlingen kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden, waarbij alle leerlingen optimaal kunnen participeren en leren. Vanuit een inclusieve schoolcontext gaat het schoolteam met de leerling en alle betrokken partijen aan de slag om mogelijke barrières in de onderwijsleercontext aan te pakken.

De leraar en het hele schoolteam zetten actief in op het verminderen of wegnemen van barrières. Vaak doen ze dat vooraf, waarmee ze de onderwijsleeromgeving toegankelijk maken voor een diverse groep leerlingen (zie bouwsteen Goed onderwijs). Of ze doen de aanpassingen naderhand, in beginsel op vraag, voor een individuele leerling (of groepje leerlingen).

In een aantal gevallen zal je de onderwijsbehoeften en redelijke aanpassingen in een begeleidingsplan noteren, want dat vergemakkelijkt het doorgeven van informatie over en een systematische, transparante en gelijkgerichte aanpak van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Naarmate de noden specifieker worden, is je aanpak ook specifieker gericht op die noden.

Een begeleidingsplan opstellen

sla link op in klembord

Kopieer

We besteden eerst aandacht aan de inhoud en dan aan het proces.

De inhoud

sla link op in klembord

Kopieer

De inhoud van een begeleidingsplan concretiseert en ondersteunt het handelingsplanmatig werken. Een goed begeleidingsplan bevat precies die informatie die onderwijsprofessionals nodig hebben om de barrières weg te nemen die een leerling ervaart om optimaal te participeren en te leren. Of anders gezegd: als iemand een klas overneemt, zou die op basis van de begeleidingsplannen precies moeten weten welke specifieke onderwijsbehoeften bepaalde leerlingen hebben, en hoe hieraan het beste tegemoet te komen.

Om het haalbaar te houden, is het belangrijk om je te beperken tot de essentie. Je vertrekt daarbij van de noden van de leerling. De M-cirkel is daarvoor een uitstekend hulpmiddel.

Met het doel dat je met de leerling wil bereiken voor ogen, ga je op zoek naar de specifieke onderwijsbehoeften van deze leerling om dat doel te bereiken. Eens je de onderwijsbehoeften geïdentificeerd hebt, spreek je af welke maatregelen daaraan tegemoet kunnen komen. Het kan onder meer gaan om

  • aanpassingen aan de leerstof,
  • aanpassingen aan de school- en klasomgeving, 
  • het bijsturen van het handelen in de klas, zoals differentiërende, remediërende, compenserende of dispenserende maatregelen,
  • interventies van de leerondersteuner,
  • ...

Voor het achterhalen van de onderwijsbehoeften van de leerling vertrek je niet van een label of diagnose. Een label kan een hulp zijn in die zoektocht, maar geeft op zichzelf geen antwoord op wat een leerling nodig heeft.

Een begeleidingsplan bevat:

  • het(de) beoogde doel(en);
  • de onderwijsbehoeften van de leerling in relatie tot het doel waaraan je met de leerling werkt;
  • de gekozen redelijke aanpassingen;
  • het effect van de gekozen maatregelen (zie verder).

Meestal zal je voor de uitvoering van de redelijke aanpassing vertrouwen op de professionaliteit van de leraar: die weet wat kan en moet gebeuren, en wanneer hierbij best hulp te vragen.

Het begeleidingsplan bevat ook relevante concrete afspraken: wie doet wat, wanneer, waar, op welke manier … Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om - indien er leerlinggerichte leersteun wordt geboden - de inbreng, opdracht en rol van de leerondersteuner te noteren.

We adviseren om slanke begeleidingsplannen te maken. Dat zorgt ervoor dat elke onderwijsprofessional de inhoud ervan efficiënt en haalbaar in de praktijk kan brengen. Maatregelen die tegemoet komen aan onderwijsbehoeften van alle leerlingen (bijvoorbeeld: veilige leeromgeving, duidelijke instructie, effectieve didactiek …) vertaal je naar een aanpak voor de hele groep (brede basiszorg). Ze worden door alle onderwijsprofessionals gelijkgericht gerealiseerd. Je neemt deze maatregelen niet op in het begeleidingsplan. Scholen kunnen voor het uitwerken van de brede basiszorg inspiratie vinden in het Vademecum zorgbreed en kansenrijk onderwijs (bouwsteen Goed onderwijs).

Geregeld evalueer je het begeleidingsplan. Je bespreekt de effecten van de gekozen maatregelen. Wat werkte en waarom? Wat werkte niet en waarom? Na een evaluatie kun je dus nog volgende zaken toevoegen:

  • de eventuele gewijzigde doelen;
  • de eventuele gewijzigde onderwijsbehoeften;
  • de eventuele nieuwe maatregelen of bijsturingen.

Het proces

sla link op in klembord

Kopieer

Een begeleidingsplan is een middel om systematisch en planmatig te werken. Het vraagt wisselwerking en afstemming en is elke keer uniek, voor deze leerling, in deze klas, in deze school, met dit team, met die ouders … Uiteraard zoekt elke school naar een manier van werken die past binnen haar visie op leerlingenbegeleiding.

Hierna sommen we een aantal aspecten op die kenmerkend zijn voor een kwalitatief proces.

Planmatig werken

sla link op in klembord

Kopieer

Zoals eerder aangehaald ondersteunt een begeleidingsplan het handelingsplanmatig werken. Het is nuttig dat elk lid van het schoolteam zich kan informeren over hoe je de betrokken leerling ondersteunt en dat voor iedereen de manier van werken en de afspraken duidelijk zijn. Als je iets noteert, dan doe je dat omdat systematiek en transparantie ten goede komen van de begeleiding van de leerling en de ondersteuning van de leraar. De M-cirkel kan daarbij een handig hulpmiddel zijn. In zeven stappen beschrijft hij een kwaliteitsvol proces van planmatig werken. Het is niet de bedoeling dat je het instrument als een keurslijf gebruikt of dat het voor administratieve planlast zorgt. Je noteert alleen wat echt nodig is ('need to know, not nice to know').

Samenwerken

sla link op in klembord

Kopieer

Een begeleidingsplan komt tot stand in voortdurende interactie en verbindende samenwerking met de verschillende partners. Verbindende samenwerking verwijst naar een verbond dat gekenmerkt wordt door grote openheid en samen zoeken naar gedragen acties vanuit erkenning van ieders waarheid en expertise. Alle betrokkenen zijn gelijkwaardig in relatie, complementair in expertise. Vanuit een dialogale grondhouding werken we aan verbondenheid.

Het samenbrengen van verschillende gezichtspunten zorgt ervoor dat we samen breed kijken naar de leerling en dat we barrières, kansen en hulpbronnen in kaart brengen.

In het overleg komen onder meer deze twee vragen aan bod: 

  • Wat zijn de (specifieke) onderwijsbehoeften van de leerling? 
  • Welke ondersteuningsnoden hebben de ouders en de leraar/het schoolteam?

Leerlingen en ouders

sla link op in klembord

Kopieer

De leerling en de ouders zijn volwaardige partners. Zonder hen kun je geen begeleidingsplan opmaken.

  • Indien mogelijk neemt de leerling deel aan het overleg. Hij kan aangeven (eventueel met ondersteuning) waaraan hij nood heeft. Hij geeft naar eigen mogelijkheden feedback over wat werkt en wat niet werkt. Hij denkt mee na over en bepaalt mee de doelen (indien mogelijk) en wordt beluisterd/bevraagd rond zijn eigen toekomstperspectief.
  • De ouders zijn een eerste bron van informatie over de sterktes, interesses en de noden van hun kind. Ze geven feedback als het goed gaat, maar ook als het niet goed gaat. Ze brengen hun toekomstplannen en dromen in, hun specifieke knowhow en vertellen hoe het thuis loopt, wat (niet)werkt. Ze denken mee na over en bepalen mee de doelen.

Leraar

sla link op in klembord

Kopieer

Elke onderwijsprofessional die met de leerling werkt zorgt ervoor dat de leerling optimaal kan participeren en leren. Een leraar denkt mee na over wie deze leerling is en wat hij nodig heeft, om vervolgens (in overleg) te bepalen wat te doen om hieraan tegemoet te komen.

De leraar past de redelijke aanpassingen toe en bewaakt dat de geformuleerde doelen haalbaar en uitdagend zijn. Waar nodig bespreken de leraren op de klassenraad het effect van de genomen maatregelen en de manier waarop ze consequent en collegiaal kunnen worden toegepast. Ze leggen linken naar de brede basiszorg en hebben daarbij aandacht voor een mogelijk effect op de bredere klaswerking (zie bouwsteen Goed onderwijs).

Leerlingenbegeleider

sla link op in klembord

Kopieer

Elke leraar is verantwoordelijk voor de begeleiding van zijn leerlingen. De leerlingenbegeleider ondersteunt daarbij. Tijdens een begeleidende klassenraad maken de betrokkenen afspraken over de inhoud van het begeleidingsplan.

De leerlingenbegeleider zorgt er mee voor dat er een voldoende brede beeldvorming is en verzorgt een vlotte communicatie met en informatiedoorstroming naar alle partners.

Vaak zal de leerlingenbegeleider het begeleidingsplan opstellen (penhouder zijn) in samenspraak met de cel leerlingenbegeleiding. De leerlingenbegeleider coördineert de verslaggeving in het leerlingendossier.

De leerlingenbegeleider zorgt, in afstemming met andere partners, voor continuïteit (warme overdracht) over de schooljaren heen (binnen en buiten de school).

Directeur

sla link op in klembord

Kopieer

De directeur faciliteert, in afstemming met de leerlingenbegeleiding, de organisatie van formeel overleg. Hij zorgt voor een duidelijke en een transparante communicatie over het begeleidingsplan naar het schoolteam toe. Hij maakt een inclusieve cultuur, beleid en praktijk mogelijk.

CLB

sla link op in klembord

Kopieer

Het CLB neemt, op vraag, actief deel aan formele overlegmomenten. Vanuit haar draaischijffunctie verzorgt het CLB de communicatie met externen en betrekt hen - in samenspraak met de school - waar nodig in het overleg.

Pedagogische begeleidingsdienst

sla link op in klembord

Kopieer

De pedagogische begeleidingsdienst (PBD) informeert school, ouders en CLB over het wettelijk kader, samenwerking, organisatie … De PBD is mee procesbewaker (inclusieve houding, oplossings-gericht denken, kwaliteitsvol begeleidingsplan, partnerschap ...) en brugfiguur (bijvoorbeeld naar collega-begeleiders). De PBD bevordert doelgericht werken, het toepassen van redelijke aanpassingen en out-of-the-box denken. Samen met het beleidsteam denkt de PBD na over acties op schoolniveau. Vanuit een waarderende houding tracht ze de gelijkgerichtheid en gedragenheid te versterken. Waar nuttig en wenselijk zet de PBD haar makelaarsfunctie in (ze wijst dan de weg naar anderen).

Wanneer er, na afstemming met alle betrokkenen, twijfel rijst of een leerling bij dispenserende maatregelen nog het gemeenschappelijk curriculum volgt, dan kan het nuttig zijn om een beroep te doen op een pedagogisch (vak)begeleider. Hij zal met het schoolteam meedenken vanuit het volledige leerplan. Hij kan ook mee inschatten welke consequenties dit heeft voor de evaluatie en de deliberatie.

Leerondersteuners

sla link op in klembord

Kopieer

Voor leerlingen die beschikken over een GC-verslag, een OV4-verslag of een IAC-verslag en voor wie een leersteunvraag is gesteld aan het leersteuncentrum, zal de school samenwerken met een leerondersteuner. Indien er leerlinggerichte leersteun wordt geboden, verduidelijk je de inbreng, opdracht en rol van de leerondersteuner in het begeleidingsplan GC, begeleidingsplan GC OV4 of begeleidingsplan IAC.

Externe partners

sla link op in klembord

Kopieer

Externe partners, zoals therapeuten die met de leerling of met het gezin werken, dragen mee de verantwoordelijkheid voor de totale ontwikkeling van de leerling. Ze zijn een partner in het geheel en werken, in afstemming met alle betrokkenen en onder regie van de school, mee aan de realisatie van de vooropgestelde doelen (één kind, één plan).

Open en duidelijke communicatie

sla link op in klembord

Kopieer

Samenwerken in functie van de ontwikkeling van een leerling vraagt overleg. Open en duidelijke communicatie staat daarbij voorop. Noteer wie zal communiceren waarover, wanneer, met wie en via welk kanaal. Zorg ervoor dat de leerling en de ouders steeds goed weten wat hen te wachten staat. Verduidelijk zowel de kansen als de risico’s van bepaalde keuzes.

Evalueren en bijsturen

sla link op in klembord

Kopieer

Maak afspraken over de monitoring, evaluatie en het bijsturen van het begeleidingsplan. Ook bij ongewijzigde onderwijsbehoeften kan het nuttig zijn de doeltreffendheid van de aanpassingen te blijven opvolgen. Zijn de maatregelen nog afgestemd op de ontwikkeling van de leerling? De frequentie en de intensiteit van overleg zal variëren van situatie tot situatie. Vermijd onnodige vergaderlast, maar sta ook niet toe dat het begeleidingsplan een star en onveranderlijk document wordt. Als een bepaalde maatregel tot dusver disproportioneel is, blijft het schoolteam zoeken naar andere aanpassingen die wel redelijk zijn. Dit houdt ook in dat de aanpassingen kunnen herzien worden wanneer er iets verandert. Ook dan betrekt het schoolteam de leerling en/of de ouders en doet het een beroep op relevante partners.

Continuïteit inbouwen

sla link op in klembord

Kopieer

Zorg voor continuïteit, zowel horizontaal als verticaal. Met horizontale continuïteit bedoelen we dat een begeleidingsplan het werk is van het volledige team rond de leerling. Het lerarenteam overlegt hierover in de begeleidende klassenraad. Verticale continuïteit verwijst naar het eigenaarschap dat onderwijsprofessionals doorheen de verschillende schooljaren zullen opnemen.

Een begeleidingsplan dat afloopt op het einde van het schooljaar zal bij aanvang van het daaropvolgende schooljaar door de nieuwe (begeleidende) klassenraad meestal verder gezet worden. De kans is groot dat er aanpassingen zullen moeten gebeuren, bijvoorbeeld op basis van de ontwikkeling die de leerling heeft doorgemaakt, of wanneer de leerling gewijzigde onderwijsbehoeften heeft in relatie tot de beoogde doelen. Bovendien komt de leerling bij nieuwe leraren terecht.

Juridische aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

Van engagement tot verplichting

sla link op in klembord

Kopieer

Een begeleidingsplan is in de eerste plaats een pedagogisch instrument, een middel dat de toepassing van redelijke aanpassingen in de praktijk ondersteunt. Maatregelen worden erin opgenomen omdat ze inspelen op de behoeften van de leerling. Ze dragen bij tot een betere begeleiding van de leerling en zorgen zo voor een hoger welbevinden en betere leerprestaties.

Het opstellen van een begeleidingsplan houdt een engagement in. De gemaakte afspraken zijn niet vrijblijvend en leraren moeten voldoende inspanningen leveren om de maatregelen toe te passen en op te volgen. Wat van belang is, is dat iedereen de maatregelen kent en ze zinvol vindt.

Aanpassingen die gevolgen hebben voor evaluatie en deliberatie moeten steeds door alle leraren gedragen en nageleefd worden. Denk bijvoorbeeld aan aanpassingen die betrekking hebben op het toekennen van punten. Dan is het verstandig om deze expliciet en ondubbelzinnig te noteren in een begeleidingsplan. Wat je expliciet noteert is in ieder geval bindend.

Formaliseren

sla link op in klembord

Kopieer

Enerzijds weten we uit rechtspraak bij de Raad van State dat een begeleidingsplan als een contract wordt beschouwd. Anderzijds willen we een begeleidingsplan niet formalistisch benaderen. Niet het 'tekenen voor akkoord' is van belang, maar het feit dat er bindende engagementen worden aangegaan. Natuurlijk kun je het juridische aspect niet negeren. Als je in het begeleidingsplan bijvoorbeeld afspraken opneemt over de mate waarin spellingfouten zullen worden aangerekend, dan staat daar een engagement tegenover.

Daarom moeten alle leraren hierover goed geïnformeerd zijn en er ook achter kunnen staan. Het doel is immers dat het begeleidingsplan goed wordt uitgevoerd. Een handtekening van de directeur of zijn afgevaardigde enerzijds en de ouders/leerling anderzijds, geeft het begeleidingsplan weliswaar een formeler statuut, maar op zich verhoogt dit niet de kans dat het ook goed wordt uitgevoerd en opgevolgd.

Als je er toch voor kiest om het document te formaliseren, dan stellen we voor om volgende suggestie te gebruiken: "Dit begeleidingsplan werd op (datum) besproken met (namen van de betrokkenen). (In het secundair onderwijs kan je de leraren die aan de leerling lesgeven vatten onder 'de leden van de begeleidende klassenraad'). Alle betrokkenen ontvingen een kopie (eventueel: via …) op (datum). De afspraken worden opnieuw besproken op (datum) met (namen van de betrokkenen)."

De vorm van het begeleidingsplan

sla link op in klembord

Kopieer

Ter inspiratie vind je een model voor een begeleidingsplan. We willen daarmee niet de indruk wekken dat een begeleidingsplan altijd als fysiek document vorm moet krijgen. Vaak zal je de inhoud ervan een plaats geven in je digitale leerlingendossier.

Een begeleidingsplan is overzichtelijk, bevattelijk en beknopt.

Een begeleidingsplan is gepersonaliseerd. Daartoe formuleer je de onderwijsbehoeften van de leerling voor de beoogde doelen en de redelijke aanpassingen waarmee je aan die onderwijsbehoeften tegemoet zal komen. Om zicht te krijgen op onderwijsbehoeften en de redelijke aanpassingen die daaraan tegemoet komen kun je inspiratielijsten raadplegen. De bedoeling is echter steeds te komen tot een individuele handelingsgerichte benadering, waarbij je telkens stilstaat je bij de vraag waarom je een bepaalde maatregel best wel (of niet) toepast.

Een begeleidingsplan heeft een begindatum (bijvoorbeeld de start van het schooljaar) en een einddatum (bijvoorbeeld het einde van het schooljaar). Uiteraard evalueer je tussentijds de doelen en afspraken. Indien blijkt dat bijsturingen wenselijk zijn, wordt het begeleidingsplan in samenspraak aangepast.

Een begeleidingsplan is opgesteld in handelingsgerichte taal

Contact

Katrien Bressers
pedagogisch begeleider
      02 507 07 25
      Jan Coppieters
      pedagogisch begeleider
          02 507 07 87
          Floor Tempelaere
          pedagogisch begeleider
              02 507 06 94
              0485 50 27 72
              ×
              Kijkt als...
              Niveau
              Regio