Vzw’s met minstens 50 000 euro aan belastbare bezittingen moeten tegen 31 maart een aangifte indienen en de patrimoniumtaks ook betalen. Veel vzw’s krijgen daarvoor een uitnodiging van hun lokaal Kantoor Rechtszekerheid. Heb je geen uitnodiging ontvangen dan moet je zelf initiatief nemen om aangifte te doen.

Wat is er gewijzigd?

sla link op in klembord

Kopieer

Er zijn meerdere tarieven van toepassing:

  • De eerste 50 000 euro aan belastbare bezittingen zijn nu vrijgesteld voor alle vzw’s en stichtingen.
  • Op de schijf van 50 000,01 euro tot 250 000 euro bedraagt de taks 0,15%. Voor schoolbesturen met minstens 250 000 euro belastbare bezittingen, bedraagt de taks op deze schijf 300 euro.
  • Op de schijf van 250 000,01 euro tot 500 000 euro bedraagt de taks 0,30%. Voor schoolbesturen met minstens 500 000 euro belastbare bezittingen, bedraagt de taks op deze schijf 750 euro.
  • Op de belastbare bezittingen boven 500 000 euro bedraagt de taks 0,45%.

Deze hervorming dreigde voor veel schoolbesturen te leiden tot een sterke verhoging van de patrimoniumtaks. Katholiek Onderwijs Vlaanderen heeft samen met haar Waalse evenknie SEGEC verkregen dat schoolbesturen hun belastbare bezittingen mogen verminderen met 62,3%.

Slechts 37,7% van de waarde van de belastbare bezittingen wordt aan de taks onderworpen. Deze vrijstelling komt boven op de vrijstellingen die ook in het verleden al bestonden. De vermindering van de waarde van de belastbare bezittingen met 62,3% van hun waarde heeft tot gevolg dat alle schoolbesturen nu minder patrimoniumtaks betalen. Aan de voorwaarde dat meer dan de helft van de omzet voortkomt uit van de btw vrijgesteld onderwijs wordt immers door alle schoolbesturen voldaan.

Cijfervoorbeelden

sla link op in klembord

Kopieer

Een schoolbestuur met 400 000 euro belastbare bezittingen volgens de regels die tot vorig jaar van toepassing waren, berekent het volgende:

  • 400 000 euro x 37,7% = 150 800 euro.
  • De eerste 50 000 euro is vrijgesteld.
  • Op de schijf van 50 000,01 euro tot 250 000 euro is 0,15% patrimoniumtaks van toepassing. 150 800 euro is kleiner dan 250 000 euro maar 100 800 euro groter dan 50 000 euro: 150 800 euro – 50 000 euro = 100 800 euro. Het schoolbestuur is op deze schijf 151,20 euro patrimoniumtaks verschuldigd: 100 800 euro x 0,15%.
  • Totale patrimoniumtaks vanaf aanslagjaar 2024: 0 euro + 151,20 euro = 151,20 euro.
  • In voorgaande jaren bedroeg de patrimoniumtaks van een schoolbestuur met 400 000 euro belastbare bezittingen 680 euro. Een schoolbestuur met 400 000 euro belastbare bezittingen betaalt nu 528,80 euro minder patrimoniumtaks.

Een schoolbestuur met 1 miljoen euro belastbare bezittingen volgens de regels die tot vorig jaar van toepassing waren, berekent het volgende:

  • 1 000 000 euro x 37,7% = 377 000 euro.
  • De eerste 50 000 euro is vrijgesteld.
  • Op de schijf van 50 000,01 euro tot 250 000 euro is 0,15% patrimoniumtaks van toepassing: (250 000 euro – 50 000 euro) x 0,15% = 200 000 euro x 0,15% = 300 euro patrimoniumtaks.
  • Op de schijf van 250 000,01 euro tot 500 000 euro is 0,30% patrimoniumtaks van toepassing. 377 000 euro is kleiner dan 500 000 euro maar 127 000 euro groter dan 250 000 euro: 377 000 euro – 250 000 euro = 127 000 euro. Het schoolbestuur is op deze schijf 381 euro patrimoniumtaks verschuldigd: 127 000 euro x 0,30%.
  • Totale patrimoniumtaks vanaf aanslagjaar 2024: 0 euro + 300 euro + 381 euro = 681 euro.
  • In voorgaande jaren bedroeg de patrimoniumtaks van een schoolbestuur met 1 miljoen euro belastbare bezittingen 1 700 euro. Een schoolbestuur met 1 miljoen euro belastbare bezittingen betaalt nu 1 019 euro minder patrimoniumtaks.

Een schoolbestuur met 10 miljoen euro belastbare bezittingen volgens de regels die tot vorig jaar van toepassing waren, berekent het volgende:

  • 10 000 000 euro x 37,7% = 3 770 000 euro.
  • De eerste 50 000 euro is vrijgesteld.
  • Op de schijf van 50 000,01 euro tot 250 000 euro is 0,15% patrimoniumtaks van toepassing: (250 000 euro – 50 000 euro) x 0,15% = 200 000 euro x 0,15% = 300 euro patrimoniumtaks.
  • Op de schijf van 250 000,01 euro tot 500 000 euro is 0,30% patrimoniumtaks van toepassing: (500 000 euro – 250 000 euro) x 0,30% = 250 000 euro x 0,30% = 750 euro patrimoniumtaks.
  • 3 770 000 euro is 3 270 000 euro groter dan 500 000 euro: 3 770 000 euro – 500 000 euro = 3 270 000 euro. Het schoolbestuur is op deze schijf 14 715 euro patrimoniumtaks verschuldigd: 3 270 000 euro x 0,45%.
  • Totale patrimoniumtaks vanaf aanslagjaar 2024: 0 euro + 300 euro + 750 euro + 14 715 euro = 15 765 euro.
  • In voorgaande jaren bedroeg de patrimoniumtaks van een schoolbestuur met 10 miljoen euro belastbare bezittingen 17 000 euro. Een schoolbestuur met 10 miljoen euro belastbare bezittingen betaalt nu 1 235 euro minder patrimoniumtaks.

Ook patrimoniumvzw’s mogen de waarde van hun belastbare bezittingen met 62,3% verminderen op voorwaarde dat minstens 75% van het patrimonium wordt gebruikt door bepaalde van de btw vrijgestelde instellingen. Naast schoolbesturen gaat het om diverse zorginstellingen, om CLB’s en externe en gemeenschappelijke interne diensten voor preventie en bescherming op het werk, om exploitanten van sportinrichtingen en om culturele instellingen voor zover meer dan de helft van hun omzet voortvloeit uit van de btw vrijgestelde activiteiten.

Je kunt de aangifte nu ook door middel van een pdf indienen via MyMinfin.

De mogelijkheid om in één keer te betalen voor drie jaar wordt afgeschaft. Daarvoor is een overgangsmaatregel​​​​​​​ voorzien.

In het buitenland gelegen onroerende goederen zijn niet langer vrijgesteld.

Aangifteformulieren

sla link op in klembord

Kopieer

Er zijn twee manieren waarop je de aangifte kunt indienen:

  • als pdf via MyMinfin. Deze werkwijze is nog niet voor iedereen toegankelijk. Zie de instructies onder de vraag ‘Waar moet de aangifte gebeuren?’ onder de titel ‘Digitaal indienen via MyMinfin.be’ op de webpagina Jaarlijkse taks op vzw's | FOD Financiën (belgium.be) en/of op de uitnodiging die u mogelijkerwijs ontvangen hebt;
  • op papier via de post. Aangifteformulieren zijn te verkrijgen bij het lokale Kantoor Rechtszekerheid of door te klikken op ‘Aangifteformulier jaarlijkse taks op de verenigingen zonder winstoogmerk’ bovenaan de webpagina Jaarlijkse taks op vzw's | FOD Financiën (belgium.be).

Waar en wanneer aangifte doen?

sla link op in klembord

Kopieer

De aangifte moet uiterlijk op 31 maart 2024 worden ingediend én betaald. Wie op papier via de post indient moet de aangifte sturen naar het lokaal Kantoor Rechtszekerheid. Het adres vind je door de postcode, de gemeente of de fusiegemeente van de maatschappelijke zetel van de vzw in te vullen en op ZOEKEN te klikken op deze webpagina.

Deze tool toont niet op welk bankrekeningnummer er moet worden betaald. We vernamen dat de fiscus recent heel wat bankrekeningnummers heeft veranderd.

Er bestaan 2 manieren om zeker te zijn dat je een correct bankrekeningnummer gebruikt voor de betaling van de patrimoniumtaks:

  • door het lokaal Kantoor Rechtszekerheid te contacteren en het bankrekeningnummer op te vragen;
  • door het aanslagbiljet af te wachten. Als je daarvoor kiest, hou er dan rekening mee dat de betaling moet gebeuren vóór 15 april. Op latere betalingen worden er verwijlintresten aangerekend. Als je nog niet betaald hebt vóór de start van de paasvakantie en als je verwijlinteresten wil vermijden of beperkt houden, zorg er dan voor dat de kennisgeving over de patrimoniumtaks in de paasvakantie of in april 2024 wordt opgevolgd en dat de betaling tijdens de paasvakantie of in de maand april 2024 gebeurt.

Omdat 31 maart dit jaar op Pasen valt en paasmaandag een feestdag is, moet de aangifte van aanslagjaar 2024 uiterlijk op dinsdag 2 april om 12 uur ’s middags ingediend zijn.

De belastbare en vrijgestelde bezittingen van de vzw

sla link op in klembord

Kopieer

Vertrek van het actief van de (voorlopige) balans van 31 december 2023.

Bekijk nu welke bezittingen vrijgesteld zijn en welke waarde je moet aangeven voor niet vrijgestelde bezittingen.

Vrijgestelde bezittingen

sla link op in klembord

Kopieer

Onroerende goederen bestemd voor onderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

Onroerende goederen die bestemd zijn voor onderwijs moet je niet aangeven.

Ook de erfpachten en opstalrechten die betrekking hebben op onroerende goederen bestemd voor onderwijs zijn vrijgesteld.

De vrijstelling is van toepassing voor gebouwen die in de eerste plaats voor onderwijsdoeleinden worden aangewend, maar daarnaast, op bijkomstige wijze, ook voor andere doeleinden worden gebruikt. Openstelling aan derden brengt de vrijstelling dus niet in gevaar.

Som de vrijgestelde onroerende goederen wel op met vermelding van adres, kadastraal perceel, de (brand)verzekeringspolissen (naam van de verzekeraar, datum en nummer van de polis, verzekerde waarde). Vermeld bij de vrijgestelde onroerende goederen, dat ze worden vrijgesteld door art. 149, 4° W.Succ.

Bedrijfskapitaal of werkkapitaal

sla link op in klembord

Kopieer

Liquide middelen en het bedrijfskapitaal zijn vrijgesteld voor zover die middelen besteed zullen worden aan de gewone werking van de vzw in het lopende jaar.

Er bestaat geen voorgeschreven methodiek om het bedrag te berekenen dat kan worden vrijgesteld. Niet alle kantoren Rechtszekerheid aanvaarden dezelfde berekeningswijze. Hierover moet je een modus vivendi ontwikkelen in overleg met je Kantoor Rechtszekerheid. Sommige kantoren Rechtszekerheid aanvaarden dat je een berekening maakt op basis van de resultatenrekening(en) van het verleden en anderen gaan akkoord met een berekening op basis van de begroting.

De vrijstelling wordt doorgaans gemakkelijker aanvaard voor bedragen op zichtrekeningen, spaarrekeningen en/of termijnrekeningen met een looptijd tot 3 maand dan voor bedragen op spaar- en beleggingsproducten met langere looptijden. Bedragen die over meerdere jaren gespaard moeten worden voor de eigen bijdrage in investeringen kunnen niet worden vrijgesteld.

Dat je de middelen in het lopende jaar zult aanwenden voor investeringen is geen reden voor vrijstelling.

Voorraden en voorwerpen bestemd voor gewoon gebruik of verbruik tijdens het lopende jaar komen niet in aanmerking voor vrijstelling.

Belastbare bezittingen

sla link op in klembord

Kopieer

Vanaf aanslagjaar 2024 werk je in drie stappen. In een eerste stap gebruik je per soort bezitting de waarde zoals hieronder is beschreven. In een tweede stap sommeer je de waarden van de eerste stap zodat je tot een totaalbedrag komt. In een derde stap vermenigvuldig je het totaalbedrag met de reductiefactor 37,7%.

Hieronder wordt de eerste stap toegelicht per soort bezitting.

Onroerende goederen zonder onderwijsbestemming

sla link op in klembord

Kopieer

Voor de onroerende goederen zonder onderwijsbestemming neem je voor de eerste stap de verkoopwaarde op 1 januari van het aanslagjaar. Je kunt de verkoopwaarde van deze onroerende goederen zelf schatten of een gratis voorafgaande schatting aanvragen bij de Vlaamse Belastingdienst. Een voorafgaande schatting is bindend en definitief. Je mag er niet van afwijken bij de aangifte van de patrimoniumtaks. Een schatting door de Vlaamse Belastingdienst blijft een jaar geldig.

Vermeld op de aangifte ook de sectie en het nummer van het kadaster van de aan te geven onroerende goederen en gegevens over de verzekeringspolissen die je hebt afgesloten: naam van de verzekeraar, datum en nummer van de polis, verzekerde waarde.

Als er voor de onroerende goederen zonder onderwijsbestemming hypothecaire kredieten zijn afgesloten, dan mag je het nog niet afgeloste bedrag op die kredieten aftrekken van de waarde van de onroerende goederen als de hypotheek minstens 50% van de hoofdsom van de lening waarborgt.

Roerende goederen

sla link op in klembord

Kopieer

In de eerste stap moet je werken met de verkoopwaarde op 1 januari van de roerende goederen. De verkoopwaarde is de prijs die je zou ontvangen bij een verkoop van de roerende goederen onder normale omstandigheden. Een verkoop onder normale omstandigheden wil zeggen met:

  • voldoende publiciteit;
  • met aantrekking van een voldoende aantal liefhebbers;
  • rekening houdend met al de objectieve factoren die de waarde van het goed kunnen beïnvloeden.

De verkoopwaarde is doorgaans lager dan de netto boekwaarde bijvoorbeeld omdat de btw geen opbrengst vertegenwoordigt voor de verkoper maar voor de Schatkist en omdat de verkoopprijs niet bepaald wordt aan de hand van een lineaire afschrijvingstabel.

In de aangifte geef je eveneens informatie over de afgesloten verzekeringscontracten: naam van de verzekeraar, datum en nummer van de polis, verzekerde waarde. Indien de goederen niet verzekerd zijn, vermeld je dat uitdrukkelijk in de aangifte.

Vorderingen, liquide middelen en beleggingen

sla link op in klembord

Kopieer

Vermeld alleen vorderingen die bestaan op 1 januari 2024 en zeker zijn. Vermeld de vordering van het werkingsbudget van schooljaar 2023-2024 niet: je krijgt de dienstbrief met het toegekende bedrag pas na 1 januari 2024. Hou er ook rekening mee dat openstaande schoolrekeningen niet zeker zijn: je weet op 1 januari 2024 nog niet of die zullen worden betaald.

Verminder de liquide middelen en beleggingen eerst met het bedrijfs- of werkkapitaal.

Vorderingen, bank- en spaarrekeningen en termijnrekeningen geef je aan met de waarde waartegen ze in de voorlopige balans staan.

Voor beursgenoteerde effecten gebruik je de beurswaarde. Je hebt de keuze tussen de beurswaarde op de eerste openingsdag van de beurs van januari, februari of maart.

Aanspreekpunten

sla link op in klembord

Kopieer

Als je onzeker bent over het bedrag van het werkkapitaal of over de waardering van bepaalde belastbare bezittingen, dan kun je bekijken welke werkwijze in het verleden is aanvaard of je kunt een voorstel voorleggen aan het lokaal Kantoor Rechtszekerheid.

Vermenigvuldiging met 37,70%

sla link op in klembord

Kopieer

Nadat je de waarden van de belastbare bezittingen gesommeerd hebt, vermenigvuldig je het totaalbedrag met 37,7%.

Vermeld bij deze vermenigvuldiging: ‘gedeeltelijk vrijgestelde sectoren ‘art. 150, 2de lid, 6° W.Succ’.

Kleine vermogens

sla link op in klembord

Kopieer

Wanneer het resultaat van de vermenigvuldiging kleiner of gelijk is aan 50 000 euro, moet je geen aangifte indienen.

Als je een uitnodiging tot aangifte hebt ontvangen met een strookje dat je kunt gebruiken om een klein vermogen te melden, dan moet je dat strookje invullen en naar het lokaal Kantoor Rechtszekerheid​​​​​​​ sturen.

Als je geen uitnodiging tot aangifte hebt ontvangen, meld je het lokaal Kantoor Rechtszekerheid dat je geen aangifte moet doen.

De mogelijkheid om in één keer aangifte te doen voor drie jaar is afgeschaft. Wie hiervan in 2022 of 2023 gebruik heeft gemaakt en in 2024 minstens 25 euro moet bijbetalen moet in 2024 toch een aangifte indienen en mag de vooruitbetaalde bedragen aftrekken van de extra patrimoniumtaks. Of bedragen die je in 2022 of 2023 teveel hebt betaald, worden terugbetaald is niet verduidelijkt.

Boekhoudkundige verwerking

sla link op in klembord

Kopieer

Het betaalde bedrag aan patrimoniumtaks wordt in een dubbele boekhouding beschouwd als een andere werkingskost en wordt geboekt op rekeningnummer 640 Werkingsbelastingen.

De patrimoniumtaks is verschuldigd op basis van de bezittingen telkens op de eerste januari. De kost van de taks moet opgenomen worden in het boekjaar waarin die eerste januari valt.

Extra informatie

sla link op in klembord

Kopieer

Extra informatie vind je:

×
Kijkt als...
Niveau
Regio