7 februari 2023 – Ontwerp van decreet tot wijziging van de Codex Hoger Onderwijs en het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen en de rechtspositieregeling van de bestuursrechters: in het kort

Die titel hierboven is een hele mondvol voor wat au fond een integratieoefening (cf. Vlaams Regeerakkoord) was van de zgn. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen in de koepel van de Dienst van de Bestuursrechtscolleges (DBRC). Met dit ontwerpdecreet werd het statuut van de bestuursrechters van de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen in overeenstemming gebracht met het DBRC-decreet. In de toekomst zouden er twee bestuursrechters aangesteld worden (80 of 100 procent tewerkstelling) voor het leven in plaats van de drie voorzitters nu. Dat alles met het oog op meer efficiëntie en rechtszekerheid. Inhoudelijk zou er niets veranderen voor de studenten die er een beroep op deden.

Politiek was er amper discussie. Uit het Vlor-advies over de zaak haalde vooral enkele oppositieleden een paar bekommernissen en hier en daar viel de vraag of de doorlooptijd voor de student nu gegarandeerd korter zou worden:

  • de evaluatie van de nieuwe regeling zagen enkelen liever wat vroeger dan eind 2024;
  • kon voor het nog op te maken uitvoeringsbesluit ook de Vlor niet ingeschakeld worden, zo vroeg men;
  • konden de zaken over het leerkrediet niet beter gewoon ambtelijk behandeld worden?;
  • was de continuïteit in de werking voldoende verzekerd?;
  • was alleen 80 of 100 procent tewerkstelling mogelijk maken geen beletsel voor het aantrekken van bepaalde specialisten in onderwijsrecht?; dat leek mij nog het grootste probleem, maar we zullen de aanwervingsprocedure (met een vergelijkend examen) afwachten;
  • maar vooral maakte Gwendolyn Rutten een zijsprong naar de bestaande beroepsprocedure bij het toelatingsexamen voor (tand)arts: daar was de examencommissie tegelijk ook de beroepscommissie en dat was juridisch toch niet houdbaar; finaal wilde minister Weyts dat punt nog weleens bekijken, maar zijn redenering over de heel specifieke situatie van dat examen (en het type van klachten) maakte dat iets wat strikt juridisch niet behoorlijk was, misschien toch ook allemaal weer niet zo erg was in de praktijk.

Voor het overige pareerde minister Weyts volgens mij alle beperkte opmerkingen op een heel redelijke manier. Het ontwerpdecreet werd goedgekeurd met 19 stemmen vóór en 2 onthoudingen.

Ik verwijs nog graag gewoon naar de memorie van toelichting (p.3-21) en naar de video-opname van de vergadering.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen.

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio